Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Artikel 4 en 6 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: De boeken van de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Artikel 4 en 6 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: De boeken van de Heilige Schrift

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 4
Kanonieke boeken der Heilige Schriftuur

Wij vervatten de Heilige Schriftuur in twee boeken, het Oude en het Nieuwe Testament, welke zijn kanonieke boeken, waar niets tegen valt te zeggen. Deze worden aldus geteld in de Kerke Gods. De boeken van het Oude Testament (-) Het Nieuwe Testament (-)

Artikel 6
Onderscheid tussen kanonieke en apocriefe boeken

Wij onderscheiden deze heilige boeken van de apocriefe boeken (als daar zijn:-) Dewelke de Kerk wel lezen kan, en daaruit ook onderwijzingen nemen, voor zoveel als zij overeenkomen met de kanonieke boeken, maar zij hebben zulk een kracht en vermogen niet, dat men door enig getuigenis van deze enig stuk van het geloof of van de christelijke religie zou kunnen bevestigen; zo ver is het van daar dat zij de autoriteit van de andere, heilige, boeken zouden vermogen te verminderen.

De Heilige Schrift: een bibliotheek
De Heilige Schrift is het onfeilbare Woord van God. De Schrift vormt een eenheid. Dat is niet in tegenspraak met het feit dat de Schrift ook een verzameling van boeken is; een bibliotheek. Mozes, de eerste bijbelschrijver, leefde in de vijftiende eeuw vóór Christus. Johannes schreef tegen het einde van de eerste eeuw na Christus het boek Openbaring op het eiland Padmos. Wat al deze boeken aan elkaar verbindt, is dat zij door Gods Geest zijn geïnspireerd. Door middel van deze boeken heeft God Zichzelf en Zijn wil tot zaligheid aan ons bekendgemaakt.
De bijbelboeken kunnen in twee groepen worden verdeeld: die van het Oude en die van het Nieuwe Testament. De boeken van het Oude Testament zijn geschreven vóór de komst van de Heere Jezus Christus naar deze wereld en die van het Nieuwe Testament erna. We spreken wel van de canonieke boeken. Het woord ‘canoniek’ is van het woord ‘canon’ afgeleid. Dat betekent maatstaf. De canonieke boeken zijn maatgevend voor ons geloof en onze levenswandel.

De canon van het Oude Testament
Wanneer we in het Nieuwe Testament de uitdrukking ‘er staat geschreven’ tegenkomen, gaat het om iets wat in één van de boeken van het Oude Testament staat. In het Nieuwe Testament zelf wordt slechts eenmaal de uitdrukking Oude Testament gebruikt en wel in 2 Korinthe 3. In het Nieuwe Testament wordt het Oude Testament met meerdere benamingen aangeduid. We lezen van de Schrift, van de wet, van de wet en de profeten of van Mozes en de profeten. Met de wet wordt óf het gehele Oude Testament bedoeld of de eerste vijf bijbelboeken die op de naam van Mozes staan. Daarom worden deze bijbelboeken ook wel kortweg Mozes genoemd. Met de profeten worden al de oudtestamentische bijbelboeken bedoeld die volgen op de boeken van Mozes. Allen zijn zij immers door de Geest van de profetie geïnspireerd. Men maakte ook wel een driedeling tussen de oudtestamentische bijbelboeken. Men begon altijd met de vijf boeken van Mozes. Onder de profeten verstond men dan de boeken van Jozua tot en met 2 Koningen. Hierin vinden we namelijk profetische geschiedschrijving. Deze boeken stonden bekend als de vroege profeten. De boeken Jesaja, Jeremia, Ezechiël en de twaalf kleine profeten stonden bekend als de late profeten. De overige bijbelboeken noemde men ‘geschriften’. De genoemde driedeling komen we al tegen in het apocriefe boek Jezus Sirach dat in de tweede eeuw vóór Christus is geschreven. Het belangrijkste bijbelboek uit de groep van de zogenaamde geschriften is ongetwijfeld het boek van de Psalmen. Daarmee kon dan ook heel deze groep bijbelboeken worden aangeduid. Zo komen we dat tegen in Lukas 24:44.

