Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatie van ons taalgebruik hard nodig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie van ons taalgebruik hard nodig

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Een Terdege-lezer vroeg mij, in deze rubriek eens de vinger te leggen bij het woord "hartstikke". Het werd oorspronkelijk alleen gebruikt in de uitdrukking "hartstikke dood": zo dood als iemand die door het hart gestoken is. Maar toen men die eigenlijke betekenis niet meer besefte, is men dit woord in allerlei andere verbanden gaan gebruiken.

De klanken lenen zich er ook zo goed voor om zich wat lekker overdreven te uiten: hij is hartstikke doof, het is hier hartstikke donker, hartstikke bedankt! Het is een voorbeeld hoe wij een woord gedachtenloos kunnen gebruiken. Maar zodra wij weer beseffen wat het woord betekent, zullen wij dat toch maar liever niet meer doen.

Ten eerste vanwege de ernst van de dood, maar ook om onze Nederlandse taal zuiver te houden. Want het is goed beschouwd ook onzin, wartaal, om te zeggen "hartstikke bedankt".

Ik moest eraan denken toen ik in de vorige Terdege de kritische kanttekening las die ds. Beekhuis plaatste bij het woord "doodgewoon". De dood is niet gewoon. Verbindingen als doodeenvoudig, doodeerlijk, doodgemakkelijk, doodgoed kunnen we ook bij enig nadenken beter niet meer in de mond nemen. Om nog maar te zwijgen van een uitdrukking als "om de dooie dood niet..."

Kwalijke onzin
Zo langzamerhand is het wel tot ieder doorgedrongen dat het niet past van een "jodenfooi" te spreken, of als iemand ons bedrogen heeft, van een "jodenstreek". Zoals het ook min is, iemand uit te maken voor "mongool". Maar het lijkt wel of men eerst zelf in de familiekring een mongooltje moet hebben, om te beseffen hoe kwalijk dat woord als scheldwoord is.

Ook uitdrukkingen die principieel niet direct verwerpelijk maar wel onzin zijn, zouden we niet in de mond moeten nemen. Ik denk aan kreten die ineens in de mode raken. Waar ze vandaan komen, weet ik niet (van de televisie soms??), maar ineens is het nodig, wil je voor vlot doorgaan, om te praten van "uit zijn bol gaan", "over de rooie raken", "de blits maken".

Alleen al uit liefde voor de Nederlandse taal zouden we ze niet moeten gebruiken. Vaak verdwijnen ze gelukkig ook weer snel. Als ik de tijd ervoor had, zou ik wel een heel boek vol kunnen schrijven met woorden en termen die wij zo klakkeloos gebruiken. Reformatie van ons taalgebruik is dringend nodig.

Bijbel
Maar waar ik speciaal de aandacht voor vraag, is de vrijmoedige manier waarmee ook en juist in "refokringen" meer en meer aan de Bijbel ontleende uitdrukkingen gebruikt worden voor zogenaamd grappige conversatie. Het geeft zo'n leuk "onder-onsgevoel".

Met name op verjaardagen kunnen er enkele gangmakers zitten die leuk willen zijn, en voor men het weet wordt het een sport. „Kinderkens, hebt gij nog enige toespijs?" „Ik ben al verzadigd met vet en smeer." „Geef mij maar het genot van de frisse waterstromen" (bedoeld wordt een glaasje fris). „Opent uwen mond nog maar eens."

Dit quasi-grappige, maar in wezen buitengewoon flauwe gepraat kan eindeloos uitgebreid worden. En als het eenmaal voet aan de grond gekregen heeft, kan het een werkelijke verslaving worden. „Leen mij een toegenegen oor." „Ik kreeg van mijn plicht een klaar bericht." (Als de regen klettert tegen de ruiten): „Hoor al de stromen eens vrolijk zingen." Op school de leuke leraar, die de klas meedeelt dat zijn goedheid vandaag geen palen kent (niemand heeft een 1 voor zijn proefwerk).

Enzovoort, enzovoort, onuitputtelijk. Maar principieel volstrekt verwerpelijk. De geciteerde woorden hebben stuk voor stuk in het verband waaruit ze gerukt zijn, een geheel andere, dikwijls dierbare inhoud en betekenis, en ook overigens is Gods Woord ons te heilig om het te misbruiken in dergelijke gemeenzaamheid.

Abram
Ook onder ons vindt de verfoeilijke gewoonte ingang, om van iemand die 50 jaar is geworden, te zeggen: „Hij heeft Abram gezien." Weten we dan echt niet, dat we daarmee de spottaal der ongelovige Joden tot Christus (Joh. 8:57) overnemen?

Ook onder ons wordt gesproken van "Abram spelen" (de halve waarheid spreken, naar Gen. 12:13). Of er wordt gezegd: „Die of die zit in Abrahams schoot", of „De snoeren zijn hem in lieflijke plaatsen gevallen" (voor iemand die het goed heeft). Soms heeft men er niet eens erg in, dat men zich te buiten gaat aan profaan bijbelgebruik. Daarom geven we nog een aantal gezegden, met daarbij de bijbeltekst waaruit ze afkomstig zijn.

„Al het goede komt van boven" (scherts bij regen, Jak. 1:17). „Zij die geloven, haasten niet" (quasi-grappige verontschuldiging bij nalatigheid, Jes. 28:16). „De bokken van de schapen scheiden" (de mannen en de vrouwen aparte plaatsen geven op een verjaardag, Matth. 25:32). „De groetenis met mijn hand" (wanneer men weggaat, Kol. 4:18). „De deugd in het midden" (schertsend tot degene die van drie personen in het midden loopt of zit, maar het is wel ontleend aan Joh. 19:18).

Laten we de wacht betrekken, en deze zuurdesem uitzuiveren. Er zullen wel weer mensen zijn die dit overdreven vinden, maar laat ons toch bedenken, waartoe de Heere ons Zijn Woord gegeven heeft. Niet voor deze grappenmakerij!

Raadsels
Ik denk in dit verband ook aan "grappige" raadsels in de trant van: Hoe laat gingen de kinderen Israëls uit Egypteland? Bij vijven (Ex. 13:18). Trouwens, heel het verschijnsel van "bijbelse raadsels", hoe algemeen ook in reformatorische bladen en blaadjes, vraagt om bezinning. Ik heb er geen enkel probleem mee als men bijbelse vragen aan kinderen voorlegt die tot nadenken over de Schrift stimuleren.

Maar wanneer het puzzels worden die alleen afgestemd zijn op wat oppervlakkige kennis van bijbelse namen, zo van: een bijbelboek van vier letters met een j aan het begin en een a aan het eind, zeg ik: daarvoor is Gods Woord te heilig; zoek voor zulke kruiswoordraadsels maar een ander object. Let wel: het gaat om de Heilige Schrift!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 januari 1992

Terdege | 68 Pagina's

Reformatie van ons taalgebruik hard nodig

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 januari 1992

Terdege | 68 Pagina's