Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

opgravingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

opgravingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

8

PLAATSNAAMKUNDE

We komen nu aan een zeer mooi, maar ook hui tengewoon moeilijk onderdeel van de opgravingen, n.1. de plaatsnaamkunde in Palestina. Hierover is zoveel gezegd en geschreven, dat het erg moeilijk is om voor onze lezers (essen) een juiste keuze te doen. Bovendien zullen we ons zeer moeten beperken, om niet te veel plaatsruimte in „Daniël" te vergen.

De bedoeling van het onderdeel , , plaatsnaamkunde" is dc naam te geven van de stad, die opgegraven werd. Bedoeld wordt: de Bijbelse naam. En toch is dit van veel belang bij de bestudering van vooral historische gedeelten uit de H.S. Men kan zich geen juiste voorstelling maken van de slag bij Waterloo, als men zich niet eens de moeite gegeven heeft Waterloo ten zuiden van Brussel te bezoeken en vanaf de , , butte du lion" het landschap te bestuderen. Van de strijd bij Verdun kan men zich geen denkbeeld vormen als men niet het „fort de Vaux" en het fort „Douaumont" bezocht heeft en zich in het landschap met zijn beboste heuvels de bloedige worsteling om het op zich zelf onbeduidende stadje heeft gereconstrueerd.

Evenmin kan men zich een juiste voorstelling maken van de verovering van Kanaan door Jozua, wanneer men hem niet op de atlas volgt of nog beter als men zelf ter plaatse het landschap gezien heeft. Zo is het ook met de strijd tussen Israëlieten en Filistijnen in Sauls en Davids dagen. De Bijbelse schrijvers gaan ons niet vooraf vertellen, waar Lachis, Libna, Hamath en Arpad lagen in het verhaal van de aanval van Sanherib, evenmin als wij gaan vertellen waar 's Hertogenbosch ligt als we het hebben over de verovering van deze stad door Frederik Hendrik. De Bijbelse schrijver geeft, geïnspireerd door de Heilige Geest de vinger Gods in de loop der gebeurtenissen. In dit verband is wel eens gezegd, dat de Bijbelse verhalen wonderen van beknoptheid" zijn.

Voordat we komen aan het eigenlijke onderwerp, vermelden we nog, dat de plaatsnaamkunde als onderdeel van de Bijbelse wetenschap al zo oud is als de christelijke Bijbelstudie zelf. De pioniers van de palestinologie hebben zich al bezig gehouden met het „identificeren" van Bijbelse plaatsen. Eusebius schreef reeds in 339: „Over de heilige plaatsen" en Hieronymes heeft dit werk in 390 vertaald en aangevuld. De eeuwen door werd dit werk voortgezet door anderen en in 1880 verschenen de „Survey"-kaarten. Daarop stonden lange „Onomastica" = plaatsnamcnlijsten. Op deze lijsten kwamen de namen voor van 1300 Bijbelse plaatsen, die geïdentificeerd waren. Er ontbraken er nog slechts 290 van het Oude-en 8 van het Nieuwe Testament. Die zou men ook spoedig wel vinden, zo meende men. De nieuwe tijd bracht echter een radicale verandering in dit voorbarig optimisme. De wetenschap schreed voort en wij stellen nu eenmaal hogere eisen om ons te laten overtuigen dan vroeger. Wij zetten nog graag een vraagteken, waar onze grootvaders reeds een triomfantelijk uitroepteken hadden geplaatst. Van de hele mooie Onomastica bleef niet veel over en met behulp van meer modernere methoden begon men in deze eeuw opnieuw. (De wedergeboorte der Bijbelse topografie).

Methoden

De vraag rijst: Hoe gaat men nu te werk om de Bijbelse naam van een ruïneheuvel vast te stellen? Daarvoor kunnen verschillende methoden dienen, waarvan we er een paai• beknopt zullen behandelen.

1. Het Inschrift.

De eenvoudigste manier, om de naam van een opgegraven stad te weten te komen, is in de ruïne het vinden van een inschrift of geschreven document. Een geduchte tegenvaller op dit gebied is echter, wat al eerder in deze artikelen is meegedeeld, dat inschriften in Palestina zeer schaars zijn. De bijbelse steden, die men op deze wijze heeft teruggevonden, kan men tellen op de vingers van één hand. Het zijn: Gezer, Bethsan, Maresa de woonplaats van de profeet Micha en Lachis.

In Gezer ontdekte men bij de opgraving in 1874 op 3 plaatsen een in de rots uitgehouwen inschrift met de woorden „Grens van Gezer" in het hebreeuws. Later, in 1881 en in 1898 ontdekte men hier nog twee inscripties, waardoor Gezer meer dan voldoende was aangewezen.

Bij de opgraving van de heuvel Teil el - Hösn vond men een steen met inschrift, luidende: „Mekal, de god van Bethsan".

Toen rnen de Teil Sandahannah afgroef, wees een fellak uit de buurt aan 2 Duitse geleerden een groot rotsgraf tegenover de teil. Daarin vond men muurschilderingen met inschriften o.a. „Apollophanes van Marissa" en hiermee was Maresa gevonden.

Dat het niet altijd gemakkelijk is, om uit een gevonden inschrift de naam van de Bijbelse stand te vinden, blijkt uit de opgraving van Teil el - Hesi = Lachis. Op een gegeven moment vond een opzichter een kleitafeltje, waarop o.a. een naam, Zimrida, voorkwam. Voor de aardigheid laten we de vertaling van het briefje hier afdrukken. De opengelaten stukken konden niet meer gereconstrueerd worden. De brief luidt dan als volgt:

„Tot den Grote spreek: zo zegt Pabi: Aan uw voeten heb ik mij nedergeworpen. Gij moet weten, dat sjiptibaal en Zimrida samenspannen en dat Sjiptibaal en Zimrida gezegd hebben: de ' van Dzjarami heeft aan mij geschreven: Geef mij bogen en drie dolken en drie zwaarden. Als ik tegen het land van de koning optrek en gij u bij mij aansluit, dan zal ik het geheel onderwerpen. Pabi is het, die het plan Daarom zend tot mij! En Rabiiloe heb ik gestuurd. (De grote) zal hij over deze zaak inlichten."

Tot zover de vrij duistere brief. Het zal altijd wel een geheim blijven, welk drama hier achter schuilt. Voor ons is echter van belang: Hoe leidt men uit dit epistel af. dat Teil el-Hesi, Lachis moet zijn? Kort, en dus onvolledig gezegd zit het geheim in de naam Zimrida. Deze naam komt ook voor in de zgn. Armanabrieven (zie vorig artikel). Deze kleitafeltjes bevatten de buitenlandse correspondentie van een aantal Egyptische farao's en de Zimrida, die hierin voorkomt, was gouverneur van Lachis, En zo werd Lachis teruggevonden. In werkelijkheid is de studie dieper en uitgebreider geweest, maar populair hebben we het voor onze lezers meegedeeld. Uit dit geval blijkt echter zonneklaar, dat men met het vinden van een inschrift er nog niet een-twee-drie is.

We zullen dit gedeelte hiermee afsluiten een D.V. in het volgende artikel andere methoden behandelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1953

Daniel | 12 Pagina's

opgravingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1953

Daniel | 12 Pagina's