Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

B e r o e p e n: Te Enkhuizen L. Rijksen te Leiden, die bedankte voor Middelharnis — Te Rijssen R. Kok te Veenendaal — Te Tholen v. d. 2e maal H. Ligtenberg te Vlaardingen — Te Leerdam Chr. v. d. Woestijne, te Ridderkerk.
B e d a n k t: Voor Aagtekerke T. Dorresteyn te Opheusden.

Afscheid, bevestiging en intrede van Ds. Aangeenbrug
Afscheid van Leerdam.
Op Dinsdag 22 October jl. nam ds, Aangeenbrug afscheid van de Gemeente van Leerdam. Voor de laatste maal als eigen herder en leeraar optredend voor de Gemeente bepaalde Ds. Aangeenbrug zijn talrijk gehoor bij 1 Corinthe 2 ; 3—5: En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreeze, en in vele beving. En mijne rede, en mijne prediking was niet in beweeglijke woorden der menschelijke wijsheid, maar in betooning des Geestes en der kracht. Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der menschen, maar in de kracht God.
De saamvattende hoofdgedachte van dit tekstwoord omschreef de scheidende leeraar met deze woorden: Paulus herinnert de Corinthiërs hoe hij bij hen is geweest. Deze hoofdgedachte ontwikkelde hij verder door aan te wijzen, 1e dat hij bij hen is geweest in ootmoedige houding, 2e. met eenvoudige prediking, en 3e met heilige bedoeling. Paulus heeft als gezant Gods 1 1/2 jaar in de gemeente van Corinthe vertoefd en hij bekent, dat het was in zwakheid, in vrees en beving. Aan de hand hiervan schetste de leeraar de ootmoedige houding van Paulus in Corinthe.
Vervolgens bepaalde hij zijn gehoor bij Paulus' eenvoudige prediking, die niet was in beweeglijke woorden van menschelijke wijsheid. Paulus had nl. nog een andere school gehad. De Christusprediking is geen mooimaking, maar levendmaking, doorwondend, neerwerpend, schuldenaarmakend, uitlokkend, aanbiedend; in één woord: een prediking van vrije genade voor doemschuldige zondaren.
Zijn prediking was in betooning van Geest en van kracht. Een almachtige, krachtdadige werking van Gods Geest is er noodig. En zoo is de inhoud der prediking, die van den Heere Jezus Christus en de volkomen voldoening en verzoening door Hem alleen. En bij dit alles bedoelde de Apostel niet zijn eigen voordeel maar het geestelijk welzijn der gemeente en bovenal de eere Gods.
En hierbij vond Ds. Aangeenbrug gelegenheid om te herinneren aan zijn eigen verblijf in Leerdam. Van 18 December 1934 tot 23 November 1941 was hij er in de Christelijk Gereformeerde Kerk. Toen kwam het echter tot afscheiding en is hij 27 November 1941 zelfstandig opgetreden. Zondag 3 Mei trad hij voor het eerst op in het verband der Gereformeerde Gemeenten, terwijl hij op Woensdag 14 Febuari 1945 door Ds. G. H. Kersten bevestigd, op denzelfden dag zijn intrede er deed als eigen herder en leeraar tot hij nu op Dinsdag 22 October 1946 zijn afscheid predikt.
Aan het einde van den dienst werden de gebruikelijke toespraken gehouden tot Gemeente, Kerkeraad, Catechisanten enz.; Burgemeester en Wethouders, medelevende leden, Kerkeraad en belangstellenden uit Dordrecht.
Toegesproken werd de scheidende leeraar door Ouderling van Dijk, op wiens verzoek hem de zegenbede uit Psalm 121 : 4 werd toegezongen.

