Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE JAARVERGADERING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE JAARVERGADERING

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als ds. A. Verhagen om tien uur de vergadering opent, staat hij voor een geheel bezet kerkgebouw. Niet alleen onze jonge mensen zijn uit alle oorden van ons land naar de Domstad gekomen, maar ook vele ouderen gaven blijk van hun belangstelling. Er waren zelfs uit Wolphaarstdijk meelevenden, voor wie de grote reis niet te groot was; ook verscheidene ambtsdragers toonden hun medeleven.

Na het zingen van Psalm 90 : 1 en 9 leest de voorzitter Jona 3 en ook de 12 artikelen des geloofs, waarna hij in gebed voorgaat.

Openingswoord

In zijn openingswoord begint de voorzitter mét het een aangename taak te noemen, allen een woord van welkom toe te mogen roepen.

De grote belangstelling verheugt ons, temeer omdat hieruit blijkt dat er nog zulk een band is onder elkaar, wat bijzonder op een dag als deze wordt gevoeld.

Wij bleven voor elkaar gespaard, ook als bestuur. In alle eenvoud hebben wij ons werk mogen doen en al zijn wij er van overtuigd dat er veel gebreken aan kleven; wij doen wat mogelijk is. Nogmaals: wij heten U allen zeer hartelijk welkom!

Uit hetgeen wij met elkaar uit Gods Woord gelezen hebben blijkt het grote voorrecht dat de prediking van Jona de mensen raakte. Ze bleven er niet onverschillig onder, zelfs de koning verootmoedigde zich.

Dat enkele woord van Jona in die heidense stad heeft een grote uitwerking. De koning legde zijn kleed af, gevoelende de grote nood, waarin ze waren.

En wij, die week aan week leven onder de verkondiging van dat Woord .... heeft het ons geraakt? En hoe?

Wij weten de dag van onze dood niet, maar hij komt zeker en wij blijven zo veelal dezelfde. Hoe noodzakelijk is het dan de kracht van dat Woord door Gods Geest te ervaren.

De inhoud van de boodschap was niet „Wacht maar af!", o neen, en de koning dreef zijn volk dan ook in zijn proclamatie tot vernedering.

Heeft dit gebeuren in Ninevé ons niet veel te zeggen in een tijd waarin de indrukkeloosheid steeds groter wordt?

Wij kunnen wel zeggen: misschien zijn wij wel uitverkoren, maar dit voorbeeld leert ons wat anders.

Wij bouwen onze luchtkastelen en rekenen veel te weinig op wat komen kan. Wij kunnen zo maar plotseling weg zijn. En na deze tijd is er geen tijd meer. Deze tijd is een voorbereiding voor de eeuwigheid. Wat zal het dan zijn, geen borg te hebben voor onze schuld. Het mocht dan wel onze bede zijn: „Leer ons onze dagen tellen."

En al was die bekering in Ninevé een uitwendige, God gaf verlenging.

Ik hoop, dat wij altijd bezig zullen zijn elkander te wijzen op de noodzakelijkheid van genade. Laten wij letten op Gods geopenbaarde wil.

In Zijn dienst ligt vrede en blijdschap. De inwendige vernieuwing des geestes mocht in ons worden gewerkt. Het verheugt ons dat dit alles m de plaatselijke verenigingen wordt bestudeerd. Ik zou U mee willen geven, maar dan in innerlijke zin, de proclamatie van deze heidense vorst. Dat volk, dat zich innerlijk verootmoedigd, is gelukkig in de ware zin. De Heere schenke die genade in ons opkomend geslacht en het werk van de plaatselijke verenigingen mocht als middel worden gebruikt.

De Heere verbinde ons in het zoeken van die dingen, die boven zijn.

De belangstelling van kerkeraden ouderen doet ons goed en bijzonder onze jonge mensen. en wel

Met dit gesprokene acht de voorzitter de vergadering voor geopend.

Jaarverslagen

De jaarverslagen van secretaris en penningmeester geven een gunstig beeld van het geheel. Het werk op de verenigingen staat op een goed peil, beter dan wel eens geweest is en dat is verblijdend. De objecten der J.V.-studie hebben zulk een hoge waarde, dat het grote verplichtingen met zich brengt als men een onderwerp moet maken. Gelukkig maakt men er zich maar niet van af en dat blijkt o.a. ook uit hetgeen op jaarvergaderingen wordt geboden.

Van belang blijken ook wel de besturen vergaderingen. Wat daar wordt besproken, wordt als een stimulans doorgegeven op de plaatselijke verenigingen en dat houdt de activiteit gaande. Een en ander blijkt uit een zeer duidelijk rapport over de laatstgehouden bes torenvergadering te Dordrecht (25-l-'58) dat wordt uitgebracht door dhr. W. F.

Teekens van Gouda, die het verloop van die vergadering tot in de puntjes weergeeft.

Intussen zijn ook telegrammen verzonden aan H.M. de Koningin en aan H.K.H Prinses Wilhelmina en nog tijdens de vergadering kwam in een telegram een dankwoord van onze Vorstin.

