Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MAN EN VROUW IN BIJBELS PERS­PECTIEF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MAN EN VROUW IN BIJBELS PERS­PECTIEF

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. den Boer (red.), MAN EN VROUW IN BIJBELS PERS­PECTIEF, 216 blz., geb. ƒ29, 75, uitg. J. H. Kok, Kampen, 1985.

De 23e april 1958 werd in de Jacobikerk te Utrecht een bidstond gehouden voor de Herv. Kerk. Het was de vooravond van de bijeenkomst waarin de Gen. Synode van de Kerk beslissen moest over de wel - of niet - toelating van de vrouw tot het ambt. Nog hoor ik Ds W. L. Tukker zeggen: Wij zullen U, Synode, in deze zaak niet gehoorzamen! Het was een dienst die een diepe indruk naliet. Het was één van de gebeurtenissen, waaraan ik herinnerd werd toen ik mij zette tot het schrijven van een aankondiging van de onderhavige studie: Een Bijbels-theologische verkenning van de Man-Vrouw verhouding met het oog op de gemeente (zo de ondertitel). Met respect voor de ernst en ijver waarmede het team dit werk heeft aangepakt en doorgezet heb ik op enige afstand deze arbeid mogen volgen en met dankbaarheid nam ik van de inhoud kennis. Hier krijgt de gemeente voorlichting over principiële problemen en iedere theoloog zal winst doen met de bestudering van de vragen, die niet met één of twee teksten zijn te beantwoorden.

Een ontwerp van de hand van C. den Boer is door een commissie van vijf (G. de Fijter, C. Graafland, P. Koeman,

C. van Sliedregt, en H. Visser) verwerkt, waarbij voortdurend een formulering werd gezocht waarin ieder zich kon vinden. Deze tekst is daarna voorgelegd aan een commisie van vier: de Mevr. J. M. Boot, A. Kool, A. C. Meijwaard-Fuite, J. M. van Ganswijk.

Voorop gaan grondvragen ten aanzien van de omgang met de Bijbel. Gewezen wordt op de eenheid en de verscheidenheid in de Schrift, op de vervulling en opheffing, als volle openbaring in Christus en op de historische structuur van de openbaring. In de tweevoudigheid van man en vrouw ligt een synthese: tweezaam is de mens, in een eenheid. Enige beginselen van de benadering der Schrift worden gegeven, waaronder een waarschuwing tegen een subjectivistisch selectief Bijbelgebruik. In aparte excursies (excurs is m.i. een storend germanisme) wordt ingegaan op fundamentalistisch Bijbelgebruik, tegen feministische opvattingen. Telkens wordt na een hoofdstuk in 'uitstapjes' naar literatuur verwezen, of ingegaan op de opvatting van andere scribenten. De bestudering van het gehele werk wordt zeer vergemakkelijkt door deze overzichtelijke besprekingen.

Over de verhouding van man en vrouw in het O.T. en in het N.T. wordt uitvoerig geschreven in aparte hoofdstukken. De Schrift kent geen inferioriteit van de vrouw, ook niet in het N.T. Onderstreept wordt zij in Gen. 1:27: pdat zij heersen. 'Hulpe tegenover' is de grandeur van de vrouw, niet haar misère. Er is geen sprake van slaafse onderworpenheid. De dienende taak is geen vernederende. Ook niet in Ef. 5: lkaar onderdanig zijnde in de vreze des Heren; hypotasso heeft niets met slaafse onderwerping te maken. Daar is sprake van een orde in het huwelijk, de man is het hoofd van het gezin. In de wet Gods krijgt de vrouw in Israël een ereplaats, zij het dan binnen patriarchale verbanden. Het N.T. heeft het tastbare bewijs daarvan, vanaf Mt. 1. Om te voorkomen dat deze aankondiging al te zeer uitdijt geef ik slecht weinige voorbeelden uit de vele, die hier besproken worden. Vrouwen zijn vervolgd om de Naam des Heren, waren medestrijders in het Evangelie, arbeidden in den Here. De vraag is of Febe een zelfde diakones was als de diakonoi van 1 Tim. 3 : 8 v. Gal. 3 : 27 zet geen streep door het heilsplan Gods. Maar vergeten mag niet worden, dat de vloek Gen. 3:16 in beginsel opgeheven is door de genade van de H. Jezus Christus: rouwen delen in volkomen genade van de Middelaar. Een hoofdstuk dat in de algemene discussie een belangrijke plaats inneemt is dat over de 'zwijgteksten'. In 1 Kor. 14:34 wordt gedacht aan de profetie; dat wordt door Paulus aanvaard. Alleen er moet gewaakt worden voor een seculariserende emancipatiegeest. In 1 Tim. 2:8v blijkt dat de vrouw in de 'kerkdiensten' geen actieve rol zal spelen. Dit wordt in deze publicatie een tijdgerichte uitspraak genoemd, wat niet betekent een tijdgebonden oordeel. Over de verklaring van deze plaats gaan de meningen veelszins uiteen. Ook in deze belangrijke uiteenzetting wordt nauwkeurig de zin van de Griekse termen onderzocht bijv. over didakein, leren en lalein, spreken en in een zestal excursies wordt nader op de stof ingegaan. In h. 5 Het geheimenis van Christus en Zijn gemeente wordt gehandeld over de toerusting van de gemeente o.a. over charisma, profeten, evangelisten, herders en leraren ... Ook het diakonaat komt ter sprake, ook in verband met 'vrouwelijke diakenen'.

Het laatste hoofdstuk (Uitleiding) geeft een praktische toespitsing van de studie. 'Met bescheidenheid en voorzichtigheid zoekt men enige Bijbelse hoofdlijnen - van deze getuigt ook het bovenstaande - en een concretisering voor onze tijd. Allereerst wordt - weer - geschreven over de betekenis van het ambt (of het

woord ambt in de uitdrukking ambt der gelovigen een zelfde zin heeft als bij ambt van ouderlingen enz. is mij een vraag). Maar een uitgebreide studie in aansluiting bij deze is geen bis in idem. Ambt en gemeente moeten op elkaar betrokken worden. De openstelling van alle ambten voor de vrouw is met de Schrift in de hand niet mogelijk. Is een gedifferentieerde ambtsinvulling bijv. bij het diakonaat mogelijk? (Calvijn). Een verblijdende belangstelling voor vormingswerk en toerustingsarbeid is groeiende, zoals uit cursussen blijkt. Men wil toegerust worden om daarmede mee te werken aan de opbouw van de gemeente. En de vraag is: Op welke wijze kan de Kerk hier bekwame mannen en vrouwen inschakelen en dat in overeenstemming met wat de Schrift hiervan zegt?

Ik hoop, dat dit boek door velen zal worden bestudeerd.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1986

Theologia Reformata | 108 Pagina's

MAN EN VROUW IN BIJBELS PERS­PECTIEF

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 1986

Theologia Reformata | 108 Pagina's