31 OKTOBER 1956
Waar is de naglans van het felle lichten, toen zwarte nacht verging in helle gloed, de duisternis voor 't klare licht moest zwichten, nieuw leven sproot uit donker spoor van bloed? —
Al slingerde de vijand helse schichten, hij mocht niet breken vastberaden moed, want door cle gang van vlammende gerichten ging 't weerloos lam zijn Herder tegemoet. —
Nu zwalkt cle kudde stug in duistre streken, waar zwakke zon het schamel groen beschijnt .... cle glans van 't fijne gouel is weggeweken,
en tweedracht scherp als diepe wonden schrijnt. Waar blijft cle monnik, clie de ban moet breken, eer cdles in een suffe slaap verkwijnt?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1956
Daniel | 8 Pagina's