Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liberalisering van de landbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liberalisering van de landbouw

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs presenteerde minister Veerman zijn toekomstvisie "Kiezen voor landbouw"'. De rode draad in die visie is dat de liberalisering van de landbouw een proces is dat steeds verder doorgaat. Daarbij kiest de minister er nadrukkelijk voor dat marktwerking en ondernemersschap centraal staan en de bemoeienis van de overheid verder zal afnemen.

De gevolgen van de verdergaande liberalisering zijn groot. Het is vrijwel onmogelijk om te concurreren tegen landen die produceren tegen wereldmarktprijzen. De Nederlandse boer heeft te maken met vele kostprijsverhogende factoren zoals milieu-en dierenwelzijnseisen, quotakosten en hoge grondprijzen.

Verdere liberalisering zal ertoe leiden dat er een toenemende schaalvergroting zal optreden. Volgens minister Veerman zijn glastuinbouwbedrijven tot 40 hectare over 15 jaar geen uitzondering. Andere bedrijven zoeken hun toekomst in verbreding van de land­ bouw met bijvoorbeeld zorg, toerisme en recreatie. Weer andere ondernemers zoeken het in het buitenland waar veel ruimte is, zowel wat betreft regelgeving als wat betreft grondoppervlak. En ten slotte zullen er boeren zijn die tot de conclusie (moeten) komen dat er voor hun bedrijf geen toekomst meer is. Dat proces is nu al in volle gang. Momenteel ver­ dwijnen er elf boeren per week. Dat zijn bijna 600 boeren per jaar'.

Oorzaken

Wat zijn de oorzaken van de liberalisering in de landbouw? Hoe heeft het zover kunnen komen?

Na de oorlog was alles erop gericht om zoveel mogelijk voedsel te produceren. Door meer Europese samenwerking kwam er een Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat één van de belangrijkste pijlers werd van de Europese Unie die gekenmerkt werd door protectionisme. Om de inkomens van de Europese boeren te beschermen werd de productie van voedsel gesubsidieerd en werd de Europese markt afgeschermd. Voor een aantal producten, zoals graan, zuivel en suiker, werd een ingewikkeld prijsbeleid ontworpen.' Dit ziet er als volgt uit (zie figuur 1).

Aan het begin van het jaar stelt de EU de zogeheten streefprijs in. Dat is de prijs die met het oog op kosten en inkomens wenselijk geacht wordt voor de boer. De werkelijke prijs is meestal lager. Zakt de prijs tot onder de door de EU

vastgestelde interventieprijs, dan worden producten uit de markt genomen en opgeslagen als interventievoorraad. Wanneer de prijs van landbouwproducten boven de streefprijs komt, dan worden deze interventievoorraden weer aangesproken om op die manier de prijzen naar beneden te brengen.

Om de Unie te beschermen tegen invoer van buiten Europa, geldt aan de EU-grens een drempelprijs. Deze prijs ligt altijd hoger dan de werkelijke EU marktprijs. Als een buiten-Europese boer op de EUmarkt iets wil verkopen, moet hij een invoerheffing betalen, die zijn lagere prijs omhoogtrekt tot de drempelprijs. Aan de andere kant, wanneer Europese boeren exporteren en de prijs op de EU-markt is hoger dan de prijs op de wereldmarkt, dan geeft de EU onder bepaalde voorwaarden exportsubsidie (ook wel exportrestitutie). Het verschil tussen de EU-marktprijs en de wereldmarktprijs legt de EU dus bij.

Het is niet verwonderlijk dat heel veel landen, met name de Verenigde Staten en ontwikkelingslanden, grote kritiek hebben geuit op dit prijsbeleid. Deze kritiek wordt gedeeld door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) die als taak heeft de wereldhandel te liberaliseren.

Het "dumpen van Europese producten op de wereldmarkt" enerzijds en de hoge invoerheffingen anderzijds vormen al jarenlang een grote bron van ergernis. Sinds 1992 is door Europees Commissaris MacSharry een grote hervorming van het GLB doorgevoerd. Hij stelde voor de garantieprijzen voor onder andere graan, melk en rundvlees fors te verlagen en in plaats daarvan boeren inkomenssteun te geven, gerelateerd aan het aantal hectare land of de hoeveelheid dieren. De gevolgen voor de Europese boeren waren groot. De kritiek van de WTO was hiermee niet verdwenen. Het prijsbeleid bleef namelijk overeind.

Het was Eurocommissaris Fischler die in 2003 een belangrijke stap zette om aan de bezwaren van de WTO tegemoet te komen. Hij stelde voor om de koppeling tussen inkomenssteun en productie ongedaan te maken. Door die ontkoppeling met de productie, wordt de inkomenssteun niet langer als handelsverstorend aangemerkt. Daarnaast is afgesproken dat de exportrestituties geleide­ lijk worden afgebouwd en per 2010 worden afgeschaft.

Een onderwerp dat bij de landbouwhervorming van Fischler ook is afgesproken, maar niet zozeer vanuit het liberaliseringsstreven alswel vanuit het oogpunt van kostenreductie, is dat het uitgavenplafond van het GLB wordt bevroren tot 2013. Doordat er tien lidstaten bij zijn gekomen en er wellicht nog twee (Bulgarije en Roemenië) zullen volgen, betekent dit de facto een grote bezuiniging op de inkomenssteun.

In de huidige discussie over de financiële perspectieven voor de EU tot 2013, ontspint zich opnieuw een fundamentele discussie over de liberalisering van de landbouw. Met name Groot-Brittannië wil vanuit de liberaliseringsgedachte een verdere bezuiniging op de landbouwuitgaven, terwijl met name Frankrijk de EU wenst te gebruiken als verdedigingslinie van de sociale verworvenheden in de landbouw.'

Het is dus met name de voortdurende druk van andere grote landbouwlanden en van de WTO die ervoor hebben gezorgd dat de liberalisering in de Europese landbouw zich krachtig heeft voortgezet.

In de huidige discussie over de financiële perspectieven voor de EU tot 2013, ontspint zich opnieuw een fundamentele discussie over de liberalisering van de landbouw.

Gevolgen

Wat betekent de liberalisering door de hervorming van het GLB

voor de boeren in Nederland? Die effecten zijn, zo heeft het Landbouw Economisch Instituut (LEI) berekend, ingrijpend. Er is een inkomensdaling van 28% berekend. Eveneens is in 2003 berekend dat we er rekening mee moeten houden dat op termijn 20"o van de boeren zal verdwijnen. Dat is één op de vijf boeren. Een hoog percentage dat voor de structuur van de Nederlandse landbouw veel betekent.

Naast het verhogen van de welvaart zorgt liberalisering ook voor het tegengaan van handelsbelemmeringen en voorkomt daardoor zaken die als "onrechtvaardig" worden ervaren.

In de studie "Boeren bij vrijhandel" van het ministerie van LNV schetsen Henk Massink en Gerrit IVIeester de gevolgen van liberalisering voor de Nederlandse landbouw.' Kort samengevat komt het erop neer dat de biologische landbouw, de akkerbouw en de schapen-en rundvleeshouderij erop achteruit zullen gaan. Voor de positie van de varkens-en pluimvee­ houderij zijn de gevolgen minder duidelijk. En de tuinbouw en de melkveehouderij kunnen voordelen ondervinden van handelsliberalisatie. Bij de melkveehouderij zal dan wel sprake zijn van een verdere specialisering, intensivering en schaalvergroting.

Uit zeer recente cijfers van het LEI blijkt dat de schaalvergroting sterk toeneemt.^ Niet zozeer qua absolute aantallen. In de achterliggende tien jaar is het aantal grootschalige bedrijven toegenomen van 9 naar 13% ('grootschalig' noemt het LEI bedrijven boven 100 hectare akkerbouw, ruim honderd melkkoeien en ruim een hectare glas). Maar in diezelfde periode wisten grootschalige bedrijven hun aandeel in economische omvang van land-en tuinbouw uit te bouwen van een derde naar de helft.

Voordelen

Wat zijn de voordelen van de liberalisering van de landbouw? Een eerste klassiek antwoord (ontleend aan Adam Smith) is dat internationale arbeidsverdeling en de daaruit resulterende internationale handel leidt tot een hogere welvaart voor de volkeren. Ricardo bouwde deze argumentatie uit door aan te tonen dat handel over de grenzen voordelen voor beide partners oplevert. Landen specialiseren zich in die producten die zij verhoudingsgewijs het meest voordelig kunnen produceren. Bij volledige vrijhandel was bijvoorbeeld de graanproductie vrijwel uitsluitend gesitueerd in Rusland en Canada.

Naast het verhogen van de welvaart zorgt liberalisering ook voor het tegengaan van handelsbelemmeringen en voorkomt daardoor zaken die als "onrechtvaardig" worden ervaren. De strijd van de WTO tegen de exportrestituties en invoerheffingen wordt ingegeven door het feit dat producten van landen buiten de EU in hun ogen onterecht worden benadeeld.

Een derde voordeel is dat door vrijhandel de nieuwste landbouwtechnieken ook in andere landen beschikbaar komen, waardoor de technologische vooruitgang zich steeds breder en sneller gaat voltrekken.

Nadelen

Er zijn echter ook nadelen verbonden aan de liberalisering van de landbouw. Allereerst het ethische bezwaar dat alleen de economische waarde van de landbouw telt. Voedsel is een onmisbare grondstof voor elk mens en dier en daardoor meer dan een "marktproduct".

Voedsel is elk mens een onmisbare grondstof voor en dier en daardoor meer dan een "marktproduct".

Het tweede nadeel is dat liberalisering geen rekening houdt met

de natuur en het milieu. De zorg hiervoor werkt immers kostenverhogend. Denk bijvoorbeeld aan de hoge dierenwelzijnseisen die in Europa gelden.

In de derde plaats leidt liberalisering veelal tot uitbuiting van werknemers om de loonkosten te drukken en komt de sociale zekerheid onder druk te staan.

Een volgend nadeel is dat niet alleen binnen landen, maar ook tussen landen de verschillen steeds groter worden. Niet alle ontwikkelingslanden zijn gebaat bij liberalisering. De theorie van Ricardo werkt in het nadeel van die landen die geen enkel product verhoudingsgewijs goedkoop kan produceren.

Een laatste nadeel van liberalisering is dat multinationals zich veelal onttrekken aan ethische politieke afwegingen, bijvoorbeeld ten aanzien van biotechnologie.

Suikerheroormingen

De complexiteit van de liberalisering kan goed worden geïllustreerd aan de hand van de op dit moment zeer actuele besluitvorming over de suikerhervormingen.

Omdat Brazilië en Thailand de EU bij de WTO hebben aangeklaagd over de handelsverstorende exportrestituties en de hoge invoerheffingen, heeft Eurocommissaris Fisher-Boel voorstellen gedaan om de interventieprijs van suiker met 39% te verlagen. De gevolgen daarvan voor de Europese suikerindustrie zijn heel groot. Volgens onderzoeksbureau Research voor Beleid staan door deze voorstellen 11.500 banen op de tocht van bietentelers, toeleveranciers en de suikerverwerkende industrie." Hoewel er een warme saneringsregeling komt en de bietentelers inkomenssteun zullen ontvangen, zal het onvermijdelijke gevolg zijn dat een groot deel van de suikerproductie uit de Europese Unie zal verdwijnen. De productie in de EU moet van 17, 4 miljoen ton naar 12, 4 miljoen ton per jaar. Het probleem hiervan is dat de suikerproductie niet wordt overgenomen door de ontwikkelingslanden. In dat geval zou het verdwijnen van de Europese suikerindustrie nog te billijken zijn. Nee, de ontwikkelingslanden zijn niet in staat efficiënt te produceren. De suikerproductie wordt overgenomen door met name Brazilië. In die zin is het niet verwonderlijk, maar wel curieus, dat ook de NOVIB, die opkomt voor de belangen van ontwikkelingslanden, zich verzet tegen de suikerhervorming in de EU.

In de Europese Unie hebhen de voormalige koloniën (ACP-landen) een bevoorrechte positie op de Europese markt. Zij hoeven, net als de allerarmste ontwikkelingslanden, niet de hoge invoerheffin­ gen te betalen. Door de liberalisering dreigt ook de suikersector in de ACP-landen te verdwijnen. Ook zij kunnen immers niet zo efficiënt produceren als Brazilië. In de laatste jaren heeft Brazilië 22 nieuwe suikerfabrieken gebouwd en kan daarmee voorzien in 60% van de wereldbehoefte aan suiker. Vrijwel alle grond is in handen van drie bedrijven. De kleine boeren komen er dus niet aan te pas. Plantagearbeiders worden uitgebuit op grond die van kleine boeren afhandig is gemaakt. In mei 2005 trokken daarom bijna 13.000 Braziliaanse landloze boeren uit protest enkele honderden kilometers te voet naar de hoofdstad." Tegelijkertijd werd bekend dat Brazilië in een jaar tijd meer dan 26.000 vierkante kilometer oerwoud heeft gekapt. Een stuk oerwoud zo groot als België is daarmee voor altijd vernietigd. Ook de arbeidsomstandigheden van de werknemers zijn niet erg rooskleurig. De Internationale Ar­ beidsorganisatie schat dat er in Brazilië tussen 25.000 en 40.000 mensen in slavernij-achtige omstandigheden werken.'

