Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hetzelfde geluid van vroeger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hetzelfde geluid van vroeger

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veertig jaar na het verschijnen van het eerste nummer van Bewaar het Pand willen we de vraag onder ogen zien of we met onze uitgave wat bereikt hebben en zo ja, wat dan?

U begrijpt dat deze vraag alles te maken heeft met het doel dat onze vaderen voor ogen hadden. Ons blad bedoelt een uitgave te zijn ter bevordering van de handhaving der oude gereformeerde beginselen. Ds. G. Blom heeft die doelstelling nader uitgelegd in het blad van 14 april 1966. Voor alle duidelijkheid geef ik u iets van zijn woorden door:

“We hebben wel allerlei kerkelijke bladen, maar die geven in het algemeen geen voedsel voor de ziel, geen leiding aan het geestelijk leven. De inhoud daarvan bevredigt onze eenvoudige mensen niet, die bij de Waarheid van Gods Woord willen leven. Daar komt bij dat het kerkelijk leven zich in een geheel andere richting gaat bewegen en hoe langer hoe meer het oude voetspoor verlaten wordt. Wij vrezen dat velen zich lichtvaardig geruststellen voor de eeuwigheid. Velen hebben onze kerken al de rug toegekeerd. Dat is een proces dat doorgaat. Het wordt hoog tijd, dat weer en meer hetzelfde geluid van vroeger wordt gehoord, toen veel meer naar voren kwam wat nodig is gekend te worden tot zaligheid en toen de eenvoudigen voedsel voor hun ziel ontvingen en anderen afgemaand werden van de paden der zonde en des doods”.

Omdat vanuit verschillende richtingen soms schamper over ons blad en de kring rond ons blad wordt gesproken, is het goed de woorden namens de toenmalige redactie tot ons door te laten dringen. Het is niet zo dus dat ons blad allereerst is uitgegeven om een dam op te werpen tegen de in die jaren al opkomende vernieuwingsdrang. Wel is de vinger gelegd bij de achtergronden van deze drang tot vernieuwing. Waar komt die behoefte om liturgische vernieuwingen door te voeren vandaan? Komt het op uit de Godsvreze? Toen hadden onze ouders al zo hun bedenkingen, terecht! De zucht tot vernieuwing kwam en komt op uit een geest die niet uit God is. Bij hen die de aloude prediking van zonde en genade lief kregen, die prediking waarbij de zondaar op het diepst wordt vernederd en de Heere op het hoogst wordt verheerlijkt, vinden we een tevredenheid, waarbij geen onrustige behoefte naar nieuwe dingen wordt gevonden.

Natuurlijk is er ook een star conservatisme, dat het oude roemt omdat het oud is. Conservatisme en Godsvreze zijn geen synoniemen. Maar Godsvreze staat wel tegenover modernisme!

Als ik met u nadenk over de vraag: wat hebben wij bereikt, dan wil ik toch ook wel even vragen wat zij die allerlei vernieuwingen voorstonden nu eigenlijk hebben bereikt? Het is een weg zonder einde gebleken, een weg van onrust, verwarring en verdeeldheid. Het gaat niet meer om wel of niet ritmisch zingen, maar om een fundamenteel verschil in visie op Gods Woord en de ambten. En in de gemeentebeschouwing zijn we aangekropen tegen die kerken waarin de gemeente als een eenheid van gelovigen wordt gezien. Dat is nooit het christelijke gereformeerde standpunt geweest. De vraag is al vaker gesteld: wat is christelijk gereformeerd en wie zijn er nog echt christelijk gereformeerd? Het is pijnlijk en onrechtte moeten horen dat wij een groep in onze kerken zijn, de Bewaar het Panders! Ik meen dat een veroordeling van onze prediking, opstelling en zienswijze een veroordeling is van het geluid dat in onze kerken vanouds werd gehoord. Een veroordeling van onze vaderen, van het kerkvolk, dat wenste te blijven bij de eenvoud van Gods Woord. En dat is nogal wat! Dat kan voor de Koning der Kerk niet verantwoord worden!

De doelstelling van Bewaar het Pand is dus van het begin af geweest: ervoor waken dat het licht van de kandelaar niet op de een of andere wijze wordt verdonkerd! Een vasthouden aan het onverkorte Woord van God en onze dierbare belijdenisgeschriften.

Bij de vraag of we in het nastreven van onze doelstellingen zijn geslaagd, past ons in de eerste plaats diepe verootmoediging. Want in eigen kracht bereikt een mens natuurlijk niets! We moeten ook kritisch naar onszelf kijken. Kwam ons ijveren voor de waarheid (altijd) op uit ware liefde tot de Heere en Zijn Woord? Het gevaar van een Jehu’s ijver is niet ondenkbeeldig! Het is niet onnodig dat op onze redactie- en bestuursvergaderingen en bij het schrijven van artikelen altijd gesmeekt wordt om de leiding van Gods Geest, van Wie wij zo diep afhankelijk zijn.

