Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ééne noodige (IV - Slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ééne noodige (IV - Slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

»Maar één ding is noodig”. Luc. 10 : 42a.

Gelijk de schepen door een klein roer worden gestuurd, en gelijk een klein vuur een groote hoop houts aansteekt, zoo is ook maar één ding noodig, om den mensch te leiden tot eene besliste keuze, hetzij ten goede of ten kwade.
Door verschillende poorten is de vesting van uw hart te bereiken. Is de eene poging mislukt, dan zal de duivel gewis wat anders beproeven, om, listig en verraderlijk als hij te werk gaat, op ééne of andere wijze u te bekoren en af te trekken van Christus, door wien gij alleen kunt behouden worden. Maar één wensch, maar één boek, maar ééne gelegenheid is noodig, en ge hebt uwe voeten gezet op een hellend vlak, waarop men o zoo gemakkelijk komt, maar waarvan ge nooit anders dan door almachtige genade wordt afgebracht. Duizenden en millioenen jonge menschen, van wie men aanvankelijk het beste mocht hopen, kwamen vroeger of later, door één ding aan ‘t dwalen geraakt, voor eeuwig om. Het gif van ééne zonde is genoeg om U den eeuwigen dood te doen sterven. Slechts éénmaal zag de vrouw van Loth om naar het brandende Sodom, en omziende werd zij eene zoutpilaar. Met één verzoek, met ééne verontschuldiging verlieten sommigen Jezus, tijdens zijne omwandeling op aarde, en juist dat ééne maakte hen onbekwaam tot het koninkrijk Gods.
Juist daardoor maakt Satan, onder Gods toelating, zooveel veroveringen, omdat op dat ééne zoo weinig acht wordt geslagen. Eenmaal iets te doen, dat God verboden heeft, of éénmaal nalatig te zijn in hetgeen de Heere ons heeft voorgeschreven, kan onoverzienbare gevolgen na zich slepen.
Maar éénmaal kunt ge verdrinken. Maar éénmaal kunt ge u vergiftigen, en evenzoo kunt ge ook slechts éénmaal ongehoorzaam aan God worden, en u werpen in Satan’s strikken, zonder ooit daar meer uitte komen.
De wereld is een slagveld, waarop eiken dag de kinderen van Adam bij duizenden sneuvelen.
Als onder een hagelregen van den vijand moet ge die wereld doortrekken. Tot aan uw laatsten ademsnik zal de vijand u vervolgen. Krijgslist en geweld van wapenen trachten u te verpletteren. Een oogenblik buiten de vrijstad Christus, en, reddeloos verloren, zijt ge voor eeuwig ‘s vijands buit. Zegevierend galmt men victorie, en gij, o mensch! wie gij ook zijt, zult te laat willen beweenen de dwaasheid van den weg, dien gij u had verkoren.
Is het leven zoo ernstig, het gevaar zoo groot, de toekomst zoo dreigend en de tijd, om te bedenken wat tot uwen vrede dient, zoo koi’t, — Gods barmhartigheden zijn vele; Zijne genade alleen is tot alles genoeg.
Want gelijk maar één pijl uit den afgrond noodig is om u doodelijk te treffen, zoo is ook maar ééne daad van genade noodig om den meest verharden en verstokten zondaar met een gebroken hart aan Jezus voeten te brengen en toevlucht te doen nemen tot Zijn allesreinigend bloed.
Eén woord, ééne daad, ééne omstandigheid, en onder den invloed des Heiligen Geestes roept en smeekt ge tot God om erbarming. Eén wenk van den Almachtige en Saulus van Tarsen valt als een geleerde en verharde Farizeër voor God in ‘t stof. Een woord uit de H. S., als eene pijl uit den Hemel geschoten, wil de Heere meenigmaal gebruiken, om den armen mensch, radeloos en reddeloos in eigen schatting, voor Hem te doen uitroepen: »O, God! wees mij zondaar genadig!” Waar de wetenschap en het vernuft der menschen, ja waar de gansche wereld niet toe in staat is, dat vermag alleen Hij, die alle dingen werkt naar den raad Zijns willens.
Maar één ding is noodig, en de verloren zondaar is gered. Maar een ding, en ziet daar gaat het licht op in de duisternis.
Maar een ding ook, bevende en worstelende ziele! en al uwe bekommernis, al uw angst en uwe twijfelmoedigheid veranderen in een vast en onwrikbaar vertrouwen op Hem, dien ge als uw verlosser en lmmanuël bekent. Ziet ge het gevaar, dat u dreigt, — vreest ge nog één der dagen te zullen omkomen, — is de vijand u steeds op de hielen en mist ge nog de vrijmoedigheid des geloofs om het anderen na te zeggen: »Ik heb met Maria het goede deel uitgekozen”, slechts ééne openbaring, eene opheldering, eene toepassing van Gods beloften aan Zijn volk gedaan, en uwe ziel zal, in God verheugd, huppelen van blijdschap. Ziet ge daar begeerig, biddend en verlangend naar uit, houdt dan aan en volhardt in het gebed. Zoek den Heere in dien weg, waarin Hij zich wil laten vinden. Eén ding is noodig: geloof alleenlijk ! Door ‘t geloof kunt ge in Gods kracht Satan weerstaan. Door ‘t geloof zult ge staande blijven in de ure der verzoeking. Door ‘t geloof wordt de wereld overwonnen. Alleen door ‘t geloof kunt ge de wereld en hare begeerlijkheden verzaken en uw kruis gewillig Jezus nadragen.
Verblind door de zonde, gaat de mensch zijn eigen weg, maar verlicht door den Heiligen Geest, wordt het uw bestendige bede: «Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijne gedachten, en zie, of bij mij een schadelijken weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg”.
Maar één ding is noodig. Vergeet dit niet, discipelen en discipelinnen van Jezus! Eén ding, namelijk, dat ge, éénmaal begonnen als Maria naar Jezus Woord te hooren, daarin volhardt.
Alleen wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Hoe schoon zal die kroon, hoe schitterend de overwinning, hoe zalig de rust zijn, als ge het einde uws geloofs, de zaligheid uwer ziel, zult beërven.
Dan heeft Martha voor altijd geleerd, wat Jezus haar heeft voorgehouden; dan is Maria voor eeuwig getroost, en dan jubelen al Gods verloste kinderen, wat zij op aarde slechts stamelen konden: «Niets zal ons scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onzen Heere”.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1891

Het Wekkertje | 4 Pagina's

Het ééne noodige (IV - Slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1891

Het Wekkertje | 4 Pagina's