In de Europese Unie hebben de voormalige koloniën (ACP-landen) een bevoorrechte positie op de Europese markt. Zij hoeven, net als de allerarmste ontwikkelingslanden, niet de hoge invoerheffingen te betalen.

De gevolgen zijn overigens niet alleen maar negatief. In de eerste

plaats zal de prijs voor een kilo suiker dalen, wat gunstig is voor de consument. Bovendien zullen industrie en boeren na veertig jaar marktbescherming en dito marges, nieuwe, creatieve wegen moeten vinden om hun ondernemingen overeind te houden. Een mogelijkheid voor de Nederlandse industrie zou de raffinage van ruwe rietsuiker kunnen zijn. Ook wordt het interessanter om suiker te maken voor de chemische en farmaceutische industrie of om bio-ethanol te produceren. Vooral de productie van bio-ethanol als vervanger van fossiele brandstof is voor de Nederlandse industrie interessant, mits de overheid dit fiscaal stimuleert.

Publieke gerechtigheid houdt ook in dat de overheid oog heeft voor de sociaal-economische positie van de eigen (Nederlandse) boeren. De hervorming van de suikersector mag er niet toe leiden dat de bietentelers allemaal failliet gaan.

SGP-visie

Met de casus van de hervormingen in de suikerindustrie komen de dilemma's bij de liberalisering van de landbouw duidelijk naar voren. Wat zou hierop vanuit staatkundig gereformeerd perspectief een antwoord kunnen zijn?

Mijns inziens moeten we dan be­ ginnen bij het begrip "publieke gerechtigheid", zoals uitgewerkt in de SGP-nota "Dienstbaar tot gerechtigheid"." De overheid heeft, als dienares van God, de taak om recht en gerechtigheid te bevorderen, ook in internationaal verband. Een concrete uitwerking hiervan is de door de SGP altijd bepleite ruimhartige ontwikkelingssamenwerking en de positie van deze landen op de wereldmarkt. Bij een verdergaande liberalisering moet de positie van deze landen daarom altijd een be­ langrijke rol spelen. Het geleidelijk afschaffen van de exportrestituties en invoertarieven heeft de steun van de SGP, al helpt dat bijvoorbeeld bij de suikerhervormingen de ontwikkelingslanden niet.

Ten aanzien van de landbouw wordt onder andere als overheidstaak geformuleerd de zorg voor de voedselvoorziening.'" De SGP heeft het aspect van de voedselzekerheid altijd grote waarde gehecht, hoewel deze taak niet exclusief tot het eigen grondgebied kan worden beperkt. Het belang daarvan werd tijdens de MKZ-crisis in 2001 aangetoond, toen de grenzen met België en Duitsland, voor een groot aantal producten een aantal weken werd gesloten. Belangrijke voedingsmiddelen (aardappelen, graan, groente en vlees), moeten, desnoods met steun van de overheid, in Nederland behouden blijven.

Publieke gerechtigheid komt in internationaal verband ook tot uiting in een wereldwijde zorg voor natuur en milieu. De overheid is rentmeester en is, wanneer men internationaal zaken doet, ook verantwoordelijk voor de gevolgen voor de internationale natuur-en milieu-effecten. De Braziliaanse houtkap ten behoeve van suikerplantages moet in het internationale verkeer worden tegengegaan.

Ten aanzien van de economie heeft de overheid naast het bevorderen van de publieke gerechtigheid, een taak wanneer de markt en de particuliere instituties falen." Door de SGP is marktwerking (en liberalisering) altijd als uitgangspunt genomen voor een economische orde die recht doet aan de bijbelse gedachten over economie en samenleving.'' Daarbij heeft de SGP ook altijd oog gehad voor de onmogelijkheden en beperkingen van de markt. Als het gaat om de bescherming van de natuur, het milieu, de lonen, de ontwikkelingslanden of ethische waarden, moet de overheid ingrijpen als de markt faalt.