De apocriefe boeken
Ik liet het woord ‘apocrief’ vallen. Wat betekent dat? Reeds een aantal eeuwen vóór Christus begon de Joodse gemeenschap in Egypte een begin te maken aan het vertalen van de oudtestamentische bijbelboeken vanuit het Hebreeuws in het Grieks. Deze vertaling staat bekend als de Septuaginta. In de Septuaginta werden een aantal boeken opgenomen die wij niet vinden in de Hebreeuwse canon van het Oude Testament. Deze boeken werden geschreven in de laatste eeuwen vóór de christelijke jaartelling. De stem van de profetie was toen al tot zwijgen gekomen. Deze boeken noemen we de apocriefe boeken. We vinden ze opgesomd in artikel 6 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In het Nieuwe Testament wordt meer dan eens teruggegrepen op de apocriefe boeken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de boeken van de Makkabeeën, waarin de vrijheidsstrijd van het Joodse volk in de tweede eeuw vóór Christus tegen de Syrische koning Antiochus Epifanes wordt beschreven. Nooit worden zij echter aangehaald als Heilige Schrift. Terecht heeft Guido de Brès dan ook in artikel 6 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis betuigd dat wij deze boeken wel mogen lezen en er onderwijs uit mogen nemen, maar alleen voor zover zij overeenkomen met de canonieke bijbelboeken. De Statenvertalers hebben ook de apocriefe bijbelboeken vertaald. In oude uitgaven van de Statenvertaling vind je ze na het Nieuwe Testament, voorafgegaan door een waarschuwing aan de lezer. De rooms-katholieke kerk oordeelt hier anders over. Zij kent aan deze boeken goddelijk gezag toe, al beseft ook Rome dat zij niet van hetzelfde gezag zijn als de andere bijbelboeken. Zij spreekt van deutero-canonieke boeken. Als kerk van de Reformatie ordenen wij wel de oudtestamentische bijbelboeken in de volgorde waarin zij voorkomen in de Septuaginta. Dat wil zeggen: eerst de historische boeken, dan de dichterlijke boeken en ten slotte de profetische boeken.

De pseudepigrafen
In de eeuwen vóór Christus zijn er nog meer godsdienstige boeken geschreven binnen de Joodse geloofsgemeenschap dan de boeken die we tegenkomen in de Septuaginta. Deze boeken worden wel pseudepigrafen genoemd. Velen ervan, hoewel niet alleen, zijn namelijk onder pseudoniem geschreven. Ook naar die boeken wordt soms in het Nieuwe Testament verwezen. Zoals we in 2 Timotheüs over de Egyptische tovenaars Jannes en Jambres lezen. Hun namen komen in zo’n pseudepigraaf voor. In de brief van Judas wordt het zogenaamde boek van Henoch geciteerd. Ook hier geldt weer dat deze boeken nooit als Heilige Schrift in het Nieuwe Testament worden aangehaald.

De canon van het Nieuwe Testament
De boeken van het Nieuwe Testament zijn allen óf door de apostelen óf door één van hun naaste medewerkers geschreven. Zij verhalen het werk van de Heere Jezus Christus hier op aarde, de verbreiding van Zijn Kerk na de uitstorting van de Heilige Geest en de betekenis van Zijn kruisdood, opstanding en hemelvaart (dat laatste vinden we vooral in de nieuwtestamentische brieven). In de tweede eeuw na Christus begonnen er allerlei publicaties op naam van de apostelen en verhalen over de apostelen te verschijnen die een heel andere geest ademden dan de nieuwtestamentische bijbelboeken. Daarom kwam men ertoe een lijst met de namen van boeken op te stellen waarin de boeken die tot het Nieuwe Testament behoorden, werden opgesomd. De oudste daarvan is de canon muratori aan het einde van de tweede eeuw na Christus. Over sommige boeken bestond nog langere tijd onduidelijkheid, zoals het boek Openbaring en de brief aan de Hebreeën. In de paasbrief die de kerkvader Athanasius in 367 na Christus deed uitgaan, worden alle boeken opgesomd die wij nu in het Nieuwe Testament vinden. De canon van de Bijbel is een geloofszaak. Het is niet zo dat de kerk de omvang van de Bijbel heeft vastgesteld. De kerk heeft in het geloof die boeken als Heilige Schrift aanvaard, waarin zij kennelijk de stem van de levende God hoorde. Laat bij het lezen en het onderzoeken van de Schrift dan ook onze bede zijn: ‘Open mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 2004

Kerkblad | 12 Pagina's

Artikel 4 en 6 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: De boeken van de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 2004

Kerkblad | 12 Pagina's