Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Biddag voor gewas en arbeid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Biddag voor gewas en arbeid

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„En hij nam de mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water en zeide: aar is de HEERE, de God van Elia? Ja Dezelve." (2 Koningen 2 : 14a)

In tal van gemeenten is men in deze week samen gekomen om te bidden. De Heere te bidden om Zijn zegen over het werk van onze handen. De Heere te bidden dat Hij het gewas wil doen groeien, opdat we voedsel ontvangen. We zijn toch in alles diep en steil van Hem afhankelijk. Al menen wij dan dat dat niet zo is, het blijkt keer op keer. Ook in onze eigen samenleving zijn er omstandigheden die ons op z'n minst aan het denken moesten zetten. Vee-en varkenshouders kunnen er in deze tijd van meepraten. Daarom is het goed dat de gemeente samenkomt. Die afhankelijkheid erkent en belijdt. Wederkeer tot de Heere, de grote Schepper aller dingen, is dringend nodig en geboden.

Dat geldt ook ten aanzien van de kerk en de kerkelijke situatie. De stand van zaken is bepaald niet florissant te noemen. We mogen de Heere wel vurig bidden om geestelijk leven. Het gebed mag opgaan of Hij in deze tijd van neergang een geestelijk ontwaken wil schenken. Dat de kerk zal herleven. Want daar zal land en volk wel bij varen. Zo mogen we de nood van de wereld, de nood van kerk en christenheid, hier en wereldwijd, voor Zijn troon neerleggen. Onze smekingen uit zeggen voor Zijn aangezicht. Om de Heere, naar Zijn eigen Woord, geen rust te gunnen. Dat daarin dan iets mocht zijn van dat: zij liepen als een stroom Hem aan. Dan is er ook dat vervolg: Hij liet hen nimmer schaamrood staan. Ook niet aan het eind van een zeer bewogen 20e eeuw.

In het spoor van de meester

We overdenken een gebedsroep van een profeet: Elisa. Deze woorden markeren een overgang. De ene profeet gaat, de andere komt. Elia, de drager van het Woord van God, is niet meer. Opgenomen in heerlijkheid. Thuisgehaald op Gods tijd en wijze. Hij heeft de dood niet gezien. God had hem niet opgenomen, toen Elia zei: Heere neem me maar weg, ik ben niet beter dan mijn vaderen. Wél, toen hij Gods raad had uitgediend. Toen was daar een vurige wagen met vurige paarden. Zó voer Elia met een onweer ten hemel. Elia en Elisa hadden samen de laatste tocht ondernomen. Elia had veel voor Elisa betekend. Vóór Elia heengaat, vraagt hij aan Elisa: Begeer wat ik u doen 1 zal, eer ik bij u weggenomen word. Elisa heeft maar één vurige wens: Dat er twee de-. len van uw geest op mij mogen zijn. Het is ] zijn gebed om als eerstgeboren zoon van zijn geestelijke vader een dubbel erfdeel te mogen ontvangen. Dat was een harde zaak, { naar Elia's getuigenis. Het stond aan hem niet te geven. Dat kon de Heere alleen. En ^ Hij heeft het gedaan. Indien gij mij zult zien, als ik van bij u weggenomen wordt, het zal alzo geschieden; doch zo niet, het zal niet geschieden.

Elisa ziet het voor zijn ogen gebeuren dat 1 Elia ten hemel vaart. En als hij dan in grote smart uitroept: Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiters, dan hgt daar de mantel van Eha, die van hem was afgevallen. Nu wist hij dat zijn bede was verhoord. Hij nam die mantel en als hij aan de Jordaan komt, slaat hij - net als Elia - met de mantel de rivier en roept het uit: Waar is de Heere, de God van Elia? Waarom doet hij dat, roept hij dat? Hij voelt de last, om zonder zijn steun en toeverlaat verder te moeten. Hij heeft sterke behoefte aan de hulp en bijstand van God, Die Zich in het leven van Elia en in de dagen van Elia niet onbetuigd had gelaten. Eha was bij uitstek een profeet in duistere dagen. Dagen waarin de Naam des Heeren door Baal en Astarte en door heel de vleselijke en zinnelijke afgodendienst werd gehoond en gelasterd. Toen Israël dreigde onder te gaan, heeft de Heere Eha geroepen. Hij heeft tegen de dienst van de afgoden in de Naam en het Woord van de Heere opgeheven. En voor die Naam en dat Woord Israël weer opgeëist. Nauw was Elia aan de Heere en aan Zijn dienst verbonden. Behalve Mozes en Samuel was er geen profeet door wie de Heere zoveel tekenen van kracht en majesteit openbaarde. Geen wonder dat Elisa de Heere de God van Elia noemt. Dat hij naar Hem vraagt nu hij hem moet opvolgen. Hij voelt de sterke behoefte, dat de Heere Zich ook zo aan hem bekend zou maken, hem zou leiden, voor hem zou zorgen.