Publieke gerechtigheid houdt ook in dat de overheid oog heeft voor de sociaal-economische positie van de eigen (Nederlandse) boeren. De hervorming van de suikersector mag er niet toe leiden dat de bietentelers allemaal failliet gaan. Weliswaar krijgen ze een compensatie in de vorm van inkomenssteun, maar minister Veerman heeft al aangekondigd dat de inkomenssteun na 2013 drastisch zal worden verlaagd. Hier zal de SGP zich tegen verzetten.

Conclusie

Liberalisering is een proces dat onomkeerbaar lijkt. In december 2005 zijn er in Hongkong onderhandelingen in WTO-verband waar opnieuw verdergaande stappen zullen worden gezet in de wereldwijde liberalisering. Nederland zal daar ook de gevolgen van ondervinden. De structuur van de Nederlandse landbouw zal veranderen door verdergaande schaalvergroting. De SGP is altijd (terecht) kritisch geweest op schaalvergroting, omdat het gezinsbedrijf als meest ideale bedrijfsvorm werd beschouwd. Toch zullen we er niet aan ontkomen om te erkennen dat schaalvergroting onvermijdelijk is om als sector te overleven.

Vrijhandel heeft veel positieve aspecten. Het heeft Nederland altijd veel welvaart opgeleverd. Dankzij de vrijhandel heeft Nederland een Gouden Eeuw gekend. Ook in de SGP-traditie is altijd relatief positief gedacht over liberalisering en negatief over staatsdwang. Daarnaast leidt liberalisering tot een vermindering van onterechte benadeling van landen en stimuleert het de innovatie.

De SGP is altijd (terecht) kritisch geweest op schaalvergroting, omdat het gezinsbedrijf als meest ideale bedrijfsvorm werd beschouwd.

Liberalisering heeft echter ook een aantal negatieve aspecten. Het is de taak van de overheid om de internationale publieke gerechtigheid te bevorderen. Dat betekent dat de overheid (of internationale instituties) moeten ingrijpen wanneer de negatieve aspecten van de liberalisering zich voordoen. Of het nu gaat om de bescherming van de natuur, het milieu, de lonen, de ontwikkelingslanden of ethische waarden.

Volledige liberahsering is een utopie en dat is maar goed ook! Ingrijpen in de vrijhandel heeft echter handelsbelemmeringen tot gevolg. Waar ligt de grens tussen het moreel geoorloofd ingrijpen ter bescherming van het milieu enerzijds en protectionisme anderzijds? Hoe verhoudt zich de afschaffing van de exportrestitu­ ties ten behoeve van ontwikkelingslanden tot de grote inkomensdalingen van de Nederlandse boeren? Hoe verhoudt zich de verdergaande liberalisering in het kader van de WTO zich tot de slavernij-achtige gevolgen hiervan voor Braziliaanse werknemers? Deze dilemma's vragen van overheden een zorgvuldige afweging. De notie van de SGP om publieke gerechtigheid te bevorderen, zowel nationaal als internationaal, is een waardevolle leidraad.

1 Ministerie van LNV Kiezen voor landbouw (IJ september 2005).

2 Bazen, J. SGP en landbouw (2002), p. 15.

3 Rooij, A.A.C. "Bïair werpt zich op als redder" in Reformatorisch Dagblad (25 juni 2005), p. 23.

4 Massink, H.F. & G. Meester, Boeren bij vrijhandel, (2002), p. 28.

5 LEI, Landbouw-Economisch Bericht 2005, p. 106.

6 NRC-Handelsblad, "Duizenden banen in gevaar door suikerplan" [21 juni 2005), p. 15.

7 Sterren, M. van der "Zo helpen we de arme suikerboeren niet" in NRC-Handelsblad (24 juni 2005), p. 7.

8 Idem, p. 7.

9 Massink, H.F. Dienstbaar tot gerechtigheid (1993), p. 74-99.

10 Idem, p. 119.

11 Polder, J.J. Tussen beginsel en belang (1998), p. 116.

12 Idem, p. UI.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Zicht | 48 Pagina's

Liberalisering van de landbouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Zicht | 48 Pagina's