Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche belijdenisschriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche belijdenisschriften

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

B.
De Nederlandsche Geloofsbelijdenis
DE INHOUD DIER BELIJDENIS
Van welk een hoog aanbelang onze vaderen de waarheid van de leer der Drieëenheid hebben geacht, blijkt wel hieruit, dat zij in twee volgende artikelen (art. 10 en 11) de waarachtige en eeuwige Godheid van den Zoon en van den Heiligen Geest, de tweede en de derde Persoon in het Goddelijke Wezen, hebben beleden.
Art. 10 handelt dan: over de waarachtige en eeuwige Godheid van Christus. Dat is een waarheid van het hoogste gewicht, het fundament van het ware Christendom, de vastheid van het geloof en de hoop van Gods volk, de bron en de fontein der zaligheid.
Is Christus niet een waar Goddelijk Persoon, is Hij niet de eigen, natuurlijke Zoon Gods, zelf God, onderscheiden van den Vader en toch van eeuwigheid deelgenoot van hetzelfde Goddelijke Wezen, dan valt daarmede de gansche leer der zaligheid. Dan is Hij niet Borg eens beteren Verbonds. Dan is al Zijn lijden krachteloos en Zijn opstanding uit de dooden zonder waardij. Dan is het geloof en de hoop van Gods kerk ijdel. Dan is er geen voldoening opgebracht aan het Goddelijk recht en kan er mitsdien van verzoening met God geen sprake zijn. Dan is het voor eeuwig verloren voor al Adams nakomelingen.
We zullen niet meer noemen. Het eeuwig, Goddelijk Zoonschap van Christus is en zal blijven een pilaar en vastigheid der Waarheid; de grond van den eenigen waren troost van Gods kinderen in leven en in sterven. En die heerlijkheid van Christus hebben dan ook onze vaderen in de belijdenis vastgelegd.
Wij gelooven, dat Jezus Christus naar Zijne Goddelijke natuur de eeniggeboren Zoon Gods is, van eeuwigheid geboren; niet gemaakt, noch geschapen, (want alzoo zou Hij een schepsel zijn) maar Eenswezens met den Vader, mede eeuivig, het uitgedrukte Beeld der zelfstandigheid des Vaders en de glans Zijner heerlijkheid.”
Alzoo spraken onze vaderen. Het is een Schriftuurlijk getuigenis. De Vader getuigt van Hem bij den doop van Christus in den Jordaan: „Deze is Mijn Zoon, Mijn geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. (Matth. 3 : 17). En Christus getuigt, dat God Zijn eigen Vader is. Joh. 5 : 18. En de Apostelen? Op de vraag van Christus: „maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?” antwoordde Petrus in naam van al zijn medediscipelen: „Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods”. Neen, de Heere Jezus weersprak hem niet. Zeide niet, dat hij te hoog van Hem dacht. Integendeel, Hij sprak hem zalig, zeggende: „Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona, want vleesch en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.” En op deze belijdenis, dat Jezus is de Christus, de Zoon Gods, is de kerk gebouwd, alzoo, dat de poorten der hel haar niet overweldigen zullen.
Gods Eeniggeboren Zoon noemt Hem de belijdenis en dat naar Christus’ eigen getuigenis: „want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.” Joh. 3 : 16.
Van eeuwigheid geboren, gelijk gezegd wordt: „Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water; aleer de bergen ingezet waren, vóór de heuvelen, was Ik geboren.” Neen, Hij is niet geschapen, gelijk Arius leerde, maar geboren, als zijnde van den Vader gegenereerd, gelijk wij lezen Ps. 2 : 7: „Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.” Dat is geen menschelijke, maar een Goddelijke teling, een eeuwige daad des eeuwigen Vaders, hebbende geen begin gehad en waardoor het Goddelijke Wezen den Zoon is medegedeeld. Daarvan getuigt Christus: „Want gelijk de Vader het leven heeft in zichzelven, alzoo heeft Hij ook den Zoon gegeven het leven te hebben in zichzelven” (Joh. 5 : 26). Staat hier een oogenblik stil en let op hetgeen de Heere Jezus zegt. Hij spreekt van den Vader als Dengene, Die gegeven, en van zichzelven als Dengene, Die ontvangen heeft. En wat heeft de Vader gegeven en wat heeft Hij van den Vader ontvangen? De Vader heeft Hem gegeven het leven te hebben in zichzelven.
