Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zes dagen

Het is er dan toch van gekomen. Vrij algemeen hoort men thans spreken over de mogelijkheid om een vierdaagse werkweek in te voeren. Rond 1960 kregen we in Nederland ineens in korte tijd de zogenaamde „vijfdaagse werkweek" en de „vrije zaterdag". Staat nu iets dergelijks te wachten? De één ziet wellicht met verlangen uit naar een vierdaagse werkweek; de ander heeft er geen enkele behoefte aan, ziet grote zakelijke bezwaren. Weer een ander stelt de vraag, hoe wij daar principieel tegenover moeten staan.

De regering wil deze kwestie vooralsnog aan de vrijheid van het bedrijfsleven overlaten. Zijn er bedrijven waar het personeel er wel voor voelt, 4 x 9, 5 uur te werken in plaats van 5 x 7, 5 uur en met wisselende roosters, is het toch mogelijk dat het bedrijf vijf dagen open is, dan heeft de baas er zelfs nog voordeel van. Voor bedrijven waar nu veel overgewerkt wordt, zou dat een goede regeling kunnen zijn, zei de heer Lubbers. Ieder zoekt dat zelf maar uit; Variabilisatie van de werktijd, noemde de ministerpresident dat met een duur woord.

Maar de vakbeweging wenst meer. Daar wil men namelijk de invoering van de vierdaagse werkweek combineren met verdere arbeidstijdverkorting, naar 34 uur en op de duur nog verder terug. Het liefst zouden de vakbonden op de langere termijn alleen nog maar „deeltijd-banen" overhouden, ideaal voor een samenleving waarin iedereen betaalde arbeid buitenshuis kan krijgen (maar dan ook moet krijgen, want de lonen zullen navenant zijn, zodat het - als de vakbonden en de emancipatiebeweging hun zin krijgen - straks niet meer mogelijk zal zijn, dat een gehuwde man en vader in zijn eentje kostwinner is voor zijn gezin).

De werkgeversorganisaties zijn op zichzelf niet tegen een vierdaagse werkweek, maar gebruiken deze zaak om op hun manier weer eens te pleiten voor hun stokpaardje: „flexibele werktijden". Zij zeggen: vierdaagse werkweek voor het personeel prima, maar onze peperdure machines kunnen natuurlijk niet drie dagen in de week stil liggen; uit bedrijfseconomisch standpunt wordt het op de duur tóch onvermijdelijk, dat onze machines zeven dagen in de week draaien, zeker als we straks te maken krijgen met de ene Europese markt. Dus: vierdaagse werkweek, best, maar dan wel in combinatie met continue ploegendienst.

Invoering van de vierdaagse week betekent zo ook weer een nieuw argument om via een „glijdende werkweek", , , flexibele werktijden" of hoe men het ook maar wil noemen, de zondag gelijk te maken aan de andere dagen der week. Intussen is het goed, om ons de principiële vraag te stellen: Mag een vijfdaagse werkweek, of nu zelfs al een vierdaagse werkweek, eigenlijk wel? Er staat toch duidelijk: Zes dagen zult gij arbeiden?

Onlangs hebben we in het Reformatorisch Dagblad nog een artikel kunnen lezen (van de hand van drs. J.P. Zwemer op 2 november), waarin beschreven werd hoe er binnen de Staatkundig Gereformeerde Partij gedacht, gesproken en geschreven werd over de invoering van de vijfdaagse werkweek, nu dertig jaar geleden. Daarin kwam ook naar voren, dat in alle besprekingen dezelfde woorden uit het vierde gebod ook toen centraal stonden.

Inmiddels is de vijfdaagse werkweek voor het overgrote deel van ons volk gemeengoed geworden. Jongeren weten al niet beter meer. Maar toch is het ons bekend, dat velen met die vraag blijven rondlopen: „Ik werk vijf dagen, want dat kan tegenwoordig niet anders meer, althans in mijn werk, maar ben ik zo toch niet in strijd met het vierde gebod? Want het staat er toch maar: Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen? ”

Anderen hebben daar geen moeite (meer) mee. Zij zeggen: , , Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Stel je toch eens voor, dat je dat letterlijk zou moeten nemen: Zes dagen zult gij arbeiden. Dan zou een vrije zaterdagmiddag, zoals vroeger, ook nog verkeerd zijn; dan zou vakantie zeker ook niet mogen en dan zou een mens ook op zijn oude dag nog moeten blijven werken tot zijn dood toe, want dan zou dat toch zeker ook voor bejaarden moeten gelden! Neen, als je zo het vierde gebod leest, lees je het helemaal verkeerd. In het vierde gebod gaat het er niet om, dat de mens verplicht is om zes dagen te arbeiden. Het vierde gebod gebiedt alleen de rust op Gods dag. Dus moet je zorgen dat je je werk in de andere zes dagen gedaan hebt. Binnen die zes dagen moet je je arbeid volbrengen. En hoe je dat dan wil verdelen, dat mag je helemaal zelf weten; daar gaat het vierde gebod niet over".

Deze verlichte geesten kunnen dan moeilijk tegenspreken, dat wanneer zij met hun verklaring gelijk zouden hebben, de woorden , , Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen" toch feitelijk min of meer overbodig in het vierde gebod staan.

Wij hopen er de volgende week nader op in te kunnen gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1990

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1990

De Wachter Sions | 8 Pagina's