HET FORMULIER VOOR DE KINDERDOOP (I)
Achter in onze kerkboeken komen twee formulieren voor de Doop voor. Het ene is 't formulier om de Heilige Doop te bedienen aan de kleine kinderen der gelovigen; en het andere is het Formulier om de Heilige Doop te bedienen aan de volwassenen of bejaarde personen. Het formulier voor de kinderdoop is het oudste, dat voor de doop van volwassenen is voorlopig op de Zeeuwse Synode van Veere in 1610 opgesteld, en vervolgens op de Dordtse Synode van 1618/19 nader vastgesteld, in de 175e zitting. Het is niet bestemd om op zichzelf te worden gebruikt, maar 't sluit zich aan bij dat van de Doop der kinderen.
En vraagt men nu, waarom het Formulier voor de bejaardendoop zo laat is vastgesteld, dan is het antwoord, dat eerst in het begin van de 17e eeuw de behoefte er aan zich meer deed voelen door de overkomst van nog niet gedoopte Mennonieten of Doopsgezinden, dat tevoren niet of zelden plaats vond, en ook kwamen in die tijd in Oost-Indiƫ, waarschijnlijk ook al heidenen tot het christendom. Het formulier voor de Doop der kinderen is met het Avondmaals- en het huwelijksformulier een der oudste formulieren, gedrukt al achter de eerste uitgave van de psalmen van Datheen. Het was toen al uit verschillende andere bestaande formulieren saamgesteld. Het leerstelling gedeelte, dus dat tot aan het gebed, was een vertaling van het formulier, zoals het in de Paltz in gebruik was, en dat weer een bewerking was van de doopsliturgie van Calvijn en Maarten Micron. De opwekking tot het gebed is ook van hem, terwijl het gebed zelf ontleend is aan het formulier van Zurich, in 1559 door L. Lavater, predikant ter plaatse, aldaar uitgegeven. De korte toespraak voor de Vragen is weer van Micron, en de drie vragen zijn door Datheen zelf opgesteld, doch met gebruikmaking vooral van die van a Lasco. De dankzegging is weer aan de Paltz ontleend, die haar van a Lasco had overgenomen.
Dit doopsformulier van Datheen was ook weer langer nog dan het formulier, dat wij thans hebben. Tot de Synode van Dordt in 1574 bleef het onverkort bestaan, deze Synode vond het te lang en heeft het toen verkort tot het formulier, zoals het nu nog is. En sindsdien hebben verschillende Synoden bepalingen gemaakt, dat de doop bediend moest worden naar het formulier voor de doop, zo de Synode van Dordt in 1578, die van Middelburg in 1581 en die van 's Gravenhage in 1586, totdat de Synode van Dordt in 1618/19 alles voor goed vastlegde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1950
Goudse Kerkbode | 4 Pagina's