Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak tusschen Vader, Moeder en Kinderen.

Bekijk het origineel

Samenspraak tusschen Vader, Moeder en Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXVII

Jona 4 : 8: En het geschiedde als de zon oprees, dat God eenen stillen Oostenwind beschikte en de zon stak op het hoofd van Jona dat hij amechtig werd; en hij wenschte zijner ziel te mogen sterven, en zeide: Het is mij beter te sterven dan te leven.

Martha. De wonderen in Jona's geschiedenis schijnen tot aan het einde daarvan voort te duren. Maar 't blijft toch de oude korzelige Jona.
Vader. Wat bedoeld ge met die wonderen?
Martha. Ik lees hier van een stillen Oostenwind. U hebt ons meermalen opmerkzaam gemaakt op dat woordje: God beschikt. Zoo was 't immers met de visch, met den wonderboom, den worm, en zoo schijnt het hier te zijn met den stillen Oostenwind.
Vader. Het doet me genoegen dat ge dat onthouden hebt. Maar de gewoonte die ge veelal vertoont om met een sprong over 't eene heen te stappen en uit een versje een of ander woord of zin te nemen wat u het beste zint, dat is verkeerd. We moeten, zullen we ook dit versje in orde bespreken, het eerste niet overslaan.
Martha. Nu ja, dat de zon opging is toch heel gewoon. Die gaat elken morgen op.
Vader. En toch was dat voor Jona van bijzondere beteekenis. Tevens ook voor ons om de zin der woorden naar de meening des Geestes te vatten. Een gewoon verschijnsel kan voor ons een bijzondere beteekenis hebben, meer als voor een ander mensch. Of daar wij anders niet op letten zouden, dringt dan tot ons door. Was 't een gewoon verschijnsel dat de Profetenzonen afkwamen bij den heuvel Gods, 1 Sam. 10 : 10. Het had voor Saul een bijzondere beteekenis omdat Samuël de profeet hem van te voren dat als een teeken gesteld had. Of: Wat beteekent het voor ons als wij een haan hooren kraaien? Wij letten daar niet eens op. Maar voor Petrus had dit gewone verschijnsel een bijzondere waarde toen hij het woord van zijn Meester indachtig werd.
Maria. Welke beteekenis zou dan de opgaande zon voor Jona gehad hebben?
Vader. Wel die opgaande zon, die nu weer op zijn hoofd brandde, naarmate dat ze haar gloed en stralen van zich spreidde, herinnerde Jona aan het aangename lommer van den wonderboom, waar hij daags te voren met zooveel vermaak zich onder verlustigd had. Hij had den vorigen dag niet eens op die komende zon gelet, maar nu, nu is hem dat schepsel Gods tot een last, bijzonder als hij het ziet in het licht van die verdorde boom, die hem nu de minste schaduw niet meer verschaft.
Moeder. Daar leert een ziele ook wel iets van die door Gods Geest is aangeroerd dat gewone verschijnselen voor hem een bijzondere beteekenis verkrijgen. Ik heb 't wel gehad als ik slapen ging, dat ik vreesde het daglicht nooit meer te zullen aanschouwen. En o als ik dan de zon nog over mijn schuldig hoofd weer op zag rijzen, wat was dat dan wel een wonder. Ook had ik op die opgaande zon nooit vroeger zoo gelet.
Vader. Moeder is vanzelf al weer doende om uit het versje toestandjes af te leiden voor het geestelijk leven. Ik heb daar niets tegen, maar we gaan toch eerst nog even naar Jona. Want ge kunt wel voelen dat het zeer tegenstrijdig is blij te zijn de zon te zien opkomen en doodsbedroefd en amechtig deszelfs stralen te ontvangen.
Maria. Ik kan mij best Jona's toestand indenken. Hij krijgt medelijden met zich zelf. Ninevé vergaat niet - de schoone wonderboom is dood. Hij voelt zidh alsof alles maar zoo tegen loopt.
Martha. Ik durf er haast niet mee voor den dag te komen, anders had ik ook nog wel wat willen zeggen, doch ik vrees dat ik weer mis ben.
Vader. Dat is niet erg dat ge mis zijt. Dat zal dan de eerste en wellicht de laatste keer niet wezen.
