Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bouwen aan Gods Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bouwen aan Gods Kerk

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„ ...Maar een iegelijk zie toe hoé hij daarop bouwe. Want niemand kan een ander fundament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus. En indien iemand op dit fundament bouwt: goud, zilver, kostelijke stenen, hout , hooi, stoppelen; eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven.

Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur". (1 Kor. 3 : 10b—15)

Een rijke troost

Werk in uitvoering - dat is in de gemeente an Christus aan de orde van de dag. Denk an een bouwterrein. Er heerst bedrijvigheid. e hoort geluiden van timmeren, zagen, boen. Mensen lopen af en aan. Gods Kerk in dee wereld is niet een gebouw dat klaar is. En at er nu maar staat te staan... Neen, de Kerk taat constant in de steigers. Er wordt verouwd en er wordt bijgebouwd, en moet ook eleens gesloopt worden.

De gemeente van Jezus Christus is een dynaisch bouwgebeuren. De Kerk - werk in uitoering!

Wie zijn de bouwers? Wel, ik zie in de eerste laats allemaal mensen aan het werk. Jonge­ ren en ouderen, mannen en vrouwen, geleerden en ongeletterden, rijken en armen. Deze bouwers zijn gelovigen. Ze weten zich geroepen door Christus, de Koning van de Kerk. Niet alleen dominees, ouderlingen en diakenen zijn bezig, maar alle oprechte christenen, óók meisjes en jongens en niet te vergeten de vrouwen, de zusters van de gemeente, en al die mannen die om allerlei redenen nooit ambtsdrager zijn geweest in de kerk... Zeker, de kerkeraadsleden hebben wel een eigen plaats en taak. Maar het is zeker niet zo dat de gemeente aan de kant wordt gezet of zelf aan de kant mag gaan zitten... Samen bouwen, want er is werk aan de Kerk!

Maar is dat niet een heel moeilijk en moeizaam werk? En zijn we als zondige mensen of als gebrekkige gelovigen wel in staat om dat werk te doen? Is het niet heel goed te begrijpen dat mensen daarvoor terugschrikken? Je moet er immers niet te licht over denken! Het is me nogal wat betrokken te mogen zijn bij de bouw aan Gods Kerk! Het is waar, ik doe daar niets van af, maar... ik meen toch dat we dit niet voorop mogen stellen. Niet de verantwoordelijkheid voorop, maar de troost, de bemoediging voorop! De apostel Paulus benadrukt: het fundament is gelegd, namelijk Jezus Christus. Zelf heeft hij als apostel in de Griekse stad Korinthe dat fundament door Gods genade mogen leggen door als eerste de prediking van Jezus Christus en Die gekruisigd daar te brengen. Zo is daar een christelijke gemeente ontstaan. Paulus is vanuit Korinthe weer verder gereisd. Andere predikers, zoals Apollos, hebben het werk in Korinthe voortgezet. Zij bouwen voort. Maar het fundament behoeven ze niet meer te leggen. Dat is gebeurd en dat ligt er nu.

Nu mogen we van Christus' gemeente in Ne- derland hetzelfde zeggen. Ook hier is het fundament gelegd. De gemeente van Korinthe was nog jong, nog maar kortgeleden ontstaan. In Nederland is er al vele eeuwen een christelijke kerk. Niet de apostel Paulus heeft hier het fundament gelegd. Andere predikers hebben dat gedaan. Maar bij alle verschil is er fundamentele overeenkomst tussen Korinthe en Nederland: het fundament Christus is gelegd. We zeggen het graag zo: de uiterste Hoeksteen, de steen die door de bouwers verachtelijk was een plaats ontzegd, is tot verbazing der beschouwers van God ten hoofd des hoeks gelegd, ook onder ons! Door de eeuwen heen is hier de Naam, de Persoon en het werk van Christus verkondigd. Mensen hebben in leven en sterven leren vertrouwen op Zijn kruisofferande en zo genade gevonden bij God. Zo was het onder onze voorgeslachten, zo en niet anders is het tot op de huidige dag: geen ander fundament! Als we nu geroepen worden om mee te bouwen aan Gods Kerk, dan is het voor alles nodig dat dit fundament ook ons levensfundament is. Het staat zo treffend in het formulier tot bevestiging van predikanten: , , Heb Christus lief en weid Zijn schapen". Hoe kunnen we als onderherders de schapen weiden, wanneer we de grote Herder der schapen niet hartelijk hebben lief gekregen? Maar als we dan dat geheim mogen kennen (, , Zijn Hefde zocht mij, Zijn bloed kocht mij, door genade ben 'k een kind van God"), dan mogen we ons ook bij het werk in de Kerk gedragen weten door het fundament. Dat bevrijdt ons van de kramp alsof we het zelf moesten waarmaken. De Kerk staat of valt niet met ons. De Kerk staat met Christus en daarom zal zij niet vallen! Dit maakt ook bescheiden. God doet toch Zelf het eigenlijke werk? Christus houdt toch Zijn Kerk in stand? Wij zijn zo gewichtig niet. Ik mocht planten, zegt Paulus, en Apollos mocht nat maken, maar God alleen gaf wasdom. Welke tuinder kan zelf ook maar één plantje laten groeien? Dat is en blijft toch Gods wonder? Zonder Christus kunnen we niets doen. Zonder de Heilige Geest blijft alles dood! Wij zijn mede-arbeiders van elkaar in Gods opdracht, zo stelt de apostel. Daarom is het zo onchristelijk, zo werelds, zo ongeestelijk en onrijp, wanneer er zich partijen vormen in de gemeente rondom mensen, rondom predikers of andere werkers in het Koninkrijk Gods.

