Jij en… Daniël

Om een huis te bouwen, heb je een steiger nodig. Zonder steiger geen huis. De bouwvakkers staan op de steiger en zo metselen ze het huis. En die steiger groeit dus met het huis mee. Hoe hoger het huis wordt, hoe hoger de steiger. Een steiger is onmisbaar. Maar, als het huis klaar is, dan heeft de steiger geen nut meer. Dan moet hij worden afgebroken. En uiteindelijk zal het steigerhout verbrand worden. Want het is zo lelijk geworden, je kunt het nergens voor gebruiken. Steigerhout. Wist je dat dit in geestelijk opzicht ook bestaat? Mensen kunnen als steigerhout dienen. God gebruikt ze om Zijn eeuwige Huis te bouwen. Maar ze zijn zelf geen levende stenen. Ze zijn op een bepaald moment nutteloos en worden dan als steigerhout verbrand.

Koning Nebukadnezar was zo iemand. In hoofdstuk 4 is hij aan het woord. Hij spreekt en schrijft in de 1e persoon enkelvoud. Ik, Nebukadnezar… We hebben hier te maken met een koninklijke afkondiging. En die afkondiging is door Daniël onder leiding van de Heilige Geest in de Bijbel opgenomen. Dat is wel heel apart. Nebukadnezar als Bijbelschrijver. Dat heeft hij natuurlijk niet geweten en ook niet zo bedoeld. Nebukadnezar wilde alleen maar aan zijn onderdanen laten weten dat hij hersteld was van een ernstige psychische ziekte. We zouden het kunnen vergelijken met een toespraak op radio en televisie van ons staatshoofd, koning Willem-Alexander. Dat gebeurt bijvoorbeeld ter gelegenheid van zijn verjaardag, of na een ramp of andere bijzondere gebeurtenis. Dan spreekt het staatshoofd het volk toe. Met die bedoeling had Nebukadnezar deze brief opgesteld.

De Heere had andere bedoeling met deze toespraak. Daniël heeft onder leiding van de Heilige Geest de woorden van Nebukadnezar in zijn boek opgenomen. Met de bedoeling om God te eren en te verheerlijken. Nebukadnezar dankt God voor de wonderen en tekenen die Hij aan hem gedaan heeft. Hij belijdt dat Gods Rijk een eeuwig Rijk is en dat Zijn heerschappij van geslacht tot geslacht is. Dat zijn wel hele mooie woorden. Het zijn ook ware woorden, waar je ‘amen’ op kunt zeggen. Er zijn zelfs duidelijke herinneringen aan woorden uit de psalmen, bijvoorbeeld psalm 145:13. Maar toch gaan we te snel als wij denken dat Nebukadnezar kennelijk dus bekeerd was. Het zal later in hoofdstuk 4 wel blijken dat dit helaas niet zo is geweest.

Maar dit komen we wel meer tegen in de Bijbel. Dat God mensen gebruikt om dingen te zeggen, die mooi en waar zijn, maar die daar zelf geen deel aan hebben. Denk bijvoorbeeld eens aan de waarzegger Bileam. Die was ingehuurd door Balak, de koning van Moab, om het volk Israël te vervloeken. Maar de Heere hield dat tegen. En Hij gaf Bileam andere woorden te spreken. God sprak door Bileam een zegen over Israël uit, tot wel drie keer toe. Er staat in Numeri 24 zelfs dat de Geest van God op hem was. En zo profeteerde hij van de Heere Jezus. Er zal een Ster voortgaan uit Jakob, en er zal een Scepter uit Israël opkomen. Of denk aan Kajafas, de hogepriester. Hij was een vijand van de Heere Jezus, hij zocht naar een manier om Hem te doden. En dan zegt hij in Johannes 11:50 En gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat een Mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga. God maakt voor dit ene moment gebruik van hem. ‘Hij profeteerde’, zo lezen we. Dat betekent, dat wat hij zegt de waarheid van God bevat. En deze onwaarachtige huichelaar wordt even een profeet. Hij profeteert dat Jezus zou sterven voor het volk. En al beseft Kajafas in de verste verte niet wat hij zegt, maar God legt voor dit moment beslag op de hogepriester en God gebruikt hem om in enkele woorden de kern van het Evangelie uit te spreken.

Nebukadnezar, Bileam, Kajafas. Ze zijn gebruikt om het eeuwige Vaderhuis te bouwen. Maar ze waren niet meer dan steigerhout. Ze waren zelf geen levende stenen. Ze zijn afgebroken en als steigerhout in het vuur geworpen. Jongelui, dat is iets ontzettends! Dat je dus door God gebruikt kan worden om ware dingen te zeggen, maar dat je er zelf geen deel aan hebt. Binnenkort zullen heel veel jongeren belijdenis doen. Misschien jij ook wel. En dat is altijd een fijne en indrukwekkende gebeurtenis. Daar mogen we de Heere voor danken. Er zijn immers ook zoveel jongeren die de wereld lief hebben gekregen en de Heere en Zijn dienst de rug toekeren. Maar, je kunt belijden dat de Bijbel waar is. Je kunt belijden dat God de Schepper is van hemel en aarde. Je kunt belijden dat Jezus de Zoon van God is. En er toch zelf buiten staan. Dat laat het voorbeeld van Nebukadnezar wel zien. De Heere Jezus zegt in Matthéüs 7:21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet de wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Wees dus niet al te snel met je conclusie dat je wel gelooft. Denk niet al te gauw dat het wel goed is. Onderzoek jezelf, stel jezelf op de proef, of je in het geloof bent, zo zegt Paulus in 2 Korinthe 13. Jeremia wist dat hij een arglistig hart had. En David vertrouwde zichzelf ook niet. Vraag daarom aan de Heere: Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.

makempeneers@kliksafe.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen