Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heere dienen... en blij zijn?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heere dienen... en blij zijn?

“Gedenk aan je Schepper, in de dagen van je jeugd”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Annemiek is 16 jaar. Ze is net begonnen in Havo-5. Nieuwe klas. Examenjaar. Ze ziet er best tegen op. Weer wennen aan de klas en straks de toetsen voor het examen. Ze heeft er in de vierde al flink aan moeten trekken. Ze ziet het voor dit jaar al weer voor zich. Steeds uitrekenen welk cijfer ze moet halen om op een voldoende uitte komen... Was ze maar zo ais haar moeder. Toen ze gisteren thuis kwam uit school zei ze: "Zie je er tegen op Annemiek? Je moet maar proberen om 't uit handen te geven. Als je echt je best gedaan hebt, dan weet de Heere dat ook. Dan kun ie er soms blij mee zijn dat de Heere aües weet."

Wat moetje daar nou op zeggen? Zou dat zo zijn? Zou je als je de Heere dient wel echt blij kunnen zijn? Kun je dan nog wel genieten van het leven? Daar ben je toch jong voor?

Salomo

Het is net of de koning Salomo dat ook zegt. In Prediker 11:9 kun je het vinden. Daar staat-met mijn woorden gezegd - Verblijd je, jongen, meisje, in de dagen van je jeugd. Positief toch? Wie zou er niet blij willen zijn? De vraag is echter wat Salomo hier bedoeit. Als je Prediker 11:9 en 10 en Prediker 12:1 nauwkeurig leest, dan merk je dat er iemand aan het woord is die vanuit zijn levenservaring jonge mensen aanspreekt. De koning kijkt terug op zijn leven en dan zegt hij: ls een mens vele jaren leeft en zich verblijdt in alle dingen van dit tijdelijk leven, laat hem dan bedenken dat al wat gekomen is, ijdelheid is. En ijdelheid wil hier zeggen: eeg, zonder inhoud. Dat klinkt wel wat somber, vind je niet?

Ik denk dat Salomo niet blij is als hij terugkijkt op zijn leven. Hij was ongeveer 17 jaar toen de begeerte in zijn hart kwam om de Heere te dienen. In 1 Koningen 3 kun je lezen: En Salomo had de Heere lief wandelende in de inzettingen van zijn vader David. En als de HEERE in een droom aan de jonge Salomo verschijnt met de vraag: Begeer wat Ik u geven zal, dan is zijn antwoord: Geef dan Uw knecht een verstandig hart. Wat was dat een goed begin bij Salomo. Hij vraagt niet naar rijkdom en eer. Hij stelt niet de vraag: kun je dan nog wel genieten van het leven?

Salomo vraagt om een verstandig hart, om wijsheid. Wat een voorrecht als je de Heere nodig mag hebben als je jong bent. In je studie. In je toekomstplannen. Waarom is Salomo dan toch zo somber? Weetje, als hij terugkijkt op zijn jeugd, dan ziet hij veel zonden. En bij het ouder worden, is het al niet beter. Als hij terugkijkt, zegt hij: 't Is allemaal leeg. Het gaat voorbij. Ook als je als jongere wandelt in de wegen van je hart, dan is dat leeg als je de Heere niet kent. Salomo zegt eigenlijk: ik weet 'twel welke wegen jij wilt gaan. Ik weet wel

waarheen je ogen zich richten. Jongen, meisje dat kun je doen. Laat je hart zich vermaken in de dingen van je jeugd. De dingen die jouw hart vervullen. In vreugde en vrolijkheid. In de wereld, met haar begeerlijkheid. Maar weet: dat is de echte blijdschap niet.

Waar ben jij blij mee? ^

Wat denk je zou Salomo het verkeerd hebben? Is het bij jou niet zo dat je hart uitgaat naar de dingen van de wereld? Nee, Salomo wekt ons niet op om in wereldse zaken onze blijdschap te zoeken. Dat niet. Hij houdt ons wel een spiegel voor. Hij wijst op ons hart. Hij zegt: je hart kan zich daarin wel vermaken; maar weet dat God, om al deze dingen, u zal doen komen in het gericht.

Salomo heeft zijn eigen hart leren kennen. Hij weet dat ons hart boos en goddeloos is. De Bijbel zegt dat uit ons hart voortkomen boze bedenkingen, doodslag, overspel, dieverij, valse getuigenis, lastering. En als Salomo spreekt over onze ogen, dan zegt hij dat onze ogen gericht zijn op de ijdelheid van de wereld.

Mag ik eens vragen... waar zijn jouw ogen op gericht? Spelen jouw ogen een rol als je vrolijkheid en plezier zoekt. Zien je ogen dingen die tot verkeerde begeerten leiden? Welke boeken lees je? Hoe kijkje als jongen naar een meisje, en andersom?

En hoe is het met je oren? Wat komt er via de 'oorpoort' in je hart? Naar welke muziek luister je? En wat zeggen jouw woorden? Waar ben jij blij mee? Missch ien met verborgen zonden, waar niemand van weet? De blijdschap van de wereld is niet de

echte blijdschap. Ze is niet uit God. Ze komt van satan. Hij probeert ons hart te vervullen met een blijdschap die net echt is.