Paulus hekelt die verdeeldheid fel in de ge- meente van Korinthe. Er is toch maar één fundament? Als u daar samen voor buigt en samen op bouwt, hoe kan er dan verdeeldheid zijn op grond van de voorkeur of de verscheidenheid van mensen? Het centraal stellen van de mens - de prediker, de ambtsdrager - is een teken van geestelijke armoede. Als een bode bij u een geweldig geschenk brengt, dan is uw aandacht niet gericht op die bode, maar op dat cadeau! Zo behoren in de gemeente niet menselijke bouwers de blikvangers te zijn, maar het van God gelegde fundament. Wat een troost: het Fundament ligt er en het wil ons dragen in alle arbeid.

2. Een hoge verantwoordelijkheid

De apostel schrijft: , , Maar een iegelijk zie toe (een ieder zij voortdurend waakzaam), hoe hij daarop (op dat fundament) bouwe." (vs. 10). We zijn geroepen om ons in te zetten bij de opbouw van Gods Kerk. Wee ons wanneer we niet op het fundament bouwen. Wanneer onze prediking, ons pastoraat, ons evangeUseren, ons diakonaal bezig zijn niet de Christus centraal stelt. Wee ons wanneer we de mensen terugwerpen op zichzelf of wanneer we ze met rust laten in hun zelfvoldaanheid; wee ons wanneer we de mensen de weg tot Christus versperren; wee ons wanneer we niet de noodzakelijkheid, de volkomenheid en onmisbaarheid van de Heere Jezus prediken. Dan zijn we geen bouwers, maar brekers, slopers. En dan geldt ons dat dreigende woord van vs. \1: , , Zo iemand de tempel Gods schendt, dien zal God schenden." Gods oordeel zal de kerkverwoesters en evangelievervalsers treffen.

Maar nu gaan we nog een stapje verder. Het gaat er niet alleen om dat we op het fundament bouwen, maar ook hóe we dat doen. Ook al is het uitgangspunt goed, dan kan de uitwerking nog wel gebrekkig of ronduit slecht zijn. Men kan op een verkeerd fundament bouwen. Maar men kan ook op een goed fundament een ondeugdelijk bouwsel laten verrijzen. Paulus zegt het zo: de één bouwt met goud op het fundament, de ander met zilver, weer een ander met kostelijke stenen (marmer bijvoorbeeld). Maar er zijn er ook die bouwen met hout, met hooi of met stoppelen (met stro). Dat is nogal een verschil! Een gouden huis of een stro-hut! Een sierlijk en soUede gebouw of een wankel en waardeloos geval. Wat moeten we ons hierbij nu voorstellen? Al die bouwers brengen het getuigenis van Christus.

Ze bouwen immers op het fundament. Maar hoé doen ze dat? Er zijn er die Hever lui zijn dan moe. Ze zijn zo lauw, zo traag in het werk. Arme gemeente die zulke ambtsdragers heeft. Arme ambtsdragers die zulke gemeenteleden hebben.

Het kan ook zijn dat we bij ons werk nogal te veel onszelf op het oog hebben. Dat we onszelf zo belangrijk vinden en dat we soms mensen aan onze persoon willen binden. Het kan zijn dat we de bewogenheid met verloren zonen en dochters, met afgedwaalde schapen teveel missen en dat we te lichtvaardig oordelen over anderen. En zo kunnen we bezig zijn met hout, hooi en stoppelen te bouwen op het fundament. We blijven onder de maat. Want bij zo'n uitnemend fundament als Christus is behoort het beste materiaal: goud, zilver, kostbaar gesteente. In de dienst van de Heere is immers het beste nog niet goed genoeg. Maar zegt iemand, hoe weet ik of ik op de goede wijze bezig ben? Wat is de maatstaf? Het gaat erom dat het gebouw in overeenstemming is met het fundament. Dat Christus herkenbaar mag zijn in ons en in hen die aan onze zorgen als ambtsdragers zijn toevertrouwd of die bij ons als gemeenteleden op onze weg gebracht worden. Dat Christus gestalte aanneemt in ons en onder ons. Hij Die zo vurig bezig is geweest in de opdracht van Zijn hemelse Vader. In het wegcijferen van Zichzelf. In de bewogenheid met de schare. In de gehoorzaamheid aan het Woord en in de waakzaamheid tegen de verleiding. Het is zo nodig discipel, leerjongen van Christus te zijn en ons leven lang te blijven. Zo nodig Hem naar de ogen te zien en in Zijn voetsporen te gaan. Zo nodig Hem nederig te voet te vallen, om zó alleen vruchtbaar te zijn in de dienst des HEEREN. Zie toe hóe gij bouwt. Een grote verantwoordelijkheid voor ambtsdragers en voor alle gelovigen. Is het nog hout, hooi, stro? Of... goud, zilver, marmer? !

