Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods soevereiniteit en het aanbod van genade (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods soevereiniteit en het aanbod van genade (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is op grond van het Woord Gods, dat wij geloven dat God van alle eeuwigheid een zeker, bij Hem bekend getal van mensen tot de zaligheid heeft verkoren en de anderen besloten heeft te laten in het verderf waarin zij zichzelf gestort hebben. God heeft gesteld tot verkrijging der zaligheid en gesteld tot toorn. De praedestinatie is het besluit Gods wat betreft de eeuwige staat van de mens, zij bevat twee delen, nl. verkiezing en verwerping.

De tegenwerping waarmee de verwerpers van deze bijbelse leer, deze duidelijk in de Schrift geopenbaarde waarheid, omver zoeken te werpen is: Waarom laat God dan de zaligheid aan allen prediken? Dit is gewis een belangrijke tegenwerping.

De Remonstranten hebben altijd getracht door dergelijke vragen te stellen, de leer der praedestinatie omver te werpen. Een direkte aanval op deze leer hebben zij nooit aangedurfd. In de Heilige Schrift is de verkiezing en verwerping te duidelijk geleerd. Hun aanvallen zijn dan ook altijd gekomen van de zijde van de leer der verwerping, de leer van het algemeen aanbod van genade of het gebod van God aan zondaren om te geloven.

Wij zullen nu maar bij de eerste tegenwerping beginnen.

De vraag is: Als er geen algemene verkiezing is, waarom wordt het evangelie dan aan allen gepredikt?

Indien God de Vader slechts een gedeelte van de gevallen mensheid tot de zaligheid uitverkoren heeft; indien God de Zoon gestorven is om de zaligheid te verdienen alleen voor degenen, die de Vader aan Hem gegeven heeft, en indien God de Heilige Geest in Zijn arbeid alleen de uitverkorenen wederbaart en met het geloof begiftigt, wat is dan het nut van de prediking van het Evangelie aan allen? Waarom wordt dan Christus en de zaligheid in de prediking allen aangeboden? Wat is dan de inhoud van het: „Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe"?

Het zijn belangrijke dingen, die wij hiermee aan de orde stellen. Er worden hier ogenschijnlijk tegenstellingen geopperd, die niet te verenigen zijn. Heeft de remonstrant gelijk en moet er noodzakelijk een algemene verzoening zijn om de predikers van het evangelie te machtigen aan alle mensen de genade Gods te prediken? Of zouden wij ons moeten beperken in die prediking en eerst te weten zien te komen wie er boetvaardig en gelovig is en aan die alleen het evangelie prediken?

Het zal eerst van groot belang zijn om de natuur van het evangelie zelf duidelijk te stellen. Wat is het evangelie? Wat is de prediking van het evangelie? Wat is het aanbod van genade? Wat houdt het „allen en een iegelijk" in waarvan in onze belijdenisgeschriften wordt gesproken?

Wat is het evangelie?

De theologen die geloofd hebben in Gods uitverkiezing, hebben ook geloofd in de nodiging van het evangelie tot allen die de boodschap van Gods genade horen. Voor hen was er geen tegenstelling in om te stellen: God heeft een bepaald getal der mensen van eeuwigheid tot de zaligheid uitverkoren en God nodigt in het evangelie allen en een iegelijk om tot Christus te komen om genade en het eeuwige leven om niet te ontvangen.

Wij behoeven slechts de 5 Artikelen tegen de Remonstranten te lezen om beide waarheden te ontmoeten, namelijk: de verkiezing van een zeker getal mensen en de nodiging tot zaligheid aan allen en een iegelijk.

De mannen van Dordt leren niet alleen dat God een zeker getal mensen, alleen bij Hein bekend tot de zaligheid uitverkoren heeft, maar ook: „Voorts is de belofte des Evangelies, dat een iegelijk, die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe, welke belofte alle volken en mensen, tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt moet verkondigd worden, met bevel van geloof en bekering". (2e hoofdst. par. 5).

Zij zagen geen tegenstelling tussen Gods verkiezing van een deel der mensen en de prediking tot allen, die het evangelie hoorden. De zaak is dan ook, dat wij beiden moeten geloven en prediken.

Maar wat is nu eigenlijk het evangelie? Het evangelie is Gods blijde boodschap betreffende Zijn Zoon Jezus Christus. Het evangelie is niet in de eerste plaats een boodschap over zondaren, maar over Christus en wat God in Christus is en gedaan heeft. Zo lezen wij in Rom. 1 : 1 en 3: „Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het evangelie Gods . .. van Zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heere".

Wij merken hier dat de apostel spreekt over het evangelie van Zijn Zoon Jezus Christus. Het evangelie is in de allereerste plaats verkondiging van Jezus Christus. Het bevat een verkondiging van de onmetelijke waardigheid, rijkdom en heerlijkheid van Jezus Christus. Het evangelie is een proklamatie in de Naam van God aangaande Zijn Zoon Jezus Christus en de zaligheid, die in Hem is voor de grootste der zondaren.

In de 5 artikelen wordt het evangelie ook genoemd „een verkondiging". Het is echter geen beperkte of vrijblijvende verkondiging. Daarom is er door de mannen van Dordt bijgevoegd: „welke belofte allen moet gepredikt worden, met bevel van geloof en bekering".

De belofte van het evangelie, dat een iegelijk, die in de gekruisigde Christus gelooft zalig zal worden, moet allen verkondigd en moet verkondigd met bevel van geloof en bekering.

Vooral in de Handelingen der apostelen worden door de apostel verklaringen afgelegd van zijn werk als prediker van het evangelie, die voor ons belangrijk zijn.

Hij zegt in Hand. 10 : 42 en 43: „En heeft ons geboden den volke te prediken en te betuigen, dat Hij is Degene, Die van God verordineerd is tot een Rechter van levenden en doden.

Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam".

Het evangelie is dus een proklamatie in de Naam Gods, dat een iegelijk, die in Christus gelooft zalig zal worden.

Het is de verkondiging van het getrouwe Woord Gods, dat Jezus Christus in de wereld is gekomen om de zondaren zalig te maken.

Maar... bevat de Bijbel nu alleen maar een bekendmaking van het heil dat in Christus voor zondaren te vinden is? Of is de verkondiging van het evangelie nog iets meer dan louter bekendmaking van de waardigheid van Christus? Wie naspeurt de wijze waarop de profeten, de apostelen en de Heere Jezus Zelf het evangelie gepredikt hebben, zal duidelijk merken dat hun werk niet bestond uit een koude en simpele bekendmaking van het heil zonder meer.

Ook de bijvoeging in onze belijdenis: „met bevel van geloof en bekering" wijst al op iets meer. En wie een tekst leest zoals wij die vinden in Hand. 20 : 31 Daarom waakt, en gedenkt dat ik drie jaren nacht en dag niet opgehouden heb een iegelijk met tranen vermanende, dan is dit evangelie-prediken voor Paulus meer dan een bekendmaking van het heil dat in Christus is.

Dordrecht

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Gods soevereiniteit en het aanbod van genade (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 1976

De Saambinder | 8 Pagina's