Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VREEDZAMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VREEDZAMEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

Mattheüs 5 : 9: alig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

„Och, of gij ook bekendet, ook nog in deze uwe dag, hetgeen tot uw vrede dient." Met deze lokkende nodiging van de Gezondene des Vaders eindigden we de vorige week. Daar zullen wij nu dus mee beginnen. Als dit vredesaanbod van de Koning der koningen u toen niet heeft ontroerd, wie weet, mag het nu misschien op uw ziel gebonden worden. Het zou toch zo ontzettend zijn, als de Vredevorst ook van u, als van Jeruzalem weleer, zou moeten zeggen: „Doch nu is het verborgen van uwe ogen." Zult gij u van die Vreedzame, van die Vredestichter blijven afwenden in hardnekkige onbekeerlijkheid? — Ach, wat wij u bidden mogen, doe dat toch niet. Val de Heere te voet en vraag Hem om een ander hart!

Misschien echter heeft het: „Och, of gij ook bekendet ook nog in deze uwe dag, hetgeen tot uw vrede dient!" u de vorige week wel aangegrepen. Misschien is het uw vurig verlangen door hartveranderende genade een vreedzame, een vredemaker te mogen worden. En gij vraagt, niet uit nieuwsgierigheid, maar in heilbegerigheid: „hoe kom ik daartoe? hoe is de gesteltenis van zulk een?

Ontdekt aan uzelf, aan uw verloren staat en toestand, die gij te zien hebt gekregen in Gods heilige Wet, bemerkt gij, dat gij voor God niet kunt bestaan. Waar gij zo rijk mee waart, en waardoor ge zulk een valse vrede hadt, wordt u ontnomen. Gij hebt geen vrede meer. Ja, gij bemerkt met schrik, dat gij eigenlijk nooit vrede hebt gehad, dat gij met al uw deugd en godsdienst toch waart: onder God in de wereld, en zonder Christus, de enige Vredevorst. Een grote onrust maakte zich meester van uw hart. Nu ziet gij er iets van, wat er in het Paradijs is geschied. Dat is niet langer voor u een verhaal over dingen uit het grijs verleden, een verhaal, dat u eigenlijk niet raakt, een verhaal over twee mensen, Adam en Eva, die ge niet kent, nooit hebt ontmoet, die u dus maar "weinig interesseren. Zo is het van nature met ons, ondanks al ons beweren: ij moeten terug naar het Paradijs. In de weg der ontdekking wordt dit anders. Neen, nu is Genesis 3 niet meer een interesant verhaal over het ontstaan van het kwaad, waarvan wij niet gevoelen, dat het ons aangaat. Nu leren wij het lezen onder de leiding van de Goddelijke Leermeester, de Heilige Geest. En onder die leiding krijgt ge met schrik en ontzetting te zien: a, met het verhaal van Genesis 3 heb ik wel wat te maken. Daar wordt mij gezegd, wie mijn eerste vader en moeder waren, zij waren verbondsbrekers, zij hebben de vrede met God opgezegd, zij hebben de hoge God de oorlog verklaard. Ja, met het verhaal van Genesis 3 heb ik alles te maken. Daar wordt ook mijn geschiedenis verteld: dam en Eva zijn mijn eerste voorouders. Zij hebben hun gerechtigheid en heiligheid verloren, zij zijn melaats geworden van de hoofdschedel af tot aan de voetzool toe. O, en ik, ik ben hun kind. O, nu zie ik er iets van: n welke allen gezondigd hebben, ook ik. Wie kan een reine geven uit een onreine? Niet een. Nu moet ge met David meeklagen: Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen" (Ps. 51 : 7).

Hoe zoudt gij in zulk een toestand van geheel verloren te liggen, onder het recht Gods, vrede kunnen hebben? Vroeger was het in zelfbedrog: Vrede, Vrede! — Maar nu leert gij verstaan en beamen, wat de Heere er aan toevoegt: „Doch, daar is geen vrede!"

Dan is het tijd, om te werken voor die God, Die een afgesneden zaak doet op de aarde. Neen, Hij laat zulk een ziel door Zijn Geest ontdekt, en door Zijn Wet een schuldenaar in eigen oog, niet in zijn ellende omkomen.

