Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Besprekingen van de Heilige Oorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Besprekingen van de Heilige Oorlog

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

58

Maar toen de vijanden de man met zijn krukken aan zagen komen, werden zij nog te meer verslagen. Wat geest zo dachten zij, regeert de lieden van Mensziel, dat zij tegen ons op krukken willen vechten?

Inderdaad, daar zit een geheim in en dat kan de vijand hoe slim en sluw hij ook is, niet bevroeden. Want zijn naam Ervaring geeft beleving te kennen. De eerste verlossing van Mensziel waardoor de stad gesteld werd onder de heerschappij van Immanuël was door deze man beleefd, aan de vergetelheid ontrukt. Het zijn zaken die ’t innerlijke leven raken. Zaken waardoor het hart aan de Heere en Zijn dienst is verbonden.

Door de zorge des Heeren over hem is deze man aan de verwondingen die Diabolus hem bij de laatste ontmoeting met een helse bedoeling had toegebracht, niet bezweken.

Trouwens, dat kon ook niet, want de wonderlijke en heerlijke ervaring van Gods reddende liefde in Christus is onsterfelijk. Die ervaring blijft leven en houdt niet op te spreken van de Heere en Zijn grote daden. Dat kan de vijand met zijn listen en lagen niet dood krijgen, daar zorgt de Heere voor.

Maar dat wil niet zeggen dat kapitein Ervaring het met zijn ervaring kan stellen, alsof hij de vijand daarmee op de vlucht zou kunnen drijven. Wel dat hij vanwege de verwondingen hem toegebracht, zich met des te meer vaardigheid en liefde tot Immanuël begeert te wreken. Naar de begeerte van zijn hart zou hij die helse doodsvijanden wel tot de laatste man toe willen verslaan.

Mozes nam wijze en verstandige mannen met ervaring om de strijd te strijden tegen de vijanden die het ingaan in het beloofde land zochten te verhinderen. Het deed niet ter zake al ging kapitein Ervaring op krukken, hij wist het strijdende volk de nodige aanwijzingen te verstrekken en moed in te spreken.

Diabolus merkte al ras dat de kapiteins uitgekomen waren en dat zij kloekmoedig zijn volk omsingelden. Waarom hij dan ook vreesde dat hij voor het tegenwoordige niets te wachten had dan slagen en de houwen van hun tweesnijdend zwaard. Zodat hij al sidderende voor de ondergang die hem aangrijnsde had te strijden. Want van een onvoorwaardelijke overgave is bij het leger van Diabolus geen sprake, daar voor dit rampzalig geslacht geen genade is.

Het leger van Vorst Immanuël streed met de heilige denkkracht en wilskracht van het geloof door de dierbare werkingen van de Heilige Geest. Het ging dan ook om de allerheerlijkste zaak, om de komst van Vorst Immanuël in de stad. Daar waar Hij Zijn voetstap zet druipt het al van vet, doet Hij het al ten zegen dijen.

Toen commandeerde de heer Secretaris dat de slingers van het kasteel ter hand genomen zouden worden. Zijn volk kon op een haar mikken met de stenen en dreef de Diabolisten op de vlucht.

Door strijdbare helden werd het vluchtende leger achtervolgd, opdat het des te verder van Mensziel verdreven zou worden tot vreugde van Vorst Immanuël en tot veiligheid van de stad.

Dwars door al het krijgsrumoer heen werd de blijde mare vernomen dat Vorst Immanuël in aantocht was. En dat vervulde aller hart met steeds meer moed en dapperheid. Het geruis van Zijn voetstappen werd vanuit de verte al gehoord. Na deze slag kwamen alle dingen weder in orde. De kapiteins en oudsten van Mensziel kwamen gezamenlijk Immanuël verwelkomen. Met al de blijken en bewijzen van liefde die gegeven konden worden, werd Immanuël begroet, daar Hij weder tot Zijn stad en tot Zijn volk gekomen was.

Vriendelijk lachte Hij Zijn volk toe en zeide: „Vrede zij u.” En zo was ineens alles anders door Zijn komst. Hij kwam met de liefde van Zijn Vader en de vertroostingen van Zijn Geest tot de stad.

Daarop werden al de poorten opengezet, want al de genegenheden van het hart strekten zich naar Hem uit. Ook de poorten van het kasteel en de oudsten hadden zich daar geplaatst om Hem hartelijk te begroeten.

Toen Hij nu de poorten naderde, zeide Hij: „Heft uw hoofden op, gij poorten en verheft u gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga.” En anderen zeiden: „Wie is de Koning der ere?” en antwoordden zichzelf: „De Heere, sterk en geweldig, de Heere geweldig in de strijd. Heft uw hoofden op gij poorten, ja verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga.” Die van Mensziel gaven ook opdracht, dat Zijne Majesteit de ganse weg langs, van de poort tot het kasteel met gezang verwelkomd zou worden door degenen die in de stad ’t meest in de muziek ervaren waren. Maar bij het rijden van Immanuël in de stad tot Hij kwam aan de poorten van het kasteel, zonden de oudsten en de andere inwoners van de stad elkander antwoorden met gezangen en geklank der trompetten, zeggende: „Zij hebben Uw gangen gezien, o God, de gangen mijns Gods, mijns Konings in het heiligdom. De zangers gingen voor, de speellieden achter, in het midden de trommelende maagden.”

Daarna kwam het volk zo geringen als aanzienlijken van de stad Mensziel tot Immanuël in ’t kasteel. En daar rees een groot geschrei, geween en rouwklage op, want nu gedachten zij aan hun zonden en menigvuldige overtredingen, waarmede zij Immanuël de stad hadden uitgedreven.

Toen ze Hem zagen bogen zij zich zevenmaal ter aarde en weenden met een groot geween. Waarop zij tot Hem naderden en verzochten de Vorst vergeving en baden Hem dat Hij toch zou wederkomen gelijk als van ouds om Zijn liefde tot Mensziel te bevestigen.

Tot verwondering van de stad kwam Immanuël Zijn mond te openen en Hij zeide: „Weent niet, maar gaat uws weegs, eet het vette en drinkt het zoete en zendt delen aan uw broederen. Want de blijdschap des Heeren is uw sterkte. Ik ben tot Mensziel wedergekeerd in ontferming en Mijn naam zal daardoor verhoogd en verheerlijkt worden.”

In deze vreugde werden de ingezetenen door Hem gekust en gedrukt aan Zijn hart. Groot was de blijdschap van de stad. Immanuël heeft haar lief als geschenk van de Vader en als een werk van de Heilige Geest. En zo is Zijn blijdschap de sterkte van het hart.

Nijkerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1974

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Besprekingen van de Heilige Oorlog

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1974

Bewaar het pand | 4 Pagina's