Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Watergate - roemloos einde van een president? (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Watergate - roemloos einde van een president? (II)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verwikkelingen rond de Watergate-affaire krijgen nog steeds ruinrjschoots de aandacht in de nieuwsmedia. Dit zal wel enige tijd zo blijven, daar de verhoren, die de senaatsconunissie onder leiding van senator Sam Ervin afneemt, nog wel maanden kiuinen voortduren. We vragen ons af welke gevolgen de verdere onthullingen voor de president zullen hebben: Zal alleen het prestige van Nixon ernstig worden aangetast of loopt het uit op zijn politieke ondergang?

Op deze vraag is in dit stadium geen antwoord te geven, daar het nog allerminst zeker is, in hoeverre de president schuld treft in deze zaak. Zelf heeft hij zich niet schuldig, maar wel verantwoordelijk verklaard. De getuigenissen van zijn naaste medewerkers zijn zeer tegenstrijdig. Zo verklaarde vorige week Jeb Magruder, plaatsvervangend directeur van het Comité voor de herverkiezing van de president, dat voorzover hij weet Nixon de gehele periode waarin Watergate werd voorbereid en ook daarna toen men de zaak probeerde in de doo^t te stoppen, niet geweten heeft van de laakbare handelwijze van zijn helpers, aan wie

WASHINGTON - De Russische partijleider Leonid Brezjnjew en de Amerikaanse president Richard Nixon kijken elkaar aan tijdens de ondertekening van het akkoord, waarbij de Sowjet-Unie en de Verenigde Staten zich verplichten voor 19'74 nieuwe, duurzame ontwapeningsverdragen te sluiten. hij veel te veel vertrouwen had geschonken. De grote schuldige zou volgens Magruder zijn John Mitchell, de afgetreden minister van justitie; in zijn kantoor zouden reeds in 1971 spionage-en sabotage-aktiviteiten zijn besproken, terwijl hij uitdrukkelijk toestemming zou hebben gegeven voor de afluister-campagne in het hoofdkwartier van de Democratische Partij.

Daar staat t^enover dat men verwacht dat. John Dean, ontslagen juridisch adviseur van Nixon, binnenkort zeer belastende verklaringen voor zijn voormalige chef zal aflagen voor de senaatscommissie. Hij heeft reeds achter gesloten deuren met deze commissie gesproken, maar in verband met het bezoek van partijleider Brezjnjew aan Washington zijn de openbare hoorzittingen een week uitgesteld. De president zou, nadat de inbrekers waren gearresteerd, wel degelijk betrokken zijn geweest bij pogingen om de zaak te verdoezelen; hij zou hier in de eerste drie maanden van het jaar 40 keer met Dean over hebben gesproken. Ook heeft een geagiteerde meATOuw Mitchell beweerd dat ze haar man niet zal laten opdraaien ten bate van de president. Tenslotte, om nog maar één ding te noemen, zou Nixon vorig jaar augustus zijn voormalige minister van handel. Stans, wiens naam wordt genoemd in verband met het verduisteren van gelden ten bate van de gearresteerde inbrekers, verzekerd hebben dat hij zich geen zorgen behoefde te maken over persoonlijk nadeel door Watergate. Wat is de waarheid in deze duistere zaak?

HOE KON HET ZOVER KOMEN?

Al zou blijken dat Nixon niet direct betrokken is geweest in deze onverkwikkelijke affaire, indirect heeft hij wel schuld voorzover hij in het Witte Huis een organisatie heeft opgebouwd en een klimaat heeft geschapen waarin iets dergelijks gemakkelijk gebeuren kon. De fout van Nixon is geweest, dat hij een groepje onervaren politieke avonturiers in zijn persoonlijke staf heeft opgenomen, die niet terugschrokken voor onwettige middelen. Haldeman, Ehrlichmann, Dean en anderen waren allen betrekkelijk jonge mensen, die geen politieke vormii^ hebben gehad in de partij, maar die wegens hun capaciteiten, die ze onmiskenbaar hebben, en hun harde mentaliteit tot hun hoge positie waren gekomen. Hun macht, die ze zo binnen korte tijd ontvingen, was bijkans onbegrensd, daar zij alleen aan de president verantwoording behoefden af te le^en; ze achtten zich boven de wet verheven en dit maakte deze stuntmannen arrc^ant en corrupt.