Hij heeft ons niet alleen Zijn heilige Wet gegeven, maar ook Zijn heilig Evangelie. En het Evangelie spreekt ons van de Silo, de Rustaanbrenger, van Immanuël, God met ons, van de Vredevorst, van Hem, Die zo uitlokkend, zo nodigend spreekt: „Mijn vrede geef Ik u, Mijn vrede laat Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u." - — O, als we daaraan ontdekt worden, wat is dat een wondere openbaring! Dan komt de Heilige Geest om de Christus te verheerlijken voor u zo gans persoonlijk, om, wat gij nodig hebt, uit Zijn volheid te nemen en het u te verkondigen. Uit Zijn volheid neemt de Geest: de vergeving van zonden, de gerechtigheid en het leven, maar ook de vrede, om het alles u te verkondigen. Dat is een verkondiging niet alleen van een verre, hoge preekstoel, neen, zo is het een verkondiging zo van nabij, in het diepst van uw ziel. Het is een verkondiging van zulke dierbare zaken, zaken, die ge zo mist en die ge toch niet meer missen kunt.

Gij luistert met een biddend hart, met een heilbegerige ziel. Alles aan u en alles in u is er in betrokken, uw verstand, uw wil, uw genegenheden, uw hart en uw nieren. En het is: „o, Heere, geef mij die vrede, die vrede met U, die ik niet meer missen kan, geef mij die Vredevorst, geef mij Uzelf, als de God des vredes." — En, al biddend en zuchtend, gevoerd met smeking en geween, wordt de verkondiging van de Geest zo krachtig, dat zij een herscheppende kracht krijgt. Er wordt in Sion geboren een nieuw schepsel, het oude is voorbij gegaan, het is alles nieuw geworden, in de weg van wedergeboorte en geloof. En in uw ziel is neergedaald vrede door het bloed des kruises, vrede met God, vrede in uw hart en in uw huis, vrede met uw lot, vrede zelfs met de dieren des velds.

Ja, in zulke heilige ogenblikken is het alles vrede, die vrede, die alle verstand te boven gaat, die vrede, die uw harten en uw zinnen zal bewaren in Christus Jezus (Filipp. 4:7).

De wapenen zijn neergelegd. De handen zijn opgeheven, ten teken van overgave. De opstandeling is een smekeling geworden. Het vredesverdrag is een eenzijdig verdrag, door God alleen opgesteld, want gij hebt niets meer te eisen. Op genade of ongenade hebt gij u overgegeven. En dus van uw zijde geen vredesvoorwaarden, maar enkel verlangen naar vrede. En dat vredesverdrag is niet alleen opgesteld, maar ook ondertekend met het bloed des kruises. Het heeft de Vrede

vorst gebracht in de zwaarste strijd, die ooit is gestreden. Het heeft de Vredevorst Zijn bloed. Zijn leven gekost. Vrede tot zulk een prijs! Vrede na zo'n lange oorlog van de wieg af. Vrede na zulk een diepe weg van ontdekking en strijd. — Wat is d«t groot. Dat is een eeuwig wonder.

Degenen, met wie het zo gaat, dat zijn de vreedzamen, die in onze zaligspreking worden genoemd en bedoeld. Het zijn dus degenen, die begeren vrede te maken met de hoge God, voor het eerst en na elke nieuwe opstand. Vrede met God, dat is het, wat een bewogen, verslagen mensenhart brengt tot rust, tot een diepe, zoete rust. Vrede met God, dat is de grondslag voor echte vrede ook onder de mensen. De Heere Jezus bouwt Zijn Kerk als een waar Vredespaleis, gegrondvest op het recht Gods, overstraald door Gods genade. O, wat staat de Zonne der gerechtigheid hoog boven dat Vredespaleis. Het heeft geen kunstlicht van node, dat komt van schitterende kronen, want het Licht der wereld, Jezus Christus, de Zonne der gerechtigheid, zendt altijd licht uit.

Er komen wel dikwijls zeer donkere wolken, maar „achter de wolken schijnt toch de zon". Dit Vredespaleis heeft geen centrale verwarming van node, want de Zonne der gerechtigheid is ook de warmtebron. Weldadig is het van die koesterende warmte te genieten. Daar hebt ge zelf veel genot van. Dat zal door u heen ook in uw huisgezin, in uw familie, in uw vriendenkring, in uw gemeente, warmte verspreiden. En door de groeikracht, die de Zonne der gerechtigheid opwekt, gaat in het Vredespaleis, de Kerk des Heeren, in vervulling de belofte: Wie in het huis des Heeren geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods. In de grijze ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn, om te verkondigen, dat de Heere recht is. Hij is mijn rotssteen, en in Hem is geen onrecht" (Ps. 92 : 14.— 16).