Misschien herken je dat wel. Je zegt na een feestje tegen je vriend of vriendin: " 't Was gaaf joh!" Maar in je hart...? Als je vrolijk bent, heb je de neiging om alles van het ieven te verwachten. Wat onderschat je dan de gevaren die je omringen. Satan doet alles om jonge mensen tot zonde te verleiden. Hij fluistert je toe: " Het is allemaal niet zo er g-Je bent nog jong. Je mag best wel genieten van je jeugd." Satan kent onze verborgen zonden en moedigt ze a an-Hij moedigt je aan om de beste tijd van je leven in de dienst van de wereld en de zonde te besteden. Hij moedigt jou misschien wel aan om bepaalde tijdschriften te lezen of sites te bezoeken, waarin dé zonde gepropageerd wordt. Of hij moedigt je aan om naar een bar of een disco te gaan. Of hij laat je rustig voortleven onder de prediking van Gods Woord, zonder dat je iets kent van de echte blijdschap van de dienst des Heeren.

Een leven zonder God is niet gaaf. Salomo waarschuwt ons: Weet dat. God, om ai deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. Dat zegt het Woord van God. De Heere zegfrhier: Jongen, meisje, er is een gedenkboek voor Mijn aangezicht. Gedenk toch aan je Schepper in de dagen van je jeugd.

Mag je helemaal niet blij zijn?

Mag je dan helemaal niet blij zijn? Is het dan positief als je als jongere in de put zit? Er zijn in onze tijd toch al zoveel jongeren die depressief zijn. Moetje daar dan naar verlangen. Nee! Het is zeker niet in strijd met Gods Woord om blij te zijn met de dingen die je krijgt. Je mag dankbaar zijn als je nog ouders hebt die voor je zorgen. Je mag er blij mee zijn als je goede cijfers mag hebben op school. Je mag dankbaar zijn als je gezond bent. Je mag er blij mee zijn als je je handicap mag accepteren. Je mag blij zijn datje in een land woont waar vrijheid is. waar je niet elke dag in gevaar bent, zoals de mensen in China of Irak. Je mag dankbaar zijn datje 's zondags naar de kerk kunt gaan. Maar geven al die voorrechten en zegeningen jou échte blijdschap? 't Kan zijn datje heel blij bent met iets moois. En toch gaat na enige tijd de glans er af. Weet je wie dat het beste weten? Dat zijn die mensen die de Heere mogen kennen. Vraag het maar eens aan een kind van God. Zo iemand heeft geleerd dat de echte blijdschap van de Heere komt.

Dienen van de Heere

De Heere zegt in Zijn Woord: Gedenk aan uw Schepper. De Heere is ook jouw Schepper. Hij gaf jou het leven. Hij formeerde jouw hart, opdat je Hem dienen zou.

Er is geen betere dienst dan de dienst van de Heere. Er zijn geen gelukkiger mensen dan zij die de Heere al jong

mogen dienen. Er is geen grotere blijdschap dan het dienen onder de banier van Koning Jezus. Dat is een vreugde die de wereld niet. kent. Dat is een blijdschap waarover in de Bijbel op vele plaatsen gesproken wordt. Een blijdschap die in meer dan vijftig psalmen bezongen wordt. Wat hebben velen van Gods kinderen door de eeuwen de blijdschap van het geloof mogen vertolken door het zingen van de psalmen.

Wie zal onder woorden brengen wat bet betekent om een heimwee naar de Heere te kennen? Wie zal vertolken wat er in het hart leeft van een schuldig zondaar die leert buigen voorde Heere. Zo is het ook met de blijdschap in de Heere. Als je mag horen van genade en vergeving. Als in de nood van je leven Christus wordt aangewezen als het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt (Johannes 1:29). Er is geen grotere blijdschap dan de ontmoeting met Hem. Hij zo rein en ik zo vuil. Het leidt tot stille verwondering.

De apostel Paulus kan het ook nauwelijks onder woorden brengen wat er in zijn hart leeft, als hij in Efeze 3:18 en 19 spreekt van de breedte, de lengte, de hoogte en de diepte van de liefde van Christus de kennis te boven gaat. Het is zijn uitzien dat de gelovigen in Efeze daarin mogen delen. Daarom bidt hij voor hen tot de Heere, Die machtig is meer dan overvloediglijk doen boven al wat wij bidden of denken (vers 20). te

Als je dat wondere werk van de Heilige Geest mag kennen, dan is er droefheid én blijdschap. De Heere zal immers naar Zijn belofte de Zijnen verheugen in Zijn bedehuis. Dan wordt het onder de prediking wel eens ervaren dat er blijdschap is, door je tranen heen. Dan mag je zingen:

Wat blijdschap smaakt mijn ziel, wanneer ik voor U kniel, In 'thuis dat Gij U hebt gesticht!

Het is goed om de Heere te dienen! Zou je daar geen zin in krijgen? Daarom: edenk aan je Schepper, in de dagen van je jeugd. Stel het niet uit. Zet het niet van je af. Zoek de Heere, terwiji Hij te vinden is. Je bent er nooit te jong voor en je kunt er nooit teveel tijd aan besteden. Want: ie Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden 8:17). (Spreuken

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 2003

Daniel | 48 Pagina's

Heere dienen... en blij zijn?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 2003

Daniel | 48 Pagina's