Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Davids Hallelujah"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Davids Hallelujah"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II).

Om „vader" Brakel uit zijn geschriften te leren kennen, zouden we meteen de aandacht kunnen vestigen op zijn hoofdwerk „Logikè Latreia", of „Redelijke Godsdienst." In dat werk behandelt hij namelijk de hele Gereformeerde geloofsleer, waarbij tevens voor de praktijk der godzaligheid een grote plaats is ingeruimd. We doen clat echter niet, omdat een bespreking van de „Redelijke Godsdienst" ons veel te ver zou voeren en willen liever wijzen op een misschien iets minder bekend werkje, dat tot titel draagt: „Davids Hallelujah ofte de lof des Heeren over het genadeverbondt ende deszelfs bedieninge in het Oude en Nieuwe Testament. Bij gelegenheid der verklaringe van den 8ste psalm."

Zoals dit werkje thans voor me ligt, vertoont het zich niet in z'n oorspronkelijke vorm. De eerste drukken (die tegenwoordig vrij zeldzaam zijn) zijn veel kleiner van omvang en eigenlijk niet meer dan een polemisch tractaat, een uitvoerige preek over Psalm 8. Dit geschrift had z'n ontstaan te danken aan het geschil tussen cle „Voetiaan" Brakel en zijn „Coccejaanse" collega ds. David Flud van Giffen. Deze laatste had in 1680 een vakaturebeurt vervuld in Leeuwarden, waarbij hij tot tekst had genomen cle 8ste Psalm. Geheel in het voetspoor van zijn leermeester Coccejus verklaarde Van Giffen deze psalm typologisch, d.w.z. men zocht in het Oude Testament zoveel mogelijk typen en symbolen, die moesten heenwijzen naar de Middelaar van het Nieuwe Testament.

Brakel, die ook onder Van Giffens gehoor was, was het lang niet eens met deze allegorische wijze van voorstelling. Hij besloot, deze preek in het openbaar te weerleggen en bediende cle eerstvolgende zondag het Woord over dezelfde tekst, Psalm 8. Zonder openlijk zijn collega Van Giffen aan te vallen, verklaarde hij deze psalm geheel „Voetiaans" of, misschien beter, „Calvinistisch." Dat wil zeggen, dat hij naar het wezen van het Oude Testament cle bediening des Verbonds niet van Christus, maar van God de Vader uit, beschouwde.

De gemeente begreep het en de preek miste zijn uitwerking niet. Wegens de actualiteit van de verhandelde stof verzocht men Brakel, deze preek in druk te doen verschijnen. Deze voldeed aan het verzoek en liet de preek voorafgaan door een uitvoerige inleiding over het geschilpunt met Van Giffen. In de latere drukken is deze polemiek weggelaten, zoals Brakel zelf zegt: „Met uitlatinge van het dispuut." De twist tussen Voetianen en Coccejanen was namelijk al spoedig geleverd, en in de 18e eeuw verschilden de „gematigde" Voetianen en de „ernstige" Coccejanen niet zoveel meer van elkaar.

Dat blijkt onder meer uit een preek van Brakel's geestverwant Alexander Comrie, waarin de volgende opmerking wordt gemaakt: „Daar wij weinig of niets van gesproken hebben, clat zult gij vinden in een kostelijke leerrede van.... David Flud Van Giffen...."

Wat ons opvalt, zowel in de keuze van het onderwerp als in cle behandeling van de stof, is cle mime plaats, die Brakel toekende aan het Verbond. Dat blijkt trouwens ook al uit zijn „Redelijke Godsdienst." De Gereformeerde theologen uit dien tijd hebben, uit vrees voor overschatting van het Verbond, deze kwestie veelal laten rusten. Pas omstreeks 1700 komt er meer aandacht voor cle Verbondsleer, als het Verbondsoptimisme van Coccejus wat aan het tanen is. Witzius heeft zelfs de gehele dogmatiek aan de hand van het Verbond behandeld, zoals we nog zullen zien; Brakel had daartoe al enigszins de weg gebaand.

Brakel's geschrift is verdeeld in 17 hoofdstukken, waarvan het eerste een beknopte verklaring van Psalm 8 bevat. De hoofdstukken 2 t.m. 16 geven een uitvoerige verhandeling over het Genade-O O verbond, o.a. cle oorzaak en de oorsprong van het Verbond; de natuur en de be-

diening van het Verbond; cle aanbieding van en cle overgang in het Verbond; de kenmerken van de ware en de valse bondgenoten, enz. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de weerlegging van allerlei afwijkende gevoelens over cle Gereformeerde Verbondsleer. We proeven hierin haast op elke bladzijde de kritiek op de Coccejaanse Verbondsopvatting, waarbij Brakel echter zelf opmerkt, dat hij „de verschilpunten, in deze dagen zwevende, op het alderzagtste behandelt."

Deze uiteenzetting over het Genadeverbond is ook in onze dagen, waarin de geschillen over de Verbondsleer binnen cle Gereformeerde gezindte nog altijd voortduren, in hoge mate aktueel. We moeten echter bedenken, clat Brakel niet volstaat met een beschouwing over het Verbond in zuiver-wetenschappelijke zin, maar clat hij, als man van cle praktijk het voorwerpelijke en het onderwerpelijke element tot een harmonisch geheel heeft verwerkt. We kunnen dat het best uitdrukken met zijn eigen woorden in de inleiding, die ook wij nog wel ter harte mogen nemen:

„Wij zien dat er onder vele andere twee misslagen in de Kerke van Nederland in zwang gaan. De eene is, dat men zich met de letter tevreden houdt, ende zich inbeeldt alsof godzaligheid alleen in de kennisse van de t' zamenhang van cle Bijbel bestonde; een ander is, dat men devotie, ende godtzalige bewegingen van binnen ende deugdzaamheid van buiten oeffent zonder gegronde kennisse van cle waarheden, "

Als man van de Nadere Reformatie waarschuwt clus ook Brakel enerzijds tegen letterkennis zonder meer, anderzijds tegen geestdrijverij buiten cle Schriftuurlijke kennis om. Zo zien we dat hij een bewuste poging gedaan heeft om de balans tussen objectivisme en subjectivisme in evenwicht tc houden.

In een volgend artikel hopen we op „Davids Hallelujah" nog nader terug te

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1959

Daniel | 8 Pagina's

„Davids Hallelujah

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 oktober 1959

Daniel | 8 Pagina's