Bevestiging te Dordrecht
Op verzoek van Dordrechts nieuwen leeraar trad Woensdagmiddag 30 October j.l., met goedvinden van den consulent. Ds. Kersten van Rotterdam als bevestiger op.
Voor de tweede maal mocht hij in genoemde gemeente een leeraar tot diens dienstwerk inleiden. Bijna 11 jaren geleden toch in Sept. 1935 bevestigde hij Ds. J. D. Barth, zijn onvergetelijken vriend, onder wien de gemeente zeer gewassen is en die reeds vier jaren juicht voor Gods troon. Voor de tweede maal ook bevestigde hij Ds. Aangeenbrug, eerst na zijn opleiding daartoe te Rotterdam te hebben verkregen in het ambt van de bediening der Woords en der Sacramenten en thans te Dordrecht, naar welke gemeente hij is overgekomen, nadat hij voor vele beroepen had bedankt, zich niet laten leiden door het zoeken van groote gemeenten noch van voordeel, maar volgend den weg dien de Heere hem wees, met de roeping om Christus te prediken.
Van de prediking van Christus sprak Ds. Kersten tot tekst kiezend Hand. 9 : 20 „En hij predikte terstond Christus in de Synagogen, dat Hij de Zone Gods is". De bevestiger wees na der I op den aard, II op de plaats, III op den inhoud der prediking. De predikers zijn herauten, ambassadeurs des hemels, die in naam des Konings, Zijn boodschap openlijk hebben uit te roepen. Paulus, op den weg naar Damascus geroepen uit den dood tot het leven, predikte terstond Christus in de Synagogen. Inhoud zijner prediking was Christus, dat Hij de Zone Gods is en tot geen andere prediking zijn Gods knechten geroepen. Dienovereenkomstig hebben zij leven en dood, zegen en vloek der gemeente voor te stellen; af te snijden alles wat van den mensch is en den weg der zaligheid in Christus en in Hem alleen te ontsluiten tot troost van Gods volk en tot hun opbouwing in het allerheiligst geloof.
Na de predikatie werd het Formulier voorgelezen, waarop de nieuwe leeraar van Dordrecht met een plechtig; „Ja ik van ganscher harte" antwoordde. Met een korte toespraak, het staande zingen van Psalm 134 : 3 en gebed werd deze dienst beëindigd.