Neen, dat kan aan geen schepsel eigen zijn. God geeft allen schepselen het leven, maar aan niemand van hen wordt het gegeven het leven te hebben in zichzelven. Diep afhankelijke schepselen zijn wij. We kunnen geen oogenblik op ons zelven bestaan. In Hem leven wij, bewegen we ons en zijn wij. God is het leven zelf, de Zijnde, van eeuwigheid tot eeuwigheid. En al wat Hij is, is Hij van zichzelven en door zichzelven, de onafhankelijke Jehova, Die daarom is de Fontein des levens. En dit zelfde Goddelijke, onafhankelijke leven heeft de Vader aan den Zoon gegeven, waarom ook de Zoon is de onafhankelijke God, de gelijke des Vaders, God uit God en Licht uit Licht. Dit is de onpeilbare diepe grond van het Goddelijke Zoonschap van Christus en waardoor Hij is het Beeld des onzienlijken Gods. Daarom niet gemaakt, noch geschapen, maar Eenswezens met den Vader, van dezelfde eeuwigheid, het uitgedrukte Beeld van ’s Vaders zelfstandigheid en de glans Zijner heerlijkheid, Hem in alles gelijk zijnde.
De getuigenissen der Schrift, zegt de belijdenis, wanneer zij met elkander vergeleken worden, leeren ons, dat Christus Gods Zoon is, niet alleen van dien tijd af, dat Hij onze natuur heeft aangenomen, maar van eeuwigheid. Mozes zegt, dat God de wereld heeft geschapen en Johannes zegt, dat alle dingen zijn geschapen door dat Woord, hetwelk hij God noemt.
De belijdenis betreedt hier een zuiver pad, door Schrift met Schrift te verklaren. Mozes en Johannes spreken beiden van de schepping aller dingen in het begin. „In den beginne schiep God den hemel en de aarde”, zegt Mozes. Verklaart ons dus de formeering aller dingen in den beginne. Johannes wijst op de oorzaak aller dingen, hoe alle dingen door het Woord zijn gemaakt. Dat Woord, waarvan hij getuigt, dat het was bij God en het Woord was God. (Joh. 1 : 1) Dat is dat Woord, dat hij in vers 18 omschrijft als den eeniggeboren Zoon des Vaders, onderscheiden van den Vader. Neen, Hij kent geen begin. Hij is vóór alle dingen en alle dingen bestaan tezamen door Hem. En niet minder treffelijk is het, als onze belijdenis wijst op het woord van Micha 5 : 1, vergeleken met het getuigenis uit den Hebreërbrief, dat Hij is zonder begin der dagen en zonder einde des levens.
We zouden hier nog bij kunnen voegen, hoe de Zoon draagt Goddelijke namen. Johannes getuigt: „doch wij weten, dat de Zone Gods gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijnen Zoon Jezus Christus. Deze is de Waarachtige God en het eeuwige leven.
Niet minder blijkt, dat de Zoon Waarachtig God is, uit Zijne Goddelijke deugden, zooals Hij is van eeuwigheid (Micha 5 : 1) Hij is de Almachtige (Openb. 1 : 8) . En hoe troostrijk spreekt Petrus van Zijne Alwetendheid. „Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. (Joh. 21 : 17).
Alzoo doet Hij ook Goddelijke werken. Werken der Schepping. Maar bijzonder is het groote werk der zaligheid Hem toevertrouwd. Neen, geen eindig persoon kon aan oneindige rechtvaardigheid volkomen voldoening opbrengen, en den losprijs opwegen in Zijns Vaders hand. Dit vermocht alleen Hij, die met Zijn hart is Borg geworden om tot God te genaken. Alleen Hij, Die is een oneindig Persoon, God boven alles te prijzen in der eeuwigheid. God is door God verzoend. En daarom komt Hem ook Goddelijke eer toe, gelijk de belijdenis zegt: zoo is Hij dan de ware eeuwige God, de Almachtige, denwelken wij aanroepen, aanbidden en dienen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 oktober 1930

De Saambinder | 4 Pagina's

De Nederlandsche belijdenisschriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 oktober 1930

De Saambinder | 4 Pagina's