De vreedzamen wonen in het ware Vredespaleis, de Kerke Gods, en allerlei beelden zijn nodig, om ons te zeggen, dat het daar goed is. Zijt gij reeds binnengegaan in dat Vredespaleis? Hebt gij wel eens genoten van de schoonheid en heerlijkheid van dat Vredespaleis? Dan wordt het ondervonden: Zalig zijn de vreedzamen, de vredemakers met God.

Maar deze vreedzamen, deze vredemakers met God, door en in de Vredevorst, Christus Jezus, zullen toch in beginsel ook zijn vredemakers onder de ménsen. Als gij telkens de vrede verstoort, onrust verwekt, en daar geen berouw over hebt, geen strijd tegen voert, dan moogt gij wel eens met ernst denken aan de naam, die Christus in de 7de zaligspreking geeft aan de Zijnen. Het is immers de naam: „de vreedzamen, de vredemakers". Leer uzelf toetsen aan deze naam. Het is wel geen gemakkelijke toetssteen. Maar de grote Profeet en Leraar Zelf noemt hem en dus hebben wij hem ook biddend te gebruiken.

Vreedzamen te zijn, gij, die de Heere moogt vrezen, gij, die leeft onder de genadescepter van de Vredevorst, dat is voor u een onafwijsbare levenseis. Onder de werken des vleses worden immers genoemd: enijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht. Maar de vrucht des Geestes is: iefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid (Gal. 5 : 19— 22).

Ach, wat vergeten wij in de omgang met onze medemensen, in de practijk van het leven, in ons gezin, op de plaats, waar wij arbeiden, en zelfs in de kringen van degenen, die de Heere vrezen, dat wij met de Heidelberger Catechismus (Z. 24, vr. 64) belijden: „Maar maakt deze leer (van vrije genade namelijk) geen zorgeloze en goddeloze mensen? Neen zij; want het is onmogelijk, dat, zo wie Christus door een oprecht geloof ingeplant is, niet zoude voortbrengen vruchten der dankbaarheid."

Wat klaagt die naam vreedzamen, vredemakers, ook Gods kinderen aan! Wat komt er van terécht, thuis in het gezin, waartoe gij behoort? In uw familie? Op uw werk? In uw verenigingen? Zelfs in de kerkelijke bijeenkomsten en vergaderingen?

O, dat u dit, met smart vervuld, op de knieën brenge, om te vragen: „Heere, geef mij de Geest Uws Zoons, Die de Vredevorst is, leer mij in Hem te geloven, onder Zijn banier te strijden, in Zijn kracht vrede te houden en te maken, maak mij door de vernieuwing van mijn hart een van de vreedzamen."

Dat is toch uw begeerte geworden, gij, die in waarheid een christen genaamd moogt worden? Bij zulk een zal toch een beginsel zijn ook van die lust om vrede te houden en te maken, om vreedzaam te zijn. om niet zo op uw recht te staan, om de minste te willen zijn, om schuld te belijden, om de hand der verzoening te reiken.

Van dezulken zegt Christus, de Vredevorst: „Zalig zijn de vreedzamen." < — Zalig? — en het is alles ook in dit opzicht zo ten dele, zo droevig zwak. Zalig? —' En het pogen om vrede te maken, om de mensen op het ene nodige, op de vrede met God te wijzen, en ook op de vrede onder elkander, veroorzaakt telkens zo veel strijd'.

Zalig? — En juist de vreedzamen zijn hun leven lang gewikkeld in de heilige oorlog. En de Heere Jezus Zelf zegt: Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om de mens tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen de moeder, en de schoondochter tegen haar schoonmoeder. En zij zullen der mensen vijanden worden, die zijn huisgenoten zijn" (Matth. 10:34—36).

Ja, het is alles waar, al schijnt het tegenstrijdig te zijn. En toch! de Vredevorst zegt het, Hij zegge het ook tot u persoonlijk: „Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genaamd worden." Over dit genadewonder echter de volgende maal, zo de Heere wil.

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 oktober 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE VREEDZAMEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 oktober 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's