Daar Nixon er prijs op stelt zijn werk ongestoord te kunnen verrichten, bouwden deze nieuwlichters een systeem op, waardoor de president steeds meer geïsoleerd werd van zijn omgeving. Als waakhonden beschermden zij hem; zij, en wel in het bijzonder Bob Haldeman, bepaalden wie de president mochten spreken en welke politieke zaken er van dag tot óag bij hem aan de orde moesten komen. Deze gang van zaken heeft de verhouding van Nixon tot zijn ministers vertroebeld en een open communicatie met name met de pers verstopt. Onlangs is door de Amerikaanse persclubeen een onderzoek verricht naar de verhouding van Nixons regering t^enover de pers. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat de huidige regering in openheid ver achterblijft bij alle Amerikaanse regeringen in de laatste tientallen jaren. Letterlijk zegt het rapport: , , De regering-Nixon is verwikkeld in een ongekende poging de informatie, waarop het publiek recht heeft, te beheersen, te beperken en te verbergen".

In dit rapport wordt hem ook verweten dat hij te weinig persconferenties geeft: gemiddeld slechts 7 per jaar, terwijl bv. Johnson de pers 25 maal per jaar voor een onderhoud uitnodigde.

De verhouding tussen Nixon en de pers is niet best. Wanneer hij wat meer vertrouwen in de pers had gesteld en meer persconferenties had gegeven, dan was hij eerder en beter met de Watergate-affaire op de hoogte geweest.

DE VERHOUDING VAN DE PRESroENT TOT HET CONGRES

Dit gebrek aan openheid en communicatie deed zich ook gelden in de verhouding van Nixon tot het congres, dat samengesteld is uit de Senaat (, , de Eerste Kamer") en het Huis van Afgevaardigden (, , de Tweede Kamer"). De president van Amerika heeft veel macht; hij kan zijn veto uitspreken over wetten die het Congres maakt, tenzij ze door een tweederde meerderheid aangenomen zijn. In vele problemen neemt hij beslissingen zonder dat hij een uitspraak van het Congres behoeft te vragen. Het is echter wel van belang voor de president dat hij goed met dit lichaam overweg kan, daar hij niet willekeurig over de staatskas kan beschikken; het Congres heeft nl. het recht de begrotingen goed of af te keuren.

Het samenspel tussen Nixon en het Congres is niet ideaal; het Congres voelt zich gegriefd, omdat de president teveel macht aan zich getrokken heeft. Tot nu toe bedisselde hij alles met zijn staf, de buitenlandse politiek werd geheel vastgesteld door het duo Nixon-Kissinger. Tegenover het Congres nam de president altijd een hooghartige houdii^aan, waardoorhaar controlerende functie verzwakt werd.

De kans is groot dat deze tijd voorbij is èn dat de volksvertegenwoordiging voortaan meer openheid zal eisen. Enkele weken geleden zijn er reeds pogingen aangewend om de macht van Nixon te beknotten. De commissie voor buitenlandse zaken van het Huis van Afgevaardigden heeft toen met het oog op de strijd in Cambodja een limiet van 120 dagen goedgekeurd voor de volmachten van de president die hem het recht geven, de Amerikaanse strijdkrachten in te zetten zonder goedkeuring van het Congres. Het besluit is inmiddels doorgezonden naar het voltallige Congres. Enkele dagen later werd een voorstel in de Senaat om de gelden voor de oorlog in Indo-China totaal af te snijden, door de meerderheid van de Senaat aanvaard. De politiek van Nixon is nog nooit eerder zo sterk aangevallen.

NIXONS POSITIE AANGETAST

Het is een vanzelfsprekende zaak dat Nixons positie is aangetast; er is zelfs sprake van eengezagsen vertrouwenscrisis. Ook buiten Amerika heeft de president prestigeverlies geleden, daar iemand die in de binnenlandse partijpolitiek gebruik maakt van strafbare methoden, geen aanspraak kan maken op ethisch gezag op internationaal gebied.

