Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antonius Walaeus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antonius Walaeus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(id

In 1588 werd Antoine de Waele leerling van de Latijnse school te Middelburg. Hier werd hij ingeschreven als Antonius Walaeus. Antonius studeerde ijverig en maakte snelle vorderingen. Door zijn leermeesters werd hij zeer bemind om zijn helder hoofd en zijn grote arbeidslust. Doch ook zijn moeder droeg veel bij tot zrjn vorming. Steeds had zij hem met zorg gadegeslagen; altijd bevreesd, dat verkeerde invloeden iets van zijn aangeboren zachtheid zouden wegnemen. Spoedig was Antonius zo ver, dat hij geschikt was om de lessen aan de hogeschool te kunnen volgen. Doch er waren omstandigheden waardoor dit voorlopig onmogelijk was. Toen zijn vader uit Gent moest vluchten, had hij vóór die tijd een gedeelte van zijn kostbaarste goederen naar Delft gezonden, om ze bij een vriend voor de roof van de Spanjaard te beveiligen. Zijn vaste goederen waren, na zijn vlucht, door de koning verbeurd verklaard. Wat hun restte, was dus te Delft. Toen moeder en zoon naar Delft gingen om hun goederen te halen, ontkende hun vriend, dat hij iets ontvangen had. Wat nu te doen ? Alles was weg en Jacques de Waele was nu genood^ zaakt, alleen voor het gehele gezin de kost te verdienen.

De Staten van Zeeland stelden 24 beurzen beschikbaar. Antonius Walaeus was één van de begunstigden, zodat hij in April 1596 naar Leiden vertrok. Eerst bestudeerde hij de Griekse en de Hebreeuwse taal, begon daarna aan de wijsbegeerte, om tenslotte met de theologie te eindigen. De hoogleraren Lucas Trelcatius, Franciscus Junius en Franciscus Gomarus waren destijds verbonden aan de theologische faculteit. In Junius zag Antonius een ideaal voorbeeld, daar deze uitmuntte door zijn beminnelijk karakter en grote geleerdheid. Aan die man was Antonius zeer gehecht. Eveneens had hij hoge achting voor de diepe denker Gomarus. Walaeus heeft zelfs geruime tijd bij Gomarus ingewoond. Onder toezicht van Trelcatius deed Walaeus te Voorschoten zijn eerste preek; welke weldra door meerdere gevolgd werd. De Theologische Faculteit verklaarde, dat de jonge Walaeus voldoende voorbereid was, om het herderlijk werk in een eigen geemente aan te vangen. Doch voordat hij dit aanvaardde, deed hij een belangrijke buitenlandse reis. Met zijn vriend Apollonius Schotte ging hij in Mei 1599 te Vlissingen aan boord. Zij bezochten achtereenvolgens Rouaan, Parijs, Orleans, Bourges en kwamen tenslotte te Vienne. Hier boden de Hugenoten Walaeus aan onderwijs te geven in de godgeleerdheid en de wijsbegeerte. Om verschillende redenen sloeg Antonius dit aanbod af. Hij nam afscheid van zijn vriend en vervolgde zijn reis naar Genève. Daar maakte hij kennis met Theodorus Beza; toen al een oud man. In Genève vertoefde hij tien maanden in een kring, waar hij veel hartelijkheid ondervond. Van Genève ging hij langs Lausanne en Bern naar Bazel, waar hij opgenomen werd bij de hoogleraar Polanus a Polansdorff. In Bazel trad Walaeus af en toe plaatsvervangend op voor de hoogleraren. In het voorjaar van 1601 vertrok hij, bezocht o.a. nog Heidelberg en kwam in het najaar te Leiden in de woning Van zijn leermeester een vriend Gomarus terug. Spoedig ontving hij een beroep van de gemeente te Leiden. Walaeus vond het arbeidsveld te Leiden, naar zijn mening, wel wat groot voor zijn jeugdige krachten. Bovendien zagen zijn ouders hem ook niet graag zo ver van zich. Kort daarop kwam er een besluit van de kerkeraad te Middelburg, waarbij Walaeus teruggeroe-

pen werd, met de bedoeling hem uit te zenden naar Calais. Doch de tegenstand van hem zelf en van zijn ouders was tenslotte de oorzaak, dat de kerkeraad toestemming gaf het inmiddels op hem uitgebrachte beroep van Koudekerk© aan te nemen.

beroep van Koudekerk© aan te nemen. In de herfst van 1602 deed hij zijn intrede te Koudekerke en aanvaardde, na een studietijd van veertien jaren, de evangeliedienst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1951

Daniel | 12 Pagina's

Antonius Walaeus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1951

Daniel | 12 Pagina's