Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag bevestiging/intrede kand./ds. K. Boeder Terwolde-De Vecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag bevestiging/intrede kand./ds. K. Boeder Terwolde-De Vecht

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 september 2009
Het was voor onze gemeente van Terwolde-De Vecht tot blijdschap na een korte vakante periode weer een eigen herder en leraar te mogen ontvangen.

Bevestiging
Ds. G.J. van Aalst, docent aan de Theologische School, leidde de dienst.
Tekst: Johannes 9:6: “Dit gezegd hebbende, spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen des blinden.”
Thema: Het middel van blindgeborenen.
1. Het slijk der aarde.
Het was op de rustdag. De tijd na het Loofhuttenfeest. Men was druk bezig in de dienst, in de godsdienst. Wat een verblinding. Blind voor zichzelf, blind voor Jezus, blind voor zonde en schuld. Als we de hoofdstukken 6,7 en 8 van het Evangelie van Johannes lezen, wat een duisternis bij de heidenen, maar ook in kerkelijk Jeruzalem.
Als je niet weet wat licht is en de zon schijnt, is het nog steeds donker. “Het Licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft Hetzelve niet begrepen.”
“En voorbijgaande…” (vs 1).Als God een dienaar zendt, komt Hij voorbij. Zag Hij een blindgeborene. Die blinde ziet Jezus niet. Hij zal een teken laten zien dat Hij de Gezondene des Vaders is. ’t Lijkt wel of het teken verstikt wordt, door alle menselijke redeneringen.
Dubbel wonder. Ziende gemaakt door Jezus en voor Jezus.
De Heere gebruikt slijk. Hij had ook zuivere olie of rein water kunnen gebruiken. Hij wil mensjes uit het stof leren, welk middel Hij wil en kan gebruiken. Hij gebruikt slijk. In ogen van mensen een dwaas middel. Van de prediking lezen we : Dat het God behaagd heeft door de dwaasheid der prediking zondaren zalig te maken.
2. Het Licht der wereld.
Ga heen naar het badwater Silóam en was u.” Hoe moet de blindgeborene er komen. Hij is nog blind. Hij zegt niet: “Ik kan er niet komen en zal het middel wel helpen.” Er is overgave, kom ik om, dan kom ik om. In vs 35 staat: “…en hem vindende, zeide Hij tot hem: “ Gelooft gij in den Zone Gods?”
“Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven?” Ik sta er buiten, maar ik kan u niet meer missen. Zonder Jezus kan hij niet meer verder leven. “En gij hebt Hem gezien, en Die met u spreekt Dezelve is het.” Dan gaat het Licht op in de duisternis. Ik geloof Heere! Hij aanbad Hem. Hij vindt de rust in Hem.
De Heere moge kandidaat Boeder als slijk aan Zijn heilige vingers gebruiken. In de Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4, artikel 17, lezen we dat we middel en genade niet mogen scheiden. Want door de vermaningen wordt de genade medegedeeld.
Nadat ds Van Aalst de drie vragen uit het formulier om de dienaars des Woords te bevestigen aan kandidaat Boeder gesteld had, klonk het: “Ja, ik van ganser harte.” Aan de handoplegging namen behalve de bevestiger deel: ds L. Blok, ds C.A. Van Dieren, ds. A. Moerkerken, en ouderling H. van der Goot.

Intrede
Tekst: Psalm 46:2: “God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtiglijk bevonden een Hulp in benauwdheden.”
Thema: Sions verwachting. 1. Wie Heere is: “God is ons een Toevlucht en Sterkte.”
We kennen allen het lied dat Luther heeft gedicht: “Een vaste burcht is onze God.”
Wie denkt dan niet aan psalm 46. De dichter van deze psalm is onbekend. Het lied werd gezongen in de eredienst. Het is een lied des geloofs en der hoop. De dichter ervaart de rust des geloofs en spreekt de taal van de hoop. Wat is het fundament waarop deze hoop rust? Wie is deze Rots, deze Burcht waarin Sion mag schuilen? De HEERE der heirscharen.
Al hebben de heidenen en koningen geraasd, al zal natuurgeweld uitbreken, de Heere staat boven alles. Vers 2 begint: “God is ons een Toevlucht en Sterkte.”
Dat is een plaats, waarheen men zich met grote haast begeeft om veilig te zijn voor vijanden. Gelijk men onder het Oude Verbond kon vluchten naar de vrijsteden om veilig te zijn voor de bloedwreker.
Waar vlucht de Kerk dus heen? Die vluchten in het verborgene tot God, haar machtige Beschermer. Tot die God, Die tot Mozes gezegd heeft: “IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL.” Die Verbondsgod, bij Wie geen verandering is, Die van eeuwigheid tot eeuwigheid Dezelfde is. Zij vluchten tot de almachtige, alomtegenwoordige, alwetende, goedertierene, barmhartige en rechtvaardige God.
Gemeente, jongelui, kinderen, waar gaan u en jullie heen met uw/jullie dagelijkse noden? Bovenal met jullie geestelijke nood? Kennen we die God? Kennen we die Toevlucht, die Sterkte?
Hij zegt in Zijn Woord: “Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.” Waarom niet? Het is Zijn eigen werk. Hij heeft lief met een eeuwige liefde. Omdat die enige Hogepriester, de Gezalfde des Vaders, met Zijn eigen hartenbloed het binnenste heiligdom is ingegaan. Hij heeft genoeg gedaan aan het recht Gods. Hij heeft een plaats van eer ontvangen aan de rechterhand van Zijn Vader, vanwaar Hij Zijn Kerk regeert en ook bewaart.
2. Hoe de Heere werkt: “Hij is krachtiglijk bevonden een Hulp in benauwdheden.” (vers 2b).
Hier spreekt de dichter Wie de Heere geweest is in het verleden. De Heere heeft Israël, Zijn Kerk niet één keer maar vele malen uit benauwdheden gered.
Ook toen de stad Jeruzalem belegerd werd door de Assyriërs. Toen is Hizkia in de tempel gegaan met zijn brieven en zijn er in één nacht door één engel 185.000 soldaten gedood. “God zal haar helpen bij het aanbreken van den morgenstond.”
Kom, vraag het maar eens aan de ware Sionieten, Gods volk, wie de Heere voor hen is geweest en nog is. Hoe ze Godskennis en zelfkennis ontvingen en gedacht hebben dat het beter zou worden en erachter gekomen zijn door ontdekkend licht van Gods Geest, dat het alleen maar minder werd. Steeds onmogelijker werd het om zalig te worden.
Zullen ze dan toch omkomen? O, nee lees vers 5: “De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten.” De burgers te Sion waren afhankelijk van het water uit de verborgen bron. Het getuigt van de zorg van Sions God en Koning. Van Vorst Immanuël, de gezalfde Koning van Sion, Die de stromen van hemels water doet vloeien uit het hemelse heiligdom.
“God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen.” Dat de Heere Zijn voetstappen zou willen drukken in het midden van ons. Dat er in Sion geboren zouden mogen worden en beekjes der rivier zouden mogen vloeien, opdat het volk van God getroost en onderwezen mag worden.
Aan het einde van de dienst werd ds. Boeder toegesproken door ds. A.B. van der Heiden namens het curatorium, door ds Van Dieren namens de classis Rijssen en de P.S. Oost, door student S. Maljaars namens de studenten en door ouderling Van der Goot namens kerkenraad en gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's

Verslag bevestiging/intrede kand./ds. K. Boeder Terwolde-De Vecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's