Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Slotwoord van

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Slotwoord van

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

gesproken aan het einde van de morgensamenkomst van de Ontmoetingsdag op 8 april 1972 te Dordrecht.

Over enige tijd gaan velen weer één of twee weken naar een andere omgeving. Men trekt naar het Noorden, Zuiden, Westen of Oosten.

Na de terugkeer in eigen plaats wordt geïnformeerd, hoe men het gehad heeft. Ook wordt gevraagd, waar men gekerkt en wie men gehoord heeft. Wanneer een predikant na de vakantietijd met gemeenteleden in kontakt komt, worden door hem ook deze vragen gesteld. Bijzonder de laatste, want hij wil graag weten of de gemeenteleden naar de kerk geweest zijn. Soms worden teleurstellende ervaringen meegedeeld. De opmerking wordt wel eens gehoord: „dominee, het was zo geheel anders als wij gewend zijn.” Veel vrouwen en meisjes zonder hoed. Veel werd er gezongen, meer dan wij gewend zijn. De zangwijze was ritmisch. De meuwe vertaling werd gebruikt en de dienst duurde maar een uur. Nu kan ik begrijpen, dat die opmerkingen gemaakt worden In de verschijning moet blijken, dat men als gemeente treedt voor het aangezicht des Heeren. De kerkzang is een belangrijk deel van de eredienst, maar zij mag niet een behoorlijk deel van de dienst in beslag nemen.

Het belangrijkste is echter de Woordverkondiging. De stem van God tot het volk. Dat de nieuwe vertaling gebruikt werd is te betreuren, daar we kunnen vaststellen, dat de statenvertaling de meest zuivere weergave geeft van de oorspronkelijke tekst. En een preek van 20 minuten is te kort, want dan komen de twee delen van de prediking niet tot hun recht. De explicatie en de applicatie. De uitleg en de toepassing. Over het gehoorde op de zondag wordt ook nog weleens het een en ander gezegd. Wat te begrijpen is, want men gaat 's zondags naar de kerk om Gods Woord te horen. Terecht leert onze belijdenis, overeenkomstig de vele gegevens van de Schrift, dat het Woord van God, zoals het in de prediking tot ons komt, „het zaad der wedergeboorte en het voedsel der zielen” is. Daar moet elke prediking dan ook op gericht zijn. Critiek kan er zijn op de orde van dienst en de kortheid van de dienst en terecht soms, maar bijzonder moet nagegaan worden, wat de inhoud van de prediking is. Nu valt er wanneer we het over de inhoud hebben een verandering te constateren. Verzet wordt er aangetekend tegen de volgorde wet en evangelie Met klem wordt verdedigd, dat de bijbelse volgorde is: evangelie en wet. Op en onder de kansel wordt dit geponeerd. Een bewijs daarvan vindt U in het volgende, wat we ergens lezen… ”. In de bijbel komt er namelijk Eén op je af. Jezus Christus. Als je Hem in de ogen kijkt, dan kan het niet anders of je zegt amen op jouw zondaars-zijn. Je laat je redden door Zijn bloed. Je stelt jezelf Hem ter beschikking Geloven is alleen maar reageren op wat God tot je zegt en van je vraagt en het is natuurlijk wat beneden de maat om uit te gaan pluizen hoe dat gaat. Dat is het domme van al die mensen, die steeds maar weer vragen of zij moeten geloven of dat God het geeft. De Heere spreekt zo tot ons, dat we wel moeten luisteren. Dat is het machtige van het Evangelie. Je kunt er gewoonweg niet onderuit! God heeft het eerste en het laatste woord en wij komen in beweging: omdat Hij spreekt”.

Wat we U hebben voorgelezen is opgebouwd uit de grondgedachte bij het kruis van Golgotha zie je pas, dat je zondaar bent. Daar leer je amen zeggen op je zondaar-zijn. Dit is niet naar de Schrift. De Schrift leert duidelijk anders. Johannes de Doper moest als boeteprediker de weg bereiden voor de Christus. Op natuurlijk en geestelijk gebied is het zo, dat die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Van nature zijn we allen in eigen oog gezond. We zien onze zonde en schuld niet. We moeten er aan ontdekt worden en dat is het werk van Gods Geest. Om die ontdekkende genade moet gevraagd worden. De wet gehanteerd in de hand van Gods Geest overtuigt ons van zonde en schuld. We gaan inzien en belijden schuldig te staan aan al de geboden van God. We ontdekken, dat we melaats zijn van de hoofdschedel tot de voetzool toe. Onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Wanneer we aan deze zaken kennis hebben, krijgt het Evangelie, door Gods genade, volle waarde. In zijn catechismusverklaring zegt Ursinus terecht: „zolang wij onze zonde en ellende niet kennen, zijn wij ongeschikt om het evangelie te horen'. Het evangelie wordt evangelie voor een honderd procent zondaar. Dat evangelie spreekt van de Christus in Zijn rijkdom en heerlijkheid. Hij is de geopende Fontein tegen de zonde en onreinigheid. Tot Hem vlucht men. Tot Hem komt men. Want Hij is van God geschonken tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en tot een volkomen verlossing. Door de genade des Geestes gelooft men in Hem. Die zielsbeleving doet roemen in de Heere alleen. Zeker Gods Woord geeft aan de verantwoordelijkheid van de mens en we willen daar niets vanaf doen. De verantwoordelijkheid van de mens moet in de prediking steeds gehonoreerd worden, maar de persoonlijke kennis van Wet en Evangelie, zonde en genade is het werk van Gods Geest. Nu zegt de Heere in Zijn Woord, dat jong en oud om die zaligmakende kennis mogen vragen. Dat er onder ons ook veel gebed zij om geestelijke predikers. Onze tijd heeft geen behoefte aan geestige, maar geestelijke predikers. Dienaars van het Woord. Die, gelijk het formulier het zegt, het Woord des Heeren, door de Schriften der Proleten en Apostelen geopenbaard, grondig en oprechtelijk aan het volk voordragen en het toeeigenen, zo in het gemeen, als m het bijzonder, tot nuttigheid der toehoorders, met onderwijzen, vermanen en vertroosten en bestraffen naar eens iegelijks behoefte, verkondigende de bekering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus”. Dat geve God uit genade.

Laat ons nu de morgensamenkomst sluiten met gebed en daarna zingen we Ps. 68 : 14.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Slotwoord van

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's