Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE HUWELIJKSSLUITING II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HUWELIJKSSLUITING II

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De overheid

Welke taak heeft de overheid ten aanzien van het huwelijk? Zeker niet om twee mensen bij elkaar te brengen. De overheid maakt de geliefden niet tot elkaars partners. Dat doen de huwenden zelf. De overheid heeft wel de taak om wat de huwenden besluiten, voor officieel en rechtsgeldig te verklaren. Die verklaring maakt de verbintenis tot een huwelijk.

Kan de overheid een huwelijk in stand houden? In zekere zin niet. De huwenden slui-ten het huwelijk. Zij moeten het ook zelf in stand houden. Willen zij dat niet langer, dan kan de overheid dat huwelijk niet goed doen blijven. De overheid kan het niet in stand houden.

Dat is echter ook niet de taak van de overheid. Zij heeft een andere taak. De belofte van liefde en trouw bindt voor het leven. Aan de belofte zitten rechten en verplichtin-gen. Ik herinner aan een aantal zaken. Wie zieh tot liefde en trouw voor het leven ver-bindt, kan niet tegelijk ook aan een andere vrouw diezelfde belofte doen. De overheid is er om de gehuwde vrouw te beschermen tegen de mogelijkheid dat haar man tegelij-kertijd met een tweede vrouw een huwelijk aangaat. Diezelfde bescherming geniet de man, als zijn vrouw het plan heeft tot een tweede huwelijk tegelijkertijd.

De kinderen die uit deze verbintenis voortkomen hebben alleen de wettelijke status van kinderen van dit echtpaar, als beiden officieel getrouwd zijn. Zonder dat huwelijk gelden ze als kinderen van de vrouw. Later kunnen ze wel alsnog op de naam van de man, die verwekker is, geschreven worden, doch dat gaat niet zo maar. Heiaas is het mogelijk dat een getrouwde vrouw een kind verwacht dat niet van haar man is. Dat kan de overheid niet voorkomen. Dat wordt ook door het instituut van het huwelijk niet onmogelijk gemaakt. Als de man verklaart: het is mijn kind niet, is erde mogelijkheid van ontbinding van het huwelijk.

Te denken valt aan pensioenrechten van de wettige echtgenote. Die zijn alleen zeker als het gaat om een officieel gesloten huwelijk. Een verbinding enkel op basis van een tus-sen de twee geliefden afgelegde belofte geeft de vrouw geen recht op pensioen na het overlijden van haar geliefde. Samenieving, overheid, kerk en familie moeten weten waar ze aan toe zijn. Die wetenschap wordt verkregen door de daad van de geliefden. Zodra ze zieh wederkerig daartoe officieel verbinden, is er een huwelijk. Wat de overheid doet, is vrijwillig aangegane verplichtingen vastleggen. Daarop spreektde overheid haar burgers aan.

Wat je afspreekt, toezegt, op je neemt heeft alleen rechtskracht in de samenleving als het officieel vastgelegd wordt.

De overheid is er om mensen te binden aan datgene waartoe ze zichzelf vrijwillig hebben verbunden.

Inderdaad kan de overheid een huwelijk niet in stand houden. De overheid kan echter wel vragen dat de verbreking van een huwelijk even officieel plaatsvindt als de sluiting. Dat is niet enkel de scheiding voor een bepaalde tijd tegenhouden. Dat is ook het regelen van de rechten en plichten die de partners krachtens hun gehuwd (geweest) zijn je-gens elkaar hebben. De man kan niet zomaar tegen zijn vrouw, met wie hij twintig of meer jaar getrouwd is geweest, zeggen: Red je maar buiten mijn huis. Ik ben van je af. Overeenkomsten en beloften dienen nagekomen te worden. En bij verbreking ervan dient de schade rechtvaardig geregeld te worden.

Op zieh is het geen bezwaar dat het huwelijk in het Oude Testament de indruk wekt van een zakelijke overeenkomst te zijn! Als het daarbij maar niet blijft. Uit Efeze 5: 22-33 (met name 28-33) blijkt dat er voor een christelijk huwelijk veel meer nodig is dan een uiterlijke overeenkomst. Doch dat meerdere doet niets af aan de noodzaak dat het huwelijksverbond officieel gesloten wordt. De HERE God stelt ook bij de sluiting van Zijn verbond met ons een officiële daad. Teken en zegel worden ons geschonken. Daarop kunnen we God aanspreken. Juist in de Christelijke Gereformeerde Kerken wordt er de nadruk op gelegd dat beleving van het verbond niet opgaat in het kunnen verwijzen naar teken en zegel. Doch buiten teken en zegel om is niet te spreken van een verbond. De relatie tussen God en ons krijgt bevestiging in het teken. God schaamt Zieh er niet voor Zijn belofte vast te maken door het teken. Men zie artikel 34 van de N.G.B.

