Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKORDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKORDE

Artikel 65

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar de lijkpredikatiën niet zijn, zal men ze niet instellen, en waar ze nu aireede zijn aangenomen, zal naarstigheid gedaan worden, om dezelve met de gevoegelijkste middelen af te doen.

Over de lijkpredikaties zegt zeker schrijver het volgende: De vraag der lijkpredikaties werd reeds op de synode van Dordrecht, 1574, aan de orde gesteld. Bij Rome droeg de begrafenis een kerkelijk karakter. Er werd een soort publieken lijkdienst in de kerk gehouden, waarbij de priester over de lijkbaar heen een aanspraak hield, een gebed voor den doode opzond en de parochianen een lied ten afscheid zongen. De Gereformeerden konden die Roomsche ceremoniën natuurlijk niet overnemen. Daarom vroeg de classe Voorne c.a. aan de synode van Dordrecht, 1574, om een generale orde, waarnaar alle kerken en predikanten zich konden reguleeren. De synode antwoordde op deze vraag, dat de lijkpredikatien zoo spoedig mogelijk afgeschaft, en op plaatsen, waar ze niet waren, niet mochten ingevoerd worden, om het gevaar van superstitie (bijgeloof) te vermijden, art. 52. De synode van Dordrecht, 1578, oordeelde evenzoo, maar voegde er voor de plaatsen, waar ze nog niet afgeschaft konden worden, de waarschuwing aan toe, om ze in den vorm van een onvoorbereide vermaning, maar niet van een “predicatie,” die met gebed aanving en dankzegging besloten werd, te houden. Zij vreesde blijkbaar, dat in de lijkpredikaties “de lof der afgestorvenen” al te zeer op den voorgrond kwam en dat het eenvoudige volk in de voorbede nog een zekere “hulp en bijstand aan den doode zou zien.” Dat mocht niet. Daarom bepaalde de synode van Middelburg, 1581, dat men de lijkpredikaties, waar ze niet waren, niet mocht instellen, en waar ze reeds in gebruik waren, op de minst stootende wijze moest afschaffen, art. 48, enz.

Om bij het begraven der afgestorvenen een toepasselijk woord te spreken, tot stichting van de familie-betrekkingen en belangstellenden die in woning of kerkgebouw samenkomen, is dus niet in strijd met dit artikel.

Voorzichtigheid is noodig, dat de begrafenisplechtigheid niet het karakter van een officieelen kerkedienst draagt.

Wel valt het te betreuren, dat men in vele Gereformeerde kerken langzaam maar zeker tot Rome terugkeert. Op vele plaatsen reeds worden de dooden weer het kerkgebouw binnengedragen en veel ophef door den prediker gemaakt omtrent den afgestorvene.

Sterk moeten we ook veroordeelen het versieren der dooden met bloemen en andere versierselen. Met groote bloementooi en menigmaal muziek er bij, moeten de dooden ten grave besteld. Welk een afgoderij en beeldendienst! De Heere mocht veler oogen er voor openen en ons bewaren voor zulk een vleeschelijken vormdienst. Zoo gaat het eenvoudige, ernstige en plechtige bij het begraven der dooden geheel verdwijnen.

In verband met dit artikel kan ook nog iets gezegd van de lijkverbranding, die thans zeer toeneemt. We lazen daarover het volgende: Lijkverbranding. Er is van geen begrafenis sprake, maar deze was van ouds bij de christenen in gebruik. Abraham zeide reeds: “Dat ik mijne doode voor mijn aangezicht begrave,” Gen. 23:4. Lazarus lag in het graf, Joh. 11:17. En Jezus zelf werd in het graf gelegd. De begrafenis is een oud christelijk gebruik. De lijkverbranding daarentegen is van heidenschen oorsprong. Onder Israel kwam ze voor als een doodstraf, Gen. 38:24; Lev. 20:14; 31:9; Joz. 7:15. Zooals zij thans weer wordt ingevoerd, draagt ze een puur materialistisch karakter. Met den dood is het gedaan. Alleen een weinig asch blijft er over. In de begrafenis daarentegen ligt de hope der wederopstanding. Wij leggen het lijk als een zaad in het graf en Christus zal er eens een verheerlijkt lichaam uit opwekken (dat geldt Gods volk. Red.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1943

The Banner of Truth | 16 Pagina's

KERKORDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1943

The Banner of Truth | 16 Pagina's