Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Klachtencommissie werk: boeiend en van betekenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Klachtencommissie werk: boeiend en van betekenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mevrouw G.J. Boersma (37) is, naast haar moederschap en werk als huisvrouw, secretaris van de landelijke klachtencommissie reformatorisch onderwijs. In haar woning in het Alblasserwaardse Giessenburg geeft zij op de vraag Wat vindt u van het werk van de klachtencommissie? als antwoord: ‘Boeiend en van betekenis’.

De klachtencommissie
Artikel 14 van de Wet op het primair onderwijs geeft ouders en personeelsleden de mogelijkheid klachten in te dienen over ‘gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag, personeel of de permanente commissie leerlingenzorg, waaronder discriminatie, dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door het bevoegd gezag, het personeel of de personele commissie leerlingenzorg’. Voor de overige onderwijssoorten zijn er soortgelijke bepalingen in de wetgeving opgenomen. In het voortgezet onderwijs kunnen  ook leerlingen klachten indienen. Een schoolbestuur dient of zelf een onafhankelijke commissie in het leven te roepen of bij een dito commissie aangesloten te zijn.

Landelijk klachtencommissie, verdeeld in kamers
Ten behoeve van het reformatorisch onderwijs is er door de VGS een landelijke klachtencommissie in het leven geroepen. Heel veel reformatorische scholen voor primair onderwijs en enkele scholen voor voortgezet onderwijs zijn hierbij aangesloten. De klachtencommissie is onderverdeeld in een vijftal kamers. De werkgebieden daarvan stemmen overeen met die van de WSNS-regio’s.
Elke kamer heeft vier leden. In iedere kamer zijn de juridische, de onderwijskundige en de sociaal-medische discipline vertegenwoordigd. Daarnaast is aan elke kamer een ambtelijk secretaris toegevoegd. Dit is eveneens een jurist.

Vertrouwenspersoon
Tevens is er aan veel scholen een vertrouwenspersoon verbonden. Een vertrouwenspersoon zorgt voor opvang van en hulp voor potentiële klagers. Zij worden door de school benoemd.
‘Een vertrouwenspersoon werkt in tegenstelling tot de klachtencommissie meer in het voortraject’, aldus mevrouw Boersma.

Omvang
Mevrouw Boersma heeft voor het interview de nodige gegevens bij elkaar gezocht. In 1999: zes klachten, in 2000: vier; in 2001 geen, in 2002 en 2003: jaarlijks drie en in 2004: zeven klachten. Dit betekent dat, gemiddeld gezien, er jaarlijks per kamer nog niet één klacht is. ‘Wellicht is in het begin de drempel te hoog geweest. Bij de start was het alleen maar mogelijk om klachten in te dienen door tussenkomst van de directeur, de vertrouwenspersoon of het bestuur. Inmiddels kunnen klachten ook rechtstreeks bij de commissie ingediend worden.’

Bekendheid
Op de vraag of de betrokkenen, dus bijvoorbeeld de ouders of de personeelsleden, voldoende op de hoogte zijn van het bestaan en de werkwijze van de klachtencommissie antwoordt mevrouw Boersma dat zij daar haar vragen bij heeft. In ieder geval dient de school de gegevens en de werkwijze van de commissie in de schoolgids te vermelden, maar mevrouw Boersma heeft een voorbeeld waaruit blijkt dat dit niet correct is gebeurd. Ook vraagt zij zich af of het voor iedere vertrouwenspersoon voldoende duidelijk is wat zijn/haar taak is.
‘Moet er dus meer bekendheid aan het werk van de klachtencommissie worden gegeven?’ Mevrouw Boersma geeft aan daar een wat ‘dubbel’ gevoel bij te hebben. ‘Enerzijds wil je dat iedere klacht op de juiste plaats terecht komt, anderzijds moet het ‘oproepen’ van klachten voorkomen worden.’

Aard van de klachten
Op de vraag welke klachten er zoal binnenkomen antwoordt mevrouw Boersma dat de aard van de klachten heel divers is. Als voorbeelden noemt zij: onvrede over de lange wachttijd m.b.t. het testen van een kind voor het speciaal onderwijs, mishandeling / te harde aanpak, schorsing van leerlingen en seksuele intimidatie. De ambtelijk secretaris schat in dat ongeveer 50% van de klachten door de commissie gegrond wordt verklaard. De overige 50% wordt afgewezen of is niet-ontvankelijk verklaard.

Het voortraject
‘Hoe reageert uw commissie wanneer niet eerst op schoolniveau geprobeerd is om tot een oplossing te komen?’
‘Daar tillen wij niet te zwaar aan. Het is wel de koninklijke weg om grieven eerst onderling uit te spreken en naar oplossingen te zoeken, maar als dat niet gebeurd is, spreken wij daarom geen niet-ontvankelijkverklaring uit. Bovendien komt het in de praktijk vrijwel nooit voor dat er op plaatselijk niveau al geen discussie heeft plaatsgevonden. Is dat toch het geval, dan merk je dat vaak pas gaande het traject.’

Oordeel, advies
De wet schrijft voor dat de klachtencommissie zich een oordeel dient te vormen over de gegrondheid van een ingediende klacht. Vervolgens dient een schoolbestuur aan de commissie en de klager schriftelijk mee te delen of het het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of het naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke.
‘Hebt u een idee in hoeverre schoolbesturen het advies van de klachtencommissie overnemen?’ De ambtelijk secretaris is van mening dat de terugkoppeling daarover lacunes vertoont. De commissie doet haar uitspraak. Dit is dus formeel geen advies. Veelal doet ze daarbij ook aanbevelingen. Er bestaat onvoldoende zicht op wat er met het oordeel en/of de aanbevelingen gebeurt. ‘Wellicht zou de commissie daar meer op moeten zitten.’ Om de uitspraken van de commissie het karakter van een bindend advies te geven, vindt mevrouw Boersma te ver gaan. Volgens haar heeft de commissie zoveel gezag dat dit ook niet nodig is.

Rechtspreken of verzoenen?
‘Moet een klachtencommissie rechtsprekend dan wel verzoenend optreden?’ Mevrouw Boersma vindt dat dit afhankelijk is van de aard van de klacht en het verloop van de procedure. Sommige klachten vragen om een oordeel van de klachtencommissie en in een ander geval zijn parijen meer gebaat bij een regeling. Het reglement gaat overigens uit van ‘rechtspreken’, dat wil zeggen een oordeel geven. Verzoenen is iets extra’s dat alleen met instemming van alle partijen nagestreefd kan worden. Overigens acht mevrouw Boersma mediation meer iets voor de klachtencommissie dan voor een vertrouwenspersoon. De laatste staat veelal te dicht bij de zaak.

Identiteit
In het onderwijsveld heeft vrijwel iedere denominatie een eigen klachtencommissie. Dit kan onder andere leiden  tot verbrokkeling van expertise. Daarom streeft een aantal ouder- en  personeelsorganisaties ernaar om te komen tot één landelijke geschillencommissie. Mevrouw Boersma hecht echter, gelet op de aard van de onderwerpen en de affiniteit met de identiteit aan het handhaven van de mogelijkheid om klachtencommissies naar richting op te zetten. Daarbij zou het voor de hand liggen dat ook de scholen voor voortgezet onderwijs zich aansluiten bij de landelijke klachtencommissie en niet langer ieder een eigen commissie in stand houden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2005

De Reformatorische School | 1 Pagina's

Klachtencommissie werk: boeiend en van betekenis

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2005

De Reformatorische School | 1 Pagina's