Gods zorg

Hoe had de Heere de gebeden van Elia verhoord. Elia toch was de man die een gebed bad dat het niet zou regenen. En het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. Hoe hoorde de God van Eha het gebed van Eha op de Karmel. De plaats waar het geding werd beslecht, waar Baal in zijn nietigheid ten toon werd gesteld. Hoe stort Elia voor het aangezicht van de Heere zijn gebed uit. Zes keer achter elkaar had zijn knecht hem een teleurstellende boodschap gebracht, dat er niets te zien was. De man Gods liet zich er niet door ontmoedigen. Hij steunde vast op Gods beloften en hij is niet beschaamd uitgekomen. De zevende keer kwam de knecht terug met het bericht dat er een kleine wolk als eens mans hand opging van de zee. De verhoring op het gebed. Geen wonder dan ook dat Jakobus schrijft: En hij bad weer een gebed en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort. Tot de God van Elia nam EHsa de toevlucht.

Hoe had vervolgens de Heere voor Zijn knecht gezorgd. Hij had in al de behoeften van Elia voorzien. De Heere zond hem naar de beek Krith, toen er hongersnood kwam. Daar werd hij op een wonderlijke manier door de raven onderhouden. En niet alleen hier, ook bij de weduwe van Zarfath. En ook onder de jeneverboom, toen de profeet moedeloos neerzat. Zo onderhield de Heere Zijn profeet. Eerst door de vogels, dan door een weduwe, de derde keer door een engel. Nee, de Heere vergeet Zijn kinderen en knechten niet. Hem staan duizend en één wegen ter beschikking. Hoe was de Heere voor Eha ook Gids en Leidsman geweest op al zijn wegen. Eha had een moeilijk en zwaar werk te volbrengen. Of dat nu was voor koning Achab of op de berg Karmel. Maar de Heere is steeds met hem geweest. Gaf hem moed en kracht. Juist in tijden van moedeloosheid. Toen Izebel hem dreigde met de dood, uitgeput door inspanning, geestelijk gebroken: Sta op en eet, want de weg zou voor u teveel zijn. De Heere weet wat van Zijn maaksel is te verwachten. Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten. Tot de God van Eha nam Elisa de toevlucht.

En wanneer de God van Elia uw God is, wil Hij die sterkende kracht nóg schenken, wil Hij uw Gids en Leidsman zijn. Daar is wel een wonder van genade voor nodig. Dat is uit ons niet. Dat is ook niet uit kracht van geboorte. Dat is enkel uit God, uit kracht van Zijn ontferming. Kennen we dat leven, omdat we Hem kennen, er zal zijn de diepe verwondering. Ook nu. We vragen ons af hoe het zal gaan. Er kunnen zaken voor ons opdoemen, die voor ons niet te overzien zijn. Waarvoor onze kracht niet toereikend is. Wij maken ons over heel veel dingen bezorgd. De God van Eha leeft nog! Die God, tot Wie we bidden in de Naam van Zijn Zoon. Op Wie we ons hebben te verlaten, door het geloof. Op Hem, Die Zijn hand ontsluit en verzadigd al wat leeft. Op Hem, Die alle dingen leidt. Die de aarde vruchtbaar moet maken, regen en zonneschijn moet schenken. Tot Hem is het gebed opdat Hij zou schenken loof en gras, spijze en drank, gezondheid en kracht. Gelukkig als ons vragen is naar de Heere. Als een boetvaardige smekeling, die het verstaat nergens recht op te hebben. Alles te hebben verzondigd. Het is de God van Eha, Die de Schepper is en de Onderhouder. Die de hand heeft in alle dingen. In de zonnestralen die de akker beschijnen, in de regendruppels die de akker bevochtigen. In het gewas dat Hij doet groeien. In de tegenspoed die ons treft. Daarom Hem als God erkennen en danken. Bij voorbaat. Hem kennen in al onze wegen. Tegen de heersende stroom in. Al zegt iedereen dat we de God van Elia niet meer nodig hebben. Het leven vermateriahseerd is, de afgodendienst welig tiert. Er is geen nieuws onder de zon. Er is geen vreze Gods, geen eerbied voor Gods Naam en gebod, geen ontzag en geen heilig beven voor Hem. Dat we ons voor de God van Eha verootmoedigen. Als Ehsa tot de God van Eha de toevlucht genomen.

