Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET OOSTERSE LANDSCHAP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET OOSTERSE LANDSCHAP

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Palestina is het voornaamste terrein van de gewijde geschiedenis. Daarom zal de kennis van dat land verhelderend werken voor het begrijpen er van en van Gods Woord. Nog maar al te vaak komt het voor, dat men de beelden, gelijkenissen enz., aan het dagelijkse leven in Palestina ontleenden zonder meer overbrengt op onze westerse omgeving. Het zal duidelijk zijn, dat er dan verkeerde voorstellingen van zaken ontstaan. Daarom is het voor ons, westerlingen, van zo'n groot belang, het land der Openbaring eveneens de zeden en gewoonten van zijn bevolking, te Ieren kennen. Wanneer deze eenvoudige artikelen daartoe mogen bijdragen, zal onze moeite niet tevergeefs zijn geweest.

Reeds in vroegere artikelseries hebben we de schijnwerper laten vallen op Kanaan. We hebben de grijze oudheid behandeld in de serie „Opgravingen." We behandelden de natuur met alles wat er mee samen hing, in de serie: „Zijner handen werk". In deze nieuwe serie stellen we ons voor, D.V. hetjand aardrijkskundig te behandelen. Hield „Zijner handen werk" dus de natuurkennis van Palestina in, „het Oosterse landschap" beoogt de aardrijkskunde er van. We willen weer trachten, de dingen zo eenvoudig mogelijk te zeggen.

KALK Land.

Als we Palestina van het westen naar het oosten doorreizen, vinden we achtereenvolgens

a. een rechtlijnige duinknst b. een brede kustvlakte c. een heuvelterrein d. een geleidelijk oplopend kalkgebergte e. een vrij steile afdaling f. het Jordaandal g. het Over-Jordaanse.

Verreweg het grootste gebied wordt ingenomen door het gebergte (Bergland van Juda). Wanneer we in dat gebied een steen oprapen, zullen we in de regel een kalksteen in de hand hebben, want Palestina is een kalkland. In zo'n kalkland zal men geen delfstoffen kunnen verwachten, terwijl steenkool evenmin gevonden wordt, althans niet op bereikbare diepte. Daardoor zal het zeer moeilijk zijn, er een modern industrieland van te maken. De grondstoffen zullen van ver moeten worden aangevoerd, wat de prijzen van de producten te hoog maakt om te kunnen concurreren. Voor een kalklandschap als Palestina blijft er dan weinig anders meer over dan dat cle bewoners zich in hoofdzaak bezig houden met landbouw en veeteelt. Dat bewijzen de Bijbelteksten overduidelijk. Bijna geen bladzijde, of men leest over deze bezigheden en onnoemelijk veel beelden zijn er aan ontleend.

Er is echter een „maar". Kalk is onvruchtbaar en het wordt pas voor bebouwing geschikt, wanneer het kalkgesteente verweert. Eén van cle voorwaarden voor deze verwering is voldoende regenval. Dan pas kan de bruinrode humus ontstaan. Is de regenval daarentegen onvoldoende, dan wordt zo'n kalkstreek een steenwildernis, omdat de kalk het regenwater doorlaat.

Hoe staat het nu met die regenval? Het zal voor iedereen duidelijk zijn, dat de regen zal worden aangevoerd met Westelijke winden, want die strijken over het water van cle Middellandse Zee en bevatten dus veel vocht, dat zich verzamelt tot wolken. Wanneer deze wolken gedwongen worden, om op te stijgen. clan koelen ze af en condenseert het vocht tot druppels en het zal gaan regenen. Dat opstijgen heeft alleen plaats langs de westelijke helling van het bergland. Daar zal dus de regen vallen. Boven de Oostelijke helling heeft cle lucht haar waterdamp voor een groot gedeelte verloren, stijgt daar ook niet meer, maar daalt en we treffen daar dan ook een regenarme zone aan. Daar valt slechts wat water in de winter, maar daar de dalen daar steile wanden hebben, bruist het meteen naar cle Jordaanvallei en doet dus voor het land weinig nut. De watervoorraden, zoals bronnen en beken, liggen er dan ook zeer diep en daardoor ongeschikt voor cle bevloeiïng van het land. Zo zijn er bij Jeruzalem b.v. maar enkele „bewaterde hoven" aan cle oostzijde, o.a. daar waar in Nehemia's tijd „des Konings hof' was. Daar is enige groenteteelt.

Uit dit betoog blijkt dus wel, dat de westelijke hellingen van het gebergte beter geschikt zijn voor landbouw en veeteelt, clan cle oostelijke.

Over het algemeen is de landbouw in een kalkland echter een moeilijk bedrijf. Wijde velden komen niet vooi\ want grote vlakten ontbreken door de diepe dalen. We vinden dus veel kleine akkers, met zorg op terrassen langs cle lagere dalhellingen aangelegd, omdat in cle dalen de teelaarde meestal samen gespoeld is „En die van Beth-Sémes maaiden de tarweoogst in het (lal, en als zij hun ogen ophieven, zagen zij cle ark en verblijdden zich, als zij die zagen" (1 Sam. 6 : 13). „De velden zijn bekleed met kudden en de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen; ook zingen zij." (Ps. 65 : 14).

Ten oosten en ten zuiden van het land treffen we uitgebreide woestijnen aan, in cle Bijbel vaak wildernis genoemd. In de woestijn in het zuiden zwierven cle Israëlieten veertig jaren rond. En al is dan de landbouw in een kalkland moeilijk, kwam men van uit de woestijn, dan was Kanaan toch „een land, vloeiende van melk en honig." Voor het oude Bondsvolk hadden deze woorden een dubbele betekenis. Zagen ze enerzijds op aardse zegeningen, anderzijds op rijke, hemelse zegeningen, die haar bekroning vonden in het vleesgeworden Woord. Voor ons blijkt uit dit gezegde weer de almacht Gods, Die van een arm kalkland een vruchtbaar land kan maken. Nu de Joden de Messias hebben verworpen, en cle Heere Zijn hand tot cle heidenen gewend heeft, is meteen de „melk en de honing" uit het land verdwenen.

De brede kustvlakte bestaat uit een mengsel van uit cle zee aangespoelde grond en cle door cle beken meegevoerde verweringsaarde van de kalk. Daardoor is hier cle vruchtbaarheid groter. In dagen van hongersnood was er in de kustvlakte nog wel eens voedsel: „En er

was honger in dat land, behalve de eerste honger, die in de dagen van Abraham geweest was; daarom toog Izak tot Abimelech, cle koning der Filistijnen, naar Gerar." (Gen. 26 : 1).

Toch heeft het Joodse volk niet in deze vlakte gewond, maar cle Filistijnen heersten daar eeuwen lang. Daar had God Zijn wijze bedoeling mee. Door die vruchtbare kustvlakte liep de grote handels-en verkeersweg van Egypte naar Mesopotamie enz. Grote wegen zijn echter ook de plaatsen, waarlangs een volk in aanraking komt met cle zonde. En daar moesten cle Israëlieten zich van onthouden, omdat uit dat volk de Messias voort moest komen. Had cle Heere de kustvlakte ook aan Israël gegeven, dan ging de zonde door het midden van hen. Daarom was er, wat de wegen betreft, ook weinig verbinding tussen vlakte en bergland. Het volk zou „alleen wonen." „Opdat zij Zijne inzettingen onderhielden, en Zijne wetten bewaarden. Hallelujali." (Ps. 105 : 45).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1954

Daniel | 8 Pagina's

HET OOSTERSE LANDSCHAP

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1954

Daniel | 8 Pagina's