Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebruik maken van de historie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebruik maken van de historie

Prof. dr. Fred van Lieburg: „Het oudvadermodel kun je niet zomaar overplanten naar onze tijd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij is gefascineerd door de refogeschiedenis. Prof. dr. F.A. van Lieburg weet zich tegelijkertijd zelf ook geworteld in deze kleine groep. „Ik ben refo en zal dat blijven. Als historicus waarschuwt hij voor een al te defensieve houding. „Een dam opwerpen? De tijdgeest, dat zijn we ook zelf.

„Refogeschiedenis in perspectief, opstellen over de bevindelijke traditie, zo heet het boek dat recent onder zijn leiding verscheen. Verschillende (jonge) kenners van de gereformeerde gezindte laten daarin hun wetenschappelijke blik glijden over theologische, sociologische en filosofische aspecten van de refozuil. Voer voor liefhebbers, zo geeft Fred van Lieburg grif toe. „Maar een stukje historische bezinning kan helpen om vraagstukken uit onze tijd te duiden.
De doorwrochte beschouwingen zijn de op schrift gestelde lezingen van een studiedag uit 2006. John Exalto, Gert van Klinken, Herman Paul, Jan Dirk Snel, Bart Wallet, Maarten Wisse en Jan Zwemer waren sprekers op dit symposium.
Het boek vormt een academische aanvulling op de vele boeken en geschriften die de afgelopen decennia werden gewijd aan wat prof. dr. Anne van der Meiden nog als de zwartekousenkerken typeerde.

Bredere studie
Wat Van Lieburg betreft, is het nog niet genoeg. Hij bepleit een dieper bronnenonderzoek naar de moderne geschiedenis van de refos. „Tot nog toe verschenen er vooral momentopnamen, zoals enquêtes en journalistieke reportages. Maar de ontwikkelingen zijn zo complex, dat ook ander bronnenonderzoek noodzakelijk is. Er is zoveel aan de hand. Er zijn discussies die je je tien jaar geleden niet kon voorstellen. Denk maar aan ons staan in de democratie en aan de toenemende onverdraagzaamheid.
De hoogleraar is nu initiatiefnemer van een bredere studie onder de benaming Dutch Bible Belt Culture, gericht op de vraag hoe een „door een strikte levensstijl en een ervaringsgericht geloofsbegrip gestempelde godsdienst zich heeft ontwikkeld binnen de Nederlandse samenleving. „Bronnen genoeg, denk maar aan het RD. Ook 25 jaar Terdege geeft een beeld van verschuivingen, van aandacht voor bepaalde themas en standpunten.
De centrale vraag bij dat alles is volgens Van Lieburg welk gebruik we maken van de kennis van het verleden. „Wat voor plaats neemt dat in in je christenzijn, waar ligt je bron? De hoogleraar in de geschiedenis van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit van Amsterdam meent dat er in de refozuil te veel een frontmentaliteit heerst. „We dachten de tijdgeest tegen te houden, maar de tijdgeest zijn we zelf. We staan daar niet buiten en daarom lukt het ook niet om de wereld buiten de deur te houden. Kijk maar naar de invloed en het gebruik van moderne media of naar de poging om voor internet een schoon filter te ontwerpen. Hoeveel mensen in de gereformeerde gezindte hebben niet open internet?
De secularisatie en evangelicalisering worden binnen de reformatorische gezindte als de grote dreigingen beschouwd. „Maar het is de vraag of dat los van ons staat. Achter de evangelicalisering zit iets diepers. Dat heeft te maken met de belevingscultuur en de zelfontplooiing. Die algemene cultureel historische ontwikkeling gaat de orthodox-protestanten niet voorbij, ook al wil je dat theologisch gezien niet.

Opinieleiders
De kerkelijk tot de PKN behorende hoogleraar bepleit om die reden een „meer open mentaliteit. Geen kritiekloze aanpassing, maar wel een beter omgaan met de verschillen in eigen kring. Nu is er sprake van een zekere hiërarchie, met een groep opinieleiders die de achterban vertelt hoe die moet leven en denken. Zij hebben moeite met het aanvaarden van het diverse denken binnen de gelederen. Natuurlijk hebben bijvoorbeeld predikanten ook hun profetische roeping, maar het gaat meer om de sfeer waarin dat gebeurt. Om het naast elkaar staan en samen een weg vinden in onze cultuur.
In die discussie speelt een beroep op het verleden een grote rol. In de refogezindte leeft de mening dat het vroeger goed was. Dat toen het gereformeerd belijden werd gedeeld door het volk. Dat is een ideaalbeeld dat niet klopt met de werkelijkheid. Maar de vraag is of we terug kunnen en zelfs of dat moet. De verschuiving van de cultuur is een gegeven. Het oudvadermodel kun je niet zomaar overplanten naar onze tijd. Vroeger was er bijvoorbeeld sprake van een brede volkskerk. Misschien zouden de oudvaders in onze bevindelijke kerkverbanden wel heel andere preken houden. Bovendien, ze klaagden ook steen en been over hun tijd. Maar accepteerden veel meer diversiteit.