Intrede
Des avonds te 7 ure hield Ds. Aangeenbrug zijn intree-predikatie over Jes. 10: 16: „Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen en zij zullen Mijn stem hooren en het zal wezen één kudde en één Herder". In zijn voorafspraak wees hij op de groote beteekenis van deze ure. Niet alleen heeft de gemeente van Dordrecht haar met verlangen tegemoet gezien, maar voor hemzelf is deze dag een dag van groot gewicht. Geroepen als hij is in deze plaats Christus te prediken, door de wereld veracht, maar voor Zijn volk de deur der schapen.
Van den Goeden Herder en Diens schapen spreekt de tekst, dien Ds. Aangeenbrug gekozen heeft. Op Hem wees hij I in de herderlijke bezitting die Hij heeft; II in de verplichting, die Hij erkent; III in de verzekering, die Hij geeft; IV in de verbinding, die Hij werkt. De uitverkorenen zijn Christus tot een eigendom gegeven in het Verbond der Genade vóór de grondlegging der wereld. Van dat Verbond is Christus het Hoofd, gelijk Adam het was van het Verbond der Werken. Eenmaal sprekend over deze zelfde tekstwoorden is hem door de Chr. Ger. verweten dat hij ongereformeerd was, omdat hij Christus het Hoofd van het Genade-Verbond noemde. Evenwel is dit de leer van Gods getuigenis en al onze oude Theologen spreken zóó. Uit kracht daarvan kan Christus zeggen: Ik heb nog andere schapen, hoewel zij in hun bokken-aard nog wandelen. Zij zijn de bezitting van Hem. Wettig zijn zij door Hem verkregen door de gift des Vaders aan Hem en door de kooping met Zijn bloed. Zij zijn in Hem met God verzoend en den Vader voorgesteld als een reine maagd, zonder vlek of rimpel, als Zijn schapen. Daarom zijn zij niet het bezit van satan en wereld maar Zijn wettig eigendom. En Hij zal ze toebrengen. Zijn verplichting, waarmede Hij zich aan den Vader verbond is de toebrenging Zijner Schapen. Hij verwierf de zaligheid niet alleen, maar past die ook den Zijnen toe. Daartoe gebruikt Hij Zijn dienst knechten. Hij haalt hen uit den staat des verderfs; uit de kaken der hel en brengt ze terug in de gemeenschap Gods. Daartoe zal ook de prediking in Dordrecht dienen. Er zijn schapen die moeten worden toegebracht. Hoe? Langs wegen die wij niet geweten, noch gekend hebben. Steeds meer komt het in den weg van Gods volk uit, dat de Heere toebrengt naar Zijn souverein ontfermen; steeds verder geraken zij van de toebrenging af, maar verheerlijkt de Heere Zijn vrij genade-werk. Hoe ver leven soms de schapen van den Herder af; stooten zij elkander. En er is niets smartelijker voor Gods volk. Maar de Heere zal ze vergaderen en het zal zijn één kudde en één Herder. Een aanklacht tegen de verdeeldheid van Gods volk; tegen de scheuring van Gods kerk. Maar de Heere zal ze bijeen-brengen. Hij geeft ze één weg, en eenmaal zal alle verdeeldheid ophouden en het zal eeuwig zijn één kudde en één Herder.
Nadat gezongen is Ps. 97 : 7, houdt de bevestigde leeraar zijn toespraken. B. en W. hebben bericht, dat zij door bijzondere werkzaamheden verhinderd zijn tegenwoordig te zijn. De gemeente, in het bijzonder de jeugd wordt toegesproken; Gods volk opgewekt in den gebede de nooden te dragen voor Gods troon. Den bevestiger wordt hartelijk dank gezegd, alsook den consulent Ds. v. d. Woestijne, met wien Ds. Aangeenbrug gedurende geruimen tijd aangenaam in de classis mocht saamwerken. Ook de afgevaardigden worden met erkentelijkheid gedacht voor hun aanwezigheid en in het bijzonder de aanwezige leeraars en studenten. Ds. Barth, met wien de nieuwe leeraar in nauwe vriendschap geleefd heeft, wordt herdacht, alsook zijn weduwe.
Na de predikatie wordt de nieuwe leeraar toegesproken door Ds. v. d. Woestijne als Consulent, door Ds. Rijksen als oud-studievriend, door Ds. Bel, die te Dordrecht weleer woonde, door ouderling Sterk, namens den kerkeraad en de gemeente Dordrecht, die staande verzoekt te zingen Ps. 134 : 3.
Ds. Aangeenbrug dankt alle sprekers en besluit deze samenkomst.
Voor alle diensten was de belangstelling bijzonder groot.

Verslag van de vergadering der Classis Kampen gehouden op 17 October 1946 te Kampen