Wij volgen de overheid omdat en zolang zij op dit punt handelt naar de Schrift. Mocht de overheid haar taak verzaken door een samenwoningsrelatie van dezelfde waarde en rechtsgeldigheid te verklaren als het huwelijk, dan zal de Kerk daarin de overheid niet mogen volgen. Dan ondergraaft de overheid het huwelijk als een officieel instituut. De Kerk zal op het officiële karakter van het huwelijk moeten blijven aandringen, ook als de overheid daar in haar wetgeving aan zou voorbij gaan.

Verbreking van relatie hetzelfde als echtbreuk?

Tenslotte: Hoe dient een kerkeraad iemand te behandelen die een samenwoningsrelatie verbreekt? Moet hij voor de kerkeraad gelijk staan met een echtbreker?

Het luistert hier nauw. Van een officieel huwelijk is geen sprake. Derhalve kan het huwelijk ook niet verbroken worden. Het was er niet, dus kan het niet stuk gaan.

Er was wel iets anders: Een belofte van trouw, afgelegd in de persoonlijke sfeer, zonder officiële gebeurtenis. De kerkeraad kan een man of vrouw die deze belofte verbreekt, wel als een woordbreker aanspreken en behandelen. Hij kan hem of haar niet als een echtbreker beschouwen. Voor de relatie was immers kenmerkend dat het juist niet een echte „echtvereniging” was. Er is zeker sprake van ontrouw. Dat is ook dan het geval als een jongen bij een meisje een kind heeft verwekt en haar niet wil trouwen: „Hij laat haar zitten”. Daarop zal een kerkeraad een man kunnen aanspreken. Wie de samenle-vingsrelatie verbreekt, laat de ander zitten, al of niet met een kind! Dat is woordbreuk, maar geen echtbreuk. Woordbreuk is een ernstige zonde. Ze vindt ook plaats bij echtbreuk, maar echtbreuk is nog meer!

Heb ik de vragen nu bevredigend beantwoord? Heb ik met genoegzame duidelijkheid uit de Schrift aangetoond, dat het huwelijk ten overstaan van de overheid gesloten moet worden? Het antwoord worde door de lezer gegeven.

Voor mij Staat onomstotelijk vast, dat het huwelijk meer is dan de belofte van trouw door twee geliefden, in alle stilte gegeven. Een huwelijk kan niet zonder dit persoonlijke, intieme moment. De samenleving komt er echter ook aan te pas. Dat is bij ons familie, overheid en kerk. Wie de samenleving passeert, doet alsof hij voor zichzelf en op zichzelf leeft. Dat is in strijd met het huwelijk als basis voor een gezin en als eel van de samenleving.

De overheid regelt het innerlijk van het huwelijk niet. De overheid regelt wel wat krachtens de huwelijksbelofte rechtsgeldigheid moet verkrijgen. Teken en zegel, belofte, bezegeld met handtekening horen er bij.

Wie de handtekening niet wil zetten, geve antwoord op de vraag: waarom niet? Die vraag mag hem gesteld worden. Hij/zij dient die vraag te beantwoorden: Waarom wel de (voor)rechten maar niet de plichten, wil men: waarom wel de lusten, maar niet de lasten?

Het verbond tussen God en Zijn volk heeft een binnen- en een buitenkant. Die horen bij elkaar. Zo ook het elkaar tot man en vrouw worden èn de publieke betuiging daar-van in het geven van de hand en het zetten van de handtekening.


Prof. dr. M. Boertien heeft toegezegd voor dit nummer een artikel te schrijven over de „Goed Nieuws”-vertaling, die het Nederlands Bijbelgenootschap deed verschijnen. Hij heeft de kopij daarvoor ingezonden. Het artikel is langer dan we gewend zijn. Het lijkt ons niet gewenst om dit artikel over twee nummers te verdelen. De lezer zal het D. V. in het volgende nummer van AC mogen verwach ten.

We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om door de voorraad boekbe-sprekingen been te komen. Er was nogal wat blijven overstaan. Vandaar dat we de vrijgekomen ruimte aan Ter Overweging besteed hebben.

DE REDACTIE

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1984

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

DE HUWELIJKSSLUITING II

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1984

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's