Opvallend is dat zowel in de Sowjet-Unie als in China weinig of geen aandacht aan het Watergateschandaal geschonken wordt. Dit is te verklaren uit het feit dat er voor beide landen grote belangen op het spel staan. Momenteel verkeert partijleider Brezjnjew in de Verenigde Staten om er te spreken over de uitbreiding van handelsbetrekkingen met Rusland, over de beperking van kern­ wapens en andere onderwerpen van groot belai^. Ook met Peking zullen binnen afzienbare tijd besprekingen worden gevoerd. Geen van beiden voelen er veel voor de sfeer voor deze onderhandelingen te verstoren door een zaak aan de orde te stellen die voor hen van ondergeschikt belang is.

Wellicht komen dergelijke minderwaardige praktijken in genoemde landen nog meer voor dan in het vrije westen; daar deze dictatuurstaten echter geen vrije pers kennen, komen dergelijke zaken eenvoudig niet in de openbaarheid. De theoretische mogelijkheid bestaat dat het Huis van Afgevaardigden de president w^ens zijn rol in de af& dre in staat van beschuldiging zal stellen, waardoor hij tijdelijk zal moeten aftreden. Vervolgens zou de Senaat bij tweederde meerderheid de president geheel tot aftreden kunnen dwingen. Nc^ nooit is in de 200-jarige geschiedenis van de Verenigde Statai een president op deze wijze aan de kant gezet. Het is één keer bijna gebeurd, in 1868, toen de Senaat t^en president Andrew Johnson, naamgenoot van Nixons voorganger, maar één stem tekort kwam. Het prestige van de president leed grote schade maar het was voor beide partijen een groot geluk dat zijn ambtstermijn nog maar enkele maanden duurde.

Uit eerbied voor het ambt zal men er niet gauw toe overgaan de president in staat van beschuldiging te stellen. De Amerikanen vereren het presidentschap als ambt in hoge mate; het straalt majesteit en waardigheid uit. President Taft heeft eens gezegd: , , De president is de persoonlijke belichaming en vert^enwoordiger van de waardi^eid en majesteit van het Amerikaanse volk". Oud-gouvemeur Brown zei het onlangs kernachtig met deze woorden: , , Het Witte Huis is een heilige plaats". Het is de enige bindende factor in het grote Amerika; wanneer die factor op deze wijze wegvalt zou het land in grote verdeeldheid gebracht kunnen worden en zal ook het presidentschap aan Avaardi^eid inboeten.

Vele Amerikanen hopen daarom dat zal blijken dat Nixon niet medeplichtig is; ze hopen dat hij misleid is door zijn voormalige medewerkers, die geheel eigenmachtig zouden zijn opgetreden en hem verkeerde inlichtingen zouden hebben verstrekt. Daar komt bij dat verreweg de meeste Amerikanen voorkeur hebben voor Nixon boven vice-president Spiro Agnew, die eventueel de president zou moeten opvolgen.

De beste oplossing zou stellig zijn dat Nixon eerlijk bekent welke rol hij gespeeld heeft; wil het Congres hem dan nog accepteren, dan moet hij trachten zijn geschonden prestige te herstellen door op hoge posten bekwame en integere mensen te benoemen uit beide politieke partijen, zoals president Roosevelt gedaan heeft bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog; ook Watergate betekent voor Amerika inmiers een ramp. Deze maatregelen had hij direct al moeten nemen toen de affaire in de publiciteit kwam; het is nu de vraag of hij er niet te laat mee is.

Watergate zal wellicht nog vele jaren in de geschiedenis voortleven als een begrip dat herinnerii^en oproept aan corruptie, samenzwering, meineed, leugen en bedrc^. De verwikkelingen rond Watergate mochten bijdrt^en tot een zuiverii^ van de politieke atmosfeer in de Verenigde Staten.

B. Stolk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1973

De Banier | 8 Pagina's

Watergate - roemloos einde van een president? (II)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1973

De Banier | 8 Pagina's