Martha. Nu, ik dacht, terwijl Jona het reeds zoo moeilijk had, waarom beschikt de Heere nu die zon met haar gloed en stralen, vergezeld van een stillen Oostenwind, juist op dezen tijd? Het lijkt mij zoo toe dat de Heere Jona tot toorn prikkelde.
Vader. Dat is juist zooals ge zelf reeds vermoedde: geheel mis. Vooreerst, de Heere plaagt of bedroefd nooit van harte, d.i. uit lust tot plagen. Ten andere, de Heere wil juist door het verwekken van dezen zoelen wind, waardoor de zon meer kracht ontvangt om Jona te treffen, hem het genot van den vorigen herinneren om hem liefelijk en Vaderlijk te kunnen onderwijzen. Maar nu werd Jona bij vernieuwing boos. En al dat toornen is niet anders dan booze ranken uit zijn eigen verdorvenheid spruitende. Al wat de Heere aan ons doet, het zij dat Hij tegenheden of voorspoeden zendt, daarmede beoogt Hij wijze en heilige eindens, die tot heerlijkheid en tot heil van Zijn volk zijn bedoeld. Het ligt er dus maar aan welk gebruik of wij van de handelingen Gods met ons maken.
Moeder. Als ik 't wel gevat heb dan wrong de schoen bij Jona hier: De Heere had van hem weggenomen wat hij graag behouden wilde, waar hij al zijn zinnen op gezet had en.... dat valt niet mee voor onze natuur.
Vader. Dat is de geheele zaak. Neem het eens zoo dat het een bezoeking mocht gerekend worden (wat het inderdaad niet was), dan zou het de knecht des Heeren noch betaamd hebben om in die tegenspoed geduldig te zijn, zoowel als dankbaar in de voorspoed. Maar nu was hij gisteren hartstochtelijk blij en vandaag hartstochtelijk bedroefd en boos. Een betere gestalte ware het dan om te gelooven dat al het kwaad dat Hij ons in dit jammerdal toeschikt ons ten beste kan keeren. Hij kan toch zulks doen als een barmhartig God en wil zulks doen als een barmhartig Vader.
Moeder. Maar ik stel mij voor, dat Jona den zegen van den wonderboom - opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd - niet kon dragen, hij ging toen op in den boom. En de tegenspoed van de zonnestralen en den stillen Oostenwind kon hij evenmin dragen; hij werd toen bij vernieuwing toornig.
Vader. Dat is juist gevat. Een korzelig mensch kan niets hebben; bij de minste tegenspoed staat hij op tegen God en bij de voorspoed eindigt hij in het schepsel. Hierbij komt: hartstochtelijk blij te zijn met een schepsel, eindigt dikwijls in hartstochtelijk leed. Die zichzelf niet beheerschen kan in het eene, kan het veelal ook niet in het andere.
Moeder. Dat kon zeker nog wel meer uitgebreid gezegd worden?
Vader. Och ja. Maar we kunnen alles er niet bij halen. Een ieder kan zijn eigen toestand daarmee zoeken te vergelijken. Zooals Jona veel te blij was met den wonderboom, moest vanzelf het gemis daarvan hem bittere smart veroorzaken. Als de Heere ons een kind, een man, een vrouw of wat dan ook geeft en we gaan daar geheel in op alsof het ons deel en schat op aarde was en het behaagt den Heere zulke schepselen dan weer weg te nemen, o wat valt dat scheiden dan moeilijk. Een ziel is dan geneigd te zeggen met Micha, Richt. 18 : 24: Wat heb ik nu meer? Die knoopen en banden zitten zóó vast, dat het losscheuren haast ondragelijk is. Gelukkig is dat volk dat in het zwaarste harteleed mag uitroepen: De Heere is mijn deel, zegt mijne ziel, daarom zal ik op Hem hopen.
Moeder. Dat is een uitnemende zielsgestalte. En wat Jona hier miste bij het gezicht op een kalen wonderboom, namelijk dat de Heere niet Jona's goed, maar zijn eigen goed had weggenomen, dat mag een kind van God dan toch wel eens vertroosten: Het is 't Zijne dat Hij gaf en dus 't Zijne dat Hij terugnam.
Vader. We zullen hier nu afbreken en zoo de Heere wil een volgenden keer met enkele besprekingen dit versje sluiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1939

De Saambinder | 4 Pagina's

Samenspraak tusschen Vader, Moeder en Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1939

De Saambinder | 4 Pagina's