Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Zandt en de roomse bankbiljetten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Zandt en de roomse bankbiljetten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bankbiljet van 25 gulden meteen afbeelding van St. Maarten, is dat iets om je over op te winden? Is dat roomse propaganda? Heeft een dergelijk betaalmiddel een aanstotelijk karakter? Iets anders: Is het belachelij k om hier tegen te protesteren en dat nog wel in de Tweede Kamer? Dat is namelijk gebeurd. Op 22 oktober 1953 tekende ds. P. Zandt, kamerlid van de SGP, protest aan tegen deze biljetten. De bekende schrijver Godfried Bomans kon het zich later nog goed herinneren: ,,Ds. Zandt, die destijds op de ƒ 25-biljetten een Sint Maarten van pietluttige afmetingen ontdekte en het land te gronde wilde richten door alle mensen die biljetten af te nemen''. En hij eindigde:,,Het was toen wel een aardig geluid. Het kwam ook elk jaar terug en men zou het gemist hebben als hij gezwegen had . . . Dominee Zandt was bovendien hoog bejaard; zijn benauwdheid van visie en volgehouden fanatisme konden aan ouderdom worden toegeschreven".

Protesten
Laten we Bomans' meewarigheid voor wat het is, dan blijkt uit de mededeling dat het hem bekend was dat bepaalde protesten van ds. Zandt jaarlijks terug kwamen. Dat betrof dan uiteraard niet die bankbiljetten maar het protest tegen alles wat het rooms-katholicisme steunde of propageerde.

Dat was wat ds. Zandt betreft, eigenlijk al begonnen in 1925, het jaar waarin hij kamerlid werd. Toen ondertekende hij het amendement van ds. G. H. Kersten tegen het gezantschap bij de paus. Dit amendement had in de zogenaamde nacht van Kersten de val van het kabinet Colijn tot gevolg. Later werd dit gezantschap opnieuw hersteld maar ds. Zandt heeft nooit nagelaten hiertegen te ageren. Kwestie van bewustzijnsvernauwing of van koppigheid? Of van principe? Hoe kwam hij ertoe? Op 6 maart 1880 werd Pieter Zandt in Stedum geboren. Hij studeerde theologie in Utrecht maar zijn opvattingen in die tijd gaven weinig aanleiding om te vermoeden dat hij later op een dergelijke wijze aan de vaderlandse politiek zou deelnemen. Zelf heeft hij verklaard toen hij 25 jaar kameriidmaat was, dat hij in Utrecht, onder het lezen van de Duitse wijsgeer Hegel door een van Gods pijlen als een vogel uit de boom geschoten werd, waarbij een algehele ommekeer van waarden plaatsgreep. Niet lang daarna werd het hem geopenbaard dat hij eens lid van de Tweede Kamer zou worden. Zandt geloofde hier zo vast in dat hij in zijn eerste gemeenten regelmatig tijd vrij maakte om ervoor te studeren.

Ongevaarlijk
Hij is in zijn vertrouwen niet beschaamd geworden. Lang heeft hij zitting gehad in de Kamer, zo' n 35 jaar. Te lang? Konden zijn woorden na zo'n lange tijd nog wel indruk maken? Alweer Godfried Bomans merkte in een beschouwing van de viering van ds. Zandts 35jarig kameriidmaatschap op dat er geen spot geweest was aan het adres van de oude predikant. Daar was dan ook volgens hem geen reden voor: dominee Zandt was ongevaarlijk geworden. En hij vervolgt:,,Wanneer wij hierbij de toon vergelijken, waarmee in de katholieke pers de tachtigste verjaardag van ds. Zandt besproken is,!dan treft ons iets merkwaardigs. Oppervlakkig bezien kan men deze welwillend en zelfs strelend noemen. „Hij is met zijn zwarte jas en puntjesboord een aardig accent in de Kamer". „Wij zouden hem ongaarne missen". „Zonder ds. Zandt was de Kamer niet watzij sinds jaren is". „Het is altijd een treffend moment wanneer de heer Zandt zijn papiertjes te voorschijn haalt en een van zijn Philippica's begint". Nog eens, deze vorm van bejegening lijkt aardig: in waarheid is zij dodelijk. Dit is natuuriijk niet zo bedoeld . . . Wat men zich niet realiseert is, dat deze royale vorm van zien voortkomt uit het besef dat het,,papiertje" allang geen effect meer sorteert. Dit is de toon, waarop men een oude klederdracht, een typisch plaatselijke gewoonte of een in onbruik geraakt stukje traditie bespreekt. Men begrijpe mij goed: een andere toon was niet mogelijk. De voortdurend volgehouden bewustzijnsvernauwing van deze eerbiedwaardige man, die, blind voor de tekenen des tijds en koppig vasthoudend aan wat hij meent in de Bijbel te zien, telkenmale zijn stem verhief in steeds dezelfde dreigingen, laat slechts deze vorm van huldiging toe". Tot zover Bomans.