Lezing door ds. A. Vergunst

Het woord wordt dan gegeven aan ds. A. Vergunst, die zijn lezing houdt over: „De Synode van Embden."

Waar deze lezing in een reeks artikelen geheel in ons blad zal worden afgedrukt, is het overbodig er iets van weer te geven.

De conclusie die spreker voor onze tijd maakte, was: In een tijd van bloed en tranen zei men niet: „alles dreigt toch onder te gaan", want men rekende alleen met God.

De vergadering wordt nu geschorst tot twee uur. Ds. Vergunst eindigt met dankgebed, nadat nog uit Psalm 122 de verzen 1 en 3 zijn gezongen.

Bij heropening van de vergadering om twee uur wordt gezongen Ps. 119 : 3 en gaat ds. K. de Gier voor in gebed.

Er volgt nu een leerzame beantwoording van de gestelde vragen.

Eén der belangrijkste vragen is wel: „Is de wereldraad van kerken enigszins de verwezenlijking van het ideaal onzer vaderen? "

Hierop geeft ds. Vergunst het volgende kernachtige antwoord: „Het éénzijn des geestes bij onze vaderen is in deze wereldraad van kerken niet aanwezig; wel veel verschil met uiteenlopende belijdenissen."

Het ligt voor de hand, dat de voorz. ds. Vergunst hartelijk dankt voor zijn lezing en de beantwoording der vragen.

De 2e spreker, de heer F. v. d. Vlis

Van een geheel andere aard is het onderwerp, dat het hoofd van onze Chr. School te Ridderkerk, dhr. F. v. d. Vlis behandelt. „De les van Sichem" is een bijbels onderwerp van uitzonderlijke betekenis, niet alleen voor de tijd waarin deze geschiedenis in het gezin van de aartsvader Jacob valt, maar zeer zeker voor alle tijden daarna en dus ook voor ónze tijd.

Ook dit onderwerp zal in „Daniël" worden behandeld, waartoe de spreker zich bereid verklaarde onder voorwaarde, dat hij met het gereedmaken voor ons blad even de tijd zal krijgen.

Verschillende vragen komen aan de orde en slechts node wordt de bespreking beëindigd. Ook dhr. v. d. Vlis ontvangt een woord van welverdiende dank.

Dan is het einde van de vergadering in het zicht.

De voorzitter spreekt hartelijke woorden van dank tot de kerkeraad van Utrecht, de regelingscommissie en de meisjesvereniging, die beide zulk een verdienstelijk werk hebben verricht, en tot de koster en zijn vrouw.

Sluiting

Het slotwoord wordt gesproken door ds. L. Rijksen. Een aangename verrassing voor de gehele vergadering en zeer zeker voor de jonge mensen was het, toen ds. L. Rijksen, en dhr. A. van Bochove aan onze Theologische School tijdens de vergadering met alle studenten in ons midden kwamen. Wat is dat gewaardeerd. Jammer, dat ds. J. W. Kersten verhinderd was.

Dit bracht dan met zich mee, dat ds. Rijksen de vergadering in een slotwoord toespreekt.

Na bedankt te hebben voor de uitnodiging, begint ds. Rijksen met de opmerking, dat de kerk uit de jeugd wordt gebouwd.

Hoe organiseert zich de jeugd?

De wereld doet dat en soms heel godsdienstig. Men zoekt in onze dagen in naam van de eenheid zoveel af te voeren in een weg, waarin men beslist God niet mee heeft.

Het is een reden tot droefheid, dat zo weinig jongens lust hebben te studeren en zich te verdiepen in de dogmatische stukken.

Volgens spreker is een gebrek aan belangstelling bij de jongens groter dan bij de meisjes, de laatsten tonen in het algemeen belangstelling.

Maar verblijdend is het, dat vandaag dit kerkgebouw weer vol is, al is anderzijds dit aantal jonge bezoekers slechts een klein deel van het geheel.

De eenheid onderling is aangenaam, maar een eenheid waar God op het hoogst wordt verheerlijkt vermag alleen wederbarende genade.

In ons isolement ligt onze kracht, inplaats van samen te gaan met van alles en alles de hand te geven.

De Heere zegene U in Uw verenigingen en wone en werke in Uw hart. Wijsheid is goed, doch met een erfdeel.

En zien we dan op de donkerheid der tijden, dan vragen we ons zo dikwijls af: „Wat zul je nog mee moeten maken!" Maar geen nood, als ge de Heere maar nodig mag hebben.

Inzonderheid Uw voorzitter, voor wie het een lust is met U samen te werken, vooral als hij iets mag waarnemen van de vreze des Heeren wensen wij al het nodige toe bij zijn taak.

Op verzoek van ds. Rijksen wordt gezongen Ps. 119 : 67, daarna eindigt hij met dankgebed en behoort ook deze jaarvergadering tot het verleden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1958

Daniel | 7 Pagina's

DE JAARVERGADERING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1958

Daniel | 7 Pagina's