Wie daar een indruk van krijgt, zal ijveren voor hetgeen ons van ouds is overgeleverd, maar moet ook leren de uitkomst aan de Heere over te laten. In dat spanningsveld verkeren we gedurig. Dan zoeken we niet alleen te strijden voor de oude gereformeerde beginselen, die naar Gods Woord zijn, maar is ook ons gebed of de Heere onze arbeid nog zou willen zegenen. Niet alleen voor allen die de Heere in oprechtheid leerden vrezen, maar ook opdat blinde zielsogen nog geopend zouden mogen worden! Straks staan allen die tot onze kerken behoorden en thans behoren en nog behoren zullen voor dezelfde witte troon. En de vraag zal dan zijn of we eerlijk met elkaar zijn omgegaan.

Het meegaan met de stroom is makkelijk voor het vlees. Wie dat niet (meer) kan, gaat zich in onze eigen kerken steeds onbehaaglijker voelen. Vraag slechts naar de ervaringen van ‘onze’ mensen op de meerdere vergaderingen. We zijn een minderheid geworden. Als het op stemmen aankomt, wordt het grote verschil van inzicht schrijnend gevoeld. Dan denk je soms: hoe lang nog? Waar doen we het voor? Heeft ons spreken en de uitgave van ons blad nog zin?

In de achter ons liggende jaren zijn de verontrustende ontwikkelingen in ons kerkelijk leven, ondanks het bestaan van ons blad, gewoon doorgegaan. Dat aan de ene kant. Aan de andere kant zijn er velen, ondanks Bewaar het Pand, de kerk uitgegaan en elders lid geworden. Veel kerkmensen en ook predikanten hebben zich aangesloten bij bijvoorbeeld de Gereformeerde Gemeenten en maakten die stap, ondanks het feit dat men opnieuw geloofsbelijdenis moest afleggen! Wat zullen we er van zeggen, nu we terug blikken? Dat deze uittocht de positie van hen die onze kerken trouw bleven, moeilijker maakte, zal duidelijk zijn. Het is heel menselijk uitgedrukt, maar het veroorzaakte toch een verzwakking van onze gelederen en een triest gevoel bij hen die achter bleven. Er zijn situaties die te verdedigen zijn; in veel gevallen moet ik hen die gingen gelijk geven. Als je geen voedsel krijgt voor je arme ziel, ben je zelfs verplicht het elders te zoeken. Wat de dominees betreft die onze kerken verlieten meen ik een ander oordeel te moeten hebben. Daar is allereerst de vraag van de roeping. Moetje niet blijven op de post die de Heere je in Zijn gunst gaf? De predikanten die gingen stonden bovenal in gemeenten waar ze het Woord nog kwijt konden. Onze kerken verlaten vanwege de zorgelijke, kerkelijke ontwikkelingen, lijkt ook nog eens een veroordeling van die dominees die blijven. Alsof die met de genoemde ontwikkelingen niet zo erg veel moeite zouden hebben! Ik heb het zelf ook dat ik van een meerdere vergadering ontredderd thuis kom, maar dan ben ik des te blijer dat ik nog een thuis heb, een gemeente waarin ik arbeiden kan en een preekstoel die ik lief heb!

Wat we bereikt hebben na de afgelopen 40 jaar? Laten we het eens anders zeggen. Geloven we niet dat de Heere onze pogingen wilde zegenen en wil vervolgen te zegenen? Hij heeft toch beloofd dat Zijn Woord niet ledig tot Hem zal wederkeren? Wie aan het oude, onveranderlijke Woord des Heeren poogt vast te houden, in biddend opzien tot de Heilige Geest, kan tegenstand en spot verwachten, maar ook de zegen des Heeren. Laten we zo voorwaarts gaan. Ook onze jonge mensen zijn slechts gebaat bij de verkondiging van het onvervalste, zuivere Woord van God. Laten we moedig verder treden, ziende op Hem Die eeuwig de Getrouwe is en Die nooit zal laten varen het werk dat Zijn hand begon!

Tenslotte: moge de uitgave van ons blad en de samenkomsten tweemaal per jaar, samenbindend en bemoedigend werken. Heerlijk, die ontmoetingsdagen. Maak er een gewoonte van die dagen met de uwen te bezoeken. En ik hoop dat ons blad en de Panddagen balsem mogen zijn in de kerkwonden die je oploopt in deze donkere tijden. Dat het tot troost mag zijn in de eenzaamheid, die ons kerkelijk leven met zich mee brengt. Dat onze arbeid mag wezen tot heil van onsterfelijke zielen en tot eer van de Drie-enige God.

Hetzelfde geluid van vroeger. De tijden veranderen. Maar de mens van heden heeft onveranderd hetzelfde nodig als onze ouders. We moeten persoonlijk van dood levend gemaakt worden. En dat geschiedt door de prediking van Gods Woord. Laten we er daarom op toezien dat de prediking is naar de zin en mening van Gods Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2006

Bewaar het pand | 20 Pagina's

Hetzelfde geluid van vroeger

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2006

Bewaar het pand | 20 Pagina's