Meewarig
De protesten die ds. Zandt liet horen kwamen — zo wil men ons doen geloven voort uit bewustzijnsvernauwingen. Men kon dit van ds. Zandt verwachten, zo was de mening van het in eigen ogen beschaafde volksdeel - hij wist niet beter. En op deze manier werden z'ijn argumenten afgedaan met de meewarige superieure glimlach die men zich nu eenmaal meent te kunnen verioorloven tegen bekrompen mensjes zoals hij. Zelfs minister Drees kon dit ongestraft doen toen ds. Zandt de kwestie van de bankbiljetten aan de orde stelde. Wat was er gebeurd? Zoals al meegedeeld protesteerde ds. Zandt tegen de figuur van St. Maarten op het betaalmiddel. Dit was de in 397 overleden Martinus van Tours. Hij was afgebeeld, te paard zittend en met zijn zwaard zijn mantel doorsnijdend om de helft aan een bedelaar te geven. Een stralenkransje boven zijn hoofd gaf aan dat hij als een heilige gezien moest worden. ,,Het is dus—zo merkte ds. Zandt op - een zuiver roomse voorstelling op een openbaar Nederlands bankbiljet". En wat voor een heilige. Beter had men Calvijn kunnen nemen, die gaf zijn gehele vermogen, niet een halve jas. Was dit nu geloofsmoed?, zo vroeg ds. Zandt zich verder af. Dan had men een beter voorbeeld kunnen vinden in Luther toen hij zich op de Rijksdag van Worms verantwoordde. Met deze afbeelding werd ergernis gegeven en gezien het aanstotelijke karakter verzocht ds. Zandt dan ook om ze in te trekken aangezien dit een bedekte roomse propaganda was.

Evenwicht
Ongetwijfeld hebben ze in de kamer gegniffeld: daar heb je hem weer met zijn roomse trauma. Verder namen ze het voor kennisgeving aan. Iets dergelijks lag ook in het antwoord van minister Drees. Nadat deze erop gewezen had dat er ook een afbeelding van Salomo op voor kwam, sprak hij over de St. Maarten die zijn mantel in tweeën deelde. ,,Daarmede heeft de Nederlandsche Bank blijkbaar onder de aandacht willen brengen dat men bereid moet zijn, niet om zo'n bankbiljet in tweeën te snijden (wat ds. Zandt wilde) maar toch om iets van zijn bezit af te staan". En wat de verroomsing betreft: alleen het cirkeltje om St. Maartens hoofd deed rooms aan; aan de andere kant werd evenwel de Statenvertaling geciteerd. Het evenwicht was dus bewaard. Zelfs ds. Zandt moest zich toch eigenlijk kunnen vinden in dit compromis. En daarmee was het van de baan. Toch leuk geweest. Hij is nog niets veranderd. Nee, hij is in dit opzicht nooit veranderd. Hij weigerde zich bij een compromis neer te leggen. Heel juist heeft de kamervoorzitter dr. Kortenhorst hem na zijn overlijden getypeerd met de woorden:,, Welke nieuwe stromingen zich tijdens zijn lidmaatschap ooit baan hebben gebroken, ds. Zandt heeft stand gehouden, compromisloos tegen de geest der tijden en goden der eeuw, nooit wijkend voor politieke en ideologische veranderingen van weer en wind, steeds zichzelf blijvend gelijk een boetgezant van het Oude Verbond".

Onkreukbaar
Onafhankelijk van haat, spot, meewarigheid, de beschuldiging dat hij geen indruk maakte en dergelijke uitingen van verachting, bleef hij tot het in de ogen der andere partijen belachelijk wordens toe, compromisloos opkomen voor zijn principe. Zonder te rommelen in zijn opvattingen en zonder water in de politieke wijn te doen. Ook het kleine bestrijdend omdat zijn principe het kleine niet over het hoofd zag. Hij stond niet in de Kamer om het haalbare te bereiken; hij stond er - zoals hij zelf zei om voor Gods naam en zaak uit te komen. Of men dan zijn woorden belachelijk en indrukloos vond, dat was van veel minder belang, dat mocht hem er niet van afbrengen om door te gaan met zijn getuigen tegen de afdwalingen van land en volk. Men kan dat als niet politiek beschouwen, het zij zo, als dan toch nog maar dit blijft staan dat ds. Zandt ook met zijn actie tegen de bankbiljetten er blijk van gaf dat hij in zijn optreden in de Kamer een onkreukbaarheid bezat waar vele van zijn opponenten een voorbeeld aan konden nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1985

Terdege | 60 Pagina's

Ds. Zandt en de roomse bankbiljetten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 1985

Terdege | 60 Pagina's