Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De noodzakelijkheid van de belijdenis (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De noodzakelijkheid van de belijdenis (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is voor de predikanten wel eens nuttig om onder ogen te krijgen wat ze hebben ondertekend, ook voor de aanstaande predikanten wat ze moeten ondertekenen en voor de gemeenteleden om te weten wat er ondertekend is. Het ondertekeningsformulier bevat:
a. Een verklaring van instemming met de drie Formulieren van Enigheid, n.l. dat alle artikelen en stukken hierin vervat in alles met Gods Woord overeenkomen. Door de ondertekening van de N.G.B., de Catechismus en de Dordtse Leerregels zijn deze geworden ,,tot een teecken van enicheyt in de rechtgevoelende leere". Bekend is ook de strijd, die ontstaan is na 1816, toen men de woorden van het formulier: dat alle de artikelen en stukken der leer . . . in alles met Gods Woord overeenkomen, veranderde in: de leer, welke overeenkomstig Gods heilig Woord is. Het woord „overeenkomstig" ging men toen interpreteren in: inzoverre, in geest en hoofdzaak. Maar de kerken der Scheiding zijn teruggekeerd naar de oude formulering van het ondertekeningsformulier, n.l. dat de artikelen niet in geest en hoofdzaak, maar in ALLES met Gods Woord overeenkomen.
b. Een belofte om deze leer, in de drie Formulieren van Enigheid vervat, voor te staan en de dwalingen, die er tegen strijden, te weren. Tevens ook een verplichting als er bij een predikant bezwaren rijzen tegen een gedeelte van de drie Formulieren, hiertegen niet te leren of te schrijven, hetzij openlijk of bedekt, maar dit aan de kerkeraad of aan een meerdere vergadering bekend te maken. Letterlijk staat er: aan de kerkeraad, de classis en synode te zullen openbaren. Na de synode is wel de vraag gerezen hoe deze zinsnede gelezen moet worden.
Moet een predikant die bezwaren heeft deze eerst aan de kerkeraad, daarna aan de classis en eindelijk aan de synode mededelen (conjunctim), of moet het aan de predikant zelf overgelaten worden waar hij zijn bezwaren wil te kennen geven (divisim)? Volgens de Zeeuwse afgevaardigden bedoelde de Synode het laatste. Omdat de predikant rechtstreeks onder het opzicht van de kerkeraad staat, zal hij eerst toch zijn bezwaren aan de kerkeraad meedelen, maar hij is ook vrij om beter en objektief beoordeeld te worden, zijn bezwaren te kennen te geven aan de classis of aan de synode.
c. Ook spreekt het ondertekeningsformulier er van dat de predikant zich moet onderwerpen aan het recht van onderzoek (het jus inquisitionis), „altijts in dezen het oordeel des classis ende des synodi onderwerpen". De kerk bezit het recht van onderzoek naar de leer. De gemeente des Heeren is een pilaar en vastigheid der waarheid. De kerk Gods is geroepen om de waarheid Gods te belijden, te verkondigen en te handhaven. De kerk moet een onderzoek instellen naar de rechte kennis en zuiverheid der leer bij hen, die zich aanbieden voor de bediening des Woords, maar zij is ook geroepen om nauwkeurig toe te zien op de leer en de wandel van de dienaren des Woords. De kerk doet dit door haar kerkelijke vergaderingen.
Geen enkel predikant heeft het recht zich daar aan te onttrekken. Daartoe heeft de ondertekening van het verbindingsformulier hem verplicht. Dit onderzoek kan plaats vinden wanneer een predikant zelf bedenkingen heeft tegen enig punt van de leer, of wanneer een klacht tegen hem ingebracht is; ook zegt het ondertekeningsformulier: „indien de kerkeraad, classis of synode te eniger tijd om gewichtige oorzaken van nadenken zou goedvinden, tot behoud van eenheid en zuiverheid der leer". De kerkelijke vergaderingen hebben dus het recht nader rekenschap te vragen over de leer der waarheid, maar, zegt het ondertekeningsformulier, dat er dan GEWICHTIGE ZAKEN VAN NADENKEN moeten zijn voordat de kerkelijke vergaderingen hiertoe mogen overgaan. Het is niet zo, dat rechtzinnige predikanten dit zo maar op lichtvaardige wijze aangedaan mag worden; alleen, wanneer er gewichtige oorzaken van nadenken, d.i. van vermoeden of achterdocht zijn. Er moeten rechtvaardige redenen van verdenking zijn, waarvan het oordeel bij de kerkelijke vergaderingen is. Ook heeft dan de kerkelijke vergadering het recht om een predikant op een kerkelijke vergadering te ontbieden voor een nader onderzoek. Maar dan niet weer zo, dat ieder lid zo maar een predikant op het matje kan roepen. De kerkelijke vergadering in haar geheel moet hierover beslissen. Bovendien moet dit gebeuren in de vorm en de toon van de eis van broederlijke liefde. De predikant is dan echter niet vrij al of niet aan het verzoek te voldoen, aangezien de kerk dit doet met autoriteit (gezag).
d. Weigert een predikant te voldoen aan de verplichting, die het ondertekeningsformulier stelt, dat hij zelfheeft ondertekend, dan treedt ipso facto suspensie in. Ipso facto betekent letterlijk: door dit feit zelf. Door de daad van weigering zal hij „gesuspendeerd", d.i. van de dienst afgehouden worden. Natuurlijk niet automatisch, maar eerst door een wettig besluit van een kerkelijke vergadering.
e. Ter verzekering van het recht van een predikant zegt het ondertekeningsformulier tenslotte, dat deze het recht van appèl heeft, d.i. het recht van beroep op een meerdere vergadering. Wanneer de kerkeraad of de classis de noodzakelijkheid van schorsing heeft uitgesproken, kan de geschorste zich beroepen op de Particuliere Synode. Aan de beslissing van deze Part. Synode heeft hij zich dan te houden, ook al zou hij zich dan nog weer beroepen op de Generale Synode.
De Dordtse Synode (1618-1619) had bij het formuleren van dit ondertekeningsformulier allereerst het oog op de remonstranten, wier zaak toen in geding was. Maar deze regel is toch van kracht gebleven voor de kerk van gereformeerd belijden en van presbyteriaal kerkrecht. Dit geldt ook voor onze Gereformeerde Gemeenten waar de Drie Formulieren van Enigheid als akkoord van kerkgemeenschap funktioneren. Zij hebben bindend gezag. Tevens werd in 1907 bij de samenvoeging van de Kruisgemeenten en de Ledeboeriaanse Gemeenten als akkoord van kerkregering aanvaard de Dordtse Kerkorde, behalve die artikelen die door verandering van de verhouding kerk en overheid zijn weggevallen, terwijl ook het gebruik van de Waalse (Franse) taal is opgehouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

De noodzakelijkheid van de belijdenis (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1987

De Saambinder | 8 Pagina's