De vergadering wordt geopend door den Praeses Ds. W. C. Lamain, die laat zingen Psalm 99 : 1, leest Genesis 28 : 1-15 en vervolgens voorgaat in gebed.
Nadat hij de aanwezigen een hartelijk welkom toegeroepen heeft, deelt hij mede, dat hij de roeping van Grand-Rapids, na zwaren strijd, aan heeft moeten nemen. God heeft hem overwonnen en ingewonnen, om zich onvoorwaardelijk aan de leiding des Heeren te mogen overgeven. Met alle zwakheid en gebrek zijnerzijds heeft hij toch geen anderen grondslag gelegd als Jezus Christus en Dien gekruisigfd. Ook mag hij gelooven, dat de Heere zijn bediening in Nederland nog vruchtbaar gesteld heeft. Hij wenschte de aanwezigen toe, dat de broederlijke liefde mocht blijven. Met de woorden: „dat de Heere ook dezen dag ons Zijn zegen en bijstand niet onthouden mocht", verklaarde hij deze vergadering voor geopend.
Alle gemeenten zijn vertegenwoordigd.
Het moderamen wordt als volgt samengesteld: Ds W. C. Lamain Praeses, J. Vreugdenhil scriba, P. v. Woerden en D. Tuinier assessoren.
De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd en vastgesteld. Er waren geen ingekomen stukken te behandelen.
De Praeses deelt mede, dat de kerkvisitatie bij alle gemeenten heeft plaats gehad. Daarbij zijn geen bijzonderheden te vermelden.
Op een vraag betreffende het geheel in 't wit gekleed zijn van de bruid bij een kerkelijke huwelijksbevestiging wordt geadviseerd, dat de kerkeraden zullen toezien, dat de huwelijken in de kerk gesloten zullen worden in een eerbaar gewaad, zoodat geen ergenis verwekt wordt. Tevens wordt naar aanleiding van een vraag over het blootshoofds in de kerk komen door meisjes geadviseerd, dat de kerkeraden daar leerend en vermanend tegen op zullen treden. Genemuiden, Lemmer, Akkrum en Kampen ontvangen advies betreffende enkele tuchtzaken. In het verband met het a.s. vertrek van den Praeses teekent de Classis een acte van losmaking voor den Kerkeraad van Grand-Rapids en de Classis van Amerika. Tevens besluit de Classis Kampen de hulp in te roepen van de Classis Barneveld, om de leeraren te verzoeken de leiding op zich te nemen, zoo lang in de Classis Kampen geen leeraar is.
Als roepende kerk voor de volgende classis, welke gehouden zal worden D.V. de laatste Donderdag in Febr. 1947, wordt Akkrum aangewezen. Na verrekening der kosten sluit de Praeses deze vergadering met de volgende woorden; ,,De wetenschap, dat God mij vergezellen zal, geeft mij kracht en troost om alles te verlaten. In de ruim drie jaren, dat ik hier werkzaam ben geweest, zijn we altijd in liefde en eensgezindheid bij elkander geweest. Bij dezen zeg ik U allen hartelijk dank voor al de liefde, die ik ondervonden heb. Dat de Heere bij U mag blijven, dat de gemeenten gezegend en gebouwd mogen worden. God zij U samen genadig, ook in de ambtelijke bediening en schenke U Zijn zegen. Hij gedenke ook Zijn kerk in het vaderland en verwekke nog vele leeraars".
Broeder Frankema uit de Lemmer verzoekt de classis den scheidenden leeraar toe te zingen Psalm 121 : 4. Broeder van Dijk uit Kampen spreekt namens de classis den vertrekkenden leeraar toe met deze woorden: ,,Ook ons doet het leed, dat U vertrekt. Ook wij betuigen U onzen hartelijken dank voor al den arbeid, die U bij ons hebt verricht. Wij wenschen U, met Uw gezin, den zegen des Heeren toe voor tijd en eeuwigheid."
Hierop eindigt broeder van der Vegt uit Genemuiden met dankzegging.

GIFTEN

Theol. School
Collecte Haamstede ............... f 100.80
Te Zeist een pak schoonmaakart  .... 2,50
N.N, Duivendijke ............... 5, —
Te zamen f 108,30

Tehuis
N.N. Duivendijke .............. f 2.50
Inwendige Zending
N.N. Duivendijke .............. f 2.50
Uitwendige Zending
N.N. Duivendijke .............. f 2.50
Stille armen
N.N. Duivendijke ............... f 2.50
Voor arm kind Gods ............ f 25.—
Namens allen, die verblijd zijn met deze gaven hartelijk dank.
Giro 63697
Ds. KERSTEN


Ds. A. VISSER, SCHERPENISSE
met ingang van heden telefonisch aangesloten onder No. 4

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946

De Saambinder | 4 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946

De Saambinder | 4 Pagina's