Bileam
(2 Petrus 3 : 15—16)
Eens zullen velen die nu als profeten Vermomd zijn, voor de poort des hemels En zeggen: „Heb ik niet met U gegeten, „Gedronken en veel tekenen gedaan? " staan
Toch zal de Koning niet de poort ontsluiten, Maar tot hen zeggen: „'k Weet niet wie gij zijt. , , De honden en de tovenaars zijn buiten, Want slechts voor Israël is plaats bereid."
Laat dan de stem van satan vleiend fluist'ren. Gelooft niet ieder die zich noemt een geest. Zelfs eng'len zwijgen soms; dan moet ge luist'ren Of God U niets bekend maakt door een beest!
Verlangt niet om een bovenmens'lijk teken; Ook door een dier zegt God Zijn wil ons aan: Hij laat tot Bileam een ezel spreken; Voor Petrus kraait tot tweemaal toe een haan.
Maar Israël behoeft geen kwaad te vrezen: Zijn vloek is weggenomen door het Lam. Want die God zegent zal gezegend wezen Al werd hij cok vervloekt door Bileam.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1953
Daniel | 8 Pagina's