3. Een geweldig perspectief

We lezen in vs. 13 over , , de dag". De dag zal het verklaren, de dag zal het in het licht stellen hoe het werk van een ieder is geweest. Welke dag? Dé dag, dat is de jongste dag. De dag des Heeren, de grote morgen van Christus' verschijning in heerlijkheid. Dat is de dag van het oordeel. Dan wordt alles door het vuur beproefd. Nu zien we het gebouw van Gods Kerk vóór ons op de jongste dag. Het fundament ligt onwrikbaar: de Heere Christus. Op dat fundament is de eeuwen door gebouwd, door predikanten, ouderlingen, diakenen, jongere, oudere gemeenteleden, jongens en meisjes...

Nu gaat het vuur erover heen. Alle brandbaar materiaal wordt verteerd. Hout, hooi, stoppelen - er blijft niets van over. Het wordt niet vuurvast bevonden voor God. Het blijkt geen eeuwigheidswaarde te hebben. Wellicht leek het heel wat en zag het er o zo degelijk uit. Misschien waren we zelf best tevreden met ons bouwsel en kregen we complimenten van anderen. , , Schoon pleisterwerk kan slecht materiaal verbergen" (Grosheide). Altijd gedacht dat het goud en zilver was, maar nu blijkt het hooi en stro te zijn. Alles gaat in vlammen op. Die bouwer staat er beschaamd bij, hij krijgt het er zelf ook heet van, de vlammen slaan hem uit. , , Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden." Hij meende bij de eersten te horen, maar blijkt nu een laatste te zijn. Vele eersten zullen de laatsten zijn. Wie zichzelf zal verhogen, die zal vernederd worden. , , Maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur. "O, hij wordt niet behouden als die gevierde prediker, als die rechtzinnige ouderhng of die aktieve diaken. Hij of zij wordt niet behouden als die bekeerde man of vrouw. Maar alleen als goddeloze die om Christus' wil gerechtvaardigd wordt. En in dat beschamende gericht zullen we dan pas ten volle beseffen dat het genade is dat zo'n ellendig mens gered kan worden en we zullen het bewenen dat we door onze hoogmoed, door onze ikzucht enzovoorts zo tekort zijn geschoten in de arbeid des Heeren!

Calvijn schrijft: , , rechte dienaars zullen die dag altijd voor ogen hebben." Voortdurend zullen we als het goed is ons oefenen in het besef dat op die grote dag zal blijken hóe we hebben gewerkt in het bijzondere ambt óf ook in het ambt aller gelovigen.

Nu zegt misschien iemand: in plaats van , , een geweldig perspectief", zou je beter kunnen spreken van , , een beklemmend perspectief". Want dat vuur, is het niet om te huiveren? Ja, maar de apostel wijst allereerst op het positieve. , , Zo iemands werk blijft dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. " Er zal werk zijn dat blijft. Dat goud blijkt te zijn, zilver, kostbaar gesteente. Vuurvast zal het zijn en brandschoon zal het de eeuwigheid ingedragen worden. Laten we het maar eenvoudig zeggen met dat vers: , , al wat gedaan werd uit hefde tot Jezus, dat houdt z'n waarde en zal blijven bestaan". Tot verwondering van die bouwers. HEERE, heeft dat ouderHngschap van mij, zo gebrekkig verricht, nog zoveel vrucht mogen dragen voor de eeuwigheid? En die beker koud water die ik als diaken aangaf aan een dorstige, bent U dat nog niet vergeten? En dat eenvoudig getuigenis dat ik als gemeentelid mocht geven, is dat van zo grote betekenis geweest? Ja, die in Mij blijft en Ik in hem, zegt Jezus, die zal veel vrucht dragen. Dan zullen vele laatsten de eersten zijn. Vele die naamloos waren in de kerk, die onopgemerkt waren, die misschien wel veracht werden, zullen dan geprezen worden. Ze zullen loon ontvangen. Genadeloon! Welaan gij getrouwe dienstknecht of dienstmaagd, u mag ingaan in de vreugde van uw Heere. En uw werken volgen met u, goud, zilver, kostbaar gesteente, bevestigd op het fundament Christus.

Is dat geen geweldig perspectief? Dat wij hier in dit leven door genade eeuwigheidswerk mogen doen? Al wat mensen tot stand brengen, wat ze bouwen, wat ze organiseren, is maar voor een tijd. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar bouwen aan de Kerk, in afhankelijkheid van de Heere, bouwen op het fundament en in overeenstemming met het fundament, dat is eeuwigheidswerk.

„Zo dan, mijn geliefde broeders (en zusters)! zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere" (1 Kor. 15 : 58).

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Bouwen aan Gods Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's