Dat gij de beem’len scheurdet

Elisa is niet blijven klagen oyer het heengaan van zijn geesteHjke vader en vaderhjke vriend. Door het (geschonken) geloof is hij uitgegaan. Riep hij Israël tot bekering. De Heere verrichtte wonderen. Er brak een andere tijd aan. EHsa wandelde door het geloof. Dat wil zeggen dat hij niets verwachtte van zichzelf, maar alles van zijn God. Zo ging hij en zo overwon hij. Daartoe worden wij geroepen. Heden. Tot het geloof in Jezus' bloed. Waar is de God van Elia zij uw roep, uw gebed. In elke donkere weg, in alle nood en bang gevaar. Ook met het oog op de geestelijke stand van zaken. Hoeveel tafels zijn overvloedig voorzien, maar hoeveel zielen lijden honger. Doodsheid en dodigheid. Afwijken van de gezonde leer, het ruime Evangelie van de smalle weg. Waar is de levendigheid in de omgang met de Heere. Waar wordt het vermaan van de Heere Jezus verstaan: Ga in uw binnenkamer? ! Waar is het leven van de geschonken gerechtigheid alleen. Onze tijd is de tijd van het compromis, van het schipperen en plooien.

Wat zijn er tijden geweest in de geschiedenis van Gods kerk, dat de banier van het EvangeHe heerlijk wapperde. Dat er een machtige werking van Gods Geest was. Dat mensen, reuzen van eigengerechtigheid werden geveld. In die verbrijzeling de toevlucht namen tot het kruis van Christus. Als we vandaag ergens om verlegen zijn, is het hierom! Zoals er heimwee kan zijn in het leven van het geloof. Dat we betere tijden kenden. Dat het voor onze waarneming weg is. Och wierd ik derwaarts weer geleid. Dat er is het hartelijk en aanhoudend gebed: Waar is de God van Elia. En wat zich in het persoonlijk leven voltrekt, zien we ook in de geschiedenis van de kerk. Dat men zich het Evangelie niet schaamde. Dat men zich niet verslingerde aan de wereld. Maar zich aan de Heere onderwierp. Dat er de bewogenheid was met hen die ten dode wankelden. Denk aan de tijd van de reformatie. Denk aan machtige bewegingen van de Geest daarna. Waar is de God van Eha? Waar is de Heere, de God van Luther en Calvijn, de God van Guido de Brés en al die martelaren? Waar is de God van de mannen die in de strijd op de synode van Dordrecht de Naam van de Heere hebben hooggehouden? Zo zou ik door kunnen gaan.

We zien vandaag dat zij die de Heere niet vrezen en niet dienen, er in alle vrijmoedigheid mee voor de dag komen. Tot en met in het kabinet en in het parlement. Terwijl zij die de Heere vrezen zo vaak schande brengen over hun eerlijke zaak door halfheid, traagheid, mensenvrees. Door de dingen te laten om de heve vrede. Wereldzin en zo weinig beginselvastheid. Mijn bedrijf, mijn handel, mijn positie, mijn goede naam en faam. Waar is de Heere, de God van Eha? Nee, wij krijgen de beweging er niet in. Wij brengen niet één zondaar tot leven, tot bekering. Maar één wenk van Gods almacht en de zondaar ligt verslagen ter aarde. Hij kan de kerk weer oprichten (en in geesteloze processen blazen). Dat we dat beseffen, geloven. En dat we Hem dan aanroepen, zó aanroepen, alsof het heil van de wereld ervan afhing. Waar is de Heere, de God van Eha? Is Hij niet Die God, Die Zich laat verbidden? Wordt Zijn kracht beteugeld? Is Zijn arm verkort? Hij is Dezelfde in de onveranderlijkheid van Zijn trouw. Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. De Geest is blijvend aan de gemeente beloofd. Maar onze ongerechtigheid, maar ons ongeloof. Dat we ons verootmoedigen. En bidden om waarachtig geestelijk leven. De God van Eha leeft nóg!

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Biddag voor gewas en arbeid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's