Wie behoren volgens u tot de refogezindte?
„Een antwoord op die vraag is lastig. Dr. C.S.L. Janse geeft in zijn proefschrift uit 1985, Bewaar het pand. De spanning tussen assimilatie en persistentie bij de emancipatie van bevindelijke gereformeerden, een aantal kenmerken weer. Hij komt, naast de orthodoxe en moderne gereformeerden, met de term bevindelijk gereformeerden. Kenmerken noemen helpt, maar is nooit nauwkeurig. Als historicus ben ik geneigd simpelweg uit te gaan van de SGP-stemmer. Dat vind ik de beste indicatie. Dat zijn mensen die staan in de orthodox gereformeerde traditie met aandacht voor de persoonlijke geloofsbeleving. Ze zijn herkenbaar aan hun levensstijl en het handhaven van traditioneel historische ijkpunten als kleding en het vasthouden aan bijvoorbeeld de Statenvertaling. Met het opnoemen van kerkverbanden red je het niet. En ook als het gaat om de bevinding buiten deze groep is er sprake van een spraakverwarring.

Als de SGP-stemmers de norm zijn, slinkt de refozuil…
„In zeker opzicht is dat waar. En of de jongeren van nu later SGP zullen stemmen, is nog maar de vraag. Een deel van de groep is de afgelopen jaren overgegaan naar de ChristenUnie of zelfs het CDA. En als je weggaat, hoor je er niet echt meer bij. In de kringen van die partij gaan de ontwikkelingen overigens razendsnel. Voor een historicus is dat bijzonder interessant. Kijk naar het homodebat. Daar is een wissel omgegaan en ook al zou morgen het kabinet vallen, dan valt de CU niet meer terug op het oude standpunt.

Hoe gaat dat binnen de SGP?
„Ook daar zie je verschuivingen. De godsdienstvrijheid was vroeger een kwaad, het afwijzen ervan een speerpunt. Nu is het de reddingsboei. Als vanzelf kom je ook bij de vraag wat een christelijke overheid inhoudt. Veelzeggend is het verloop van het vrouwendebat. Als historicus moet ik waken voor lineair denken, maar in die discussie lijkt het eindstation in de acceptatie van de vrouw in de politiek niet te vermijden. Het illustreert dat de SGP-stemmers deel uitmaken van de hedendaagse cultuur.
Hoe lang is er nog sprake van een zuil?
„Zolang er belangenorganisaties zijn waarvoor je uit levensbeschouwelijk oogpunt kiest. Maar het draagvlak wordt niet meer primair gevormd door geloofsovertuiging. Meer en meer is er ook sprake van een grote familie, een sociaal netwerk. Aanvankelijk wilde men niet verzuilen, maar door de ontwikkelingen in de jaren zestig en zeventig is men ertoe gedwongen. Voor die tijd was er een zekere plattelandscultuur, ook binnen de groepen die naar de grote stad waren getrokken. Er was een lage organisatiegraad, je had alleen de SGP, de kweekschool en een aantal lagere scholen. In die tijd begonnen de refos op te vallen en ontstond een passieve profilering. Daarna is men met een zekere overgave aan de slag gegaan met de zuilvorming, tot in alle facetten van het leven. Tot de kraamzorg toe. Die defensieve houding, waarbij men zich te lang veilig waande in de eigen denkwereld, geeft nu de problemen. Overigens verschilt dat regionaal. De assimilatie in het westen van ons land is groter of in elk geval openlijker dan in het oosten. Maar door de reformatorische zuil wordt men vervolgens gedwongen één kant op te kijken. Daarom zal gezamenlijk naar oplossingen moeten worden gezocht.

Waar is de worsteling het meest zichtbaar?
„Onder de jongeren. Daarom heb ik veel respect voor de leraren en onderwijzers in refokring. Dominees en ouderlingen kunnen in zekere zin zeggen wat ze willen, ze preken voor eigen parochie. Leerkrachten hebben te maken met wettelijke kaders en algemene leerdoelen. Binnen die ruimte wordt maximaal geprobeerd het geestelijke erfgoed over te dragen. Ondanks alles zijn de refoscholen pleisterplaatsen van normen en waarden. Met een jeugd die in het algemeen stevig in het leven staat en zich voorbereidt op een plaats in de maatschappij.

Toch bent u er niet gerust op...
„Men heeft over zichzelf over het algemeen een treurig zelf beeld, is ook pessimistisch. Dat is een veeg teken. Alsof men de slag verloren heeft. Dat blijkt ook uit de laatste gegevens uit het rapport Schuivende Panelen. Dat geeft aan dat het project van de reformatorische zuil maar zeer ten dele gelukt is. We zullen het net aan de andere zijde moeten uitwerpen. Voor de opinieleiders is het een hard gelag. Een achterban die niet wil horen. Dat geeft wel een oudtestamentisch gevoel, maar hoe komen we uit de impasse? Laten we in elk geval de jongeren niet als bedreiging maar als bondgenoten zien. De jeugd bedoelt het goed, maar de vraag is in hoeverre de bereidheid tot aanpassing bestaat. Wat is wezenlijk en wat traditie? Het antwoord op die vraag bepaalt of er kansen zijn.

Mede naar aanleiding van: Refogeschiedenis in perspectief, redactie Fred van Lieburg; uitgeverij Groen, Heerenveen; € 19,95; ISBN: 978-90-5829-780-8.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 februari 2008

Terdege | 84 Pagina's

Gebruik maken van de historie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 februari 2008

Terdege | 84 Pagina's