Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uittreksel uit Luthers geschrift: „De vrijheid van den christenmensch."

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uittreksel uit Luthers geschrift: „De vrijheid van den christenmensch."

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Met het geloof is het dus gesteld, dat, als iemand een ander gelooft, hij hem daarom gelooft, wijl hij hem houdt voor een vroom en betrouwbaar man; hetwelk de grootste eer is, die de eene mensch aan den ander bewijzen kan. Desgelijks is het de grootste smaad, dien men iemand kan aandoen, zoo men hem houdt voor een sluwen, leugenachtigen en lichtzinnigen mensch. Alzoo ook, als de ziel Gods Woord vasteljjk gelooft, dan houdt zij Hem voor waarachtig, vroom en rechtvaardig; en bewijst Hem daarmede de grootste eere, die zij Hem bewijzen kan. Want daarin geeft zij Gode gelijk, daarin laat zij Hem recht wedervaren, daarin eert zij Zijnen Naam, en laat met zich handelen zooals Hij wil; want zij twijfelt niet, maar blijft er bij, dat Hij vroom is en waarachtig in al Zijne werken.
Wederom kan men God geene grootere oneer aandoen dan door llcm niet te gelooven; daarmede toeli maakt de ziel Hem tot een ongeschikten, leugenachtigen en liehtvaardigen God. Zij verloochent Hem mot zulk ongeloof, terwijl zij in haar hart eenen afgod opricht van eigen zin en wil tegenover God, als wilde zij het beter weten dan Hij. Doch als God ziet, dat de ziel Hem alzoo eert door haar geloof, zoo eert Hij haar wederom, en houdt ook haar voor vroom en waarachtig; gelijk zij ook waarlijk vroom en waarachtig is door dit geloof.
Want dat men Gode waarheid en vroomheid geeft, dat is recht en waarheid, en dat doet rechtvaardig en waarachtig zijn, omdat het waar is en recht, dat Gode de waarheid gegeven worde. En dit doen zij niet, die niet gelooven, en zich toch met vele goede werken afmatten en vermoeien.
2. Het geloof geeft niet alleen zooveel, dat de ziel gelijkvormig wordt aan het Woord Gods, en vol van alle genade, vrij en zalig, maar het vereenigt ook de ziel met Christus, gelijk eene bruid met haren bruidegom. Uit deze echtverbintenis volgt (zooals de Apostel Paulus zegt, Ef. 5 : 30), dat Christus en de ziel één lichaam worden. Daarom worden ook de goederen van beiden tot gemeenschappelijk goed; zoowel geluk als ongeluk, alle dingen hebben zij gemeen; zoodat hetgeen Christus heeft, ook het eigendom is der geloovige ziel, en wat die ziel heeft, wordt het eigendom van Christus. Waar nu Christus in het bezit van alle goed en van do volkomene zaligheid is, zoo is dit goed en is deze zaligheid ook der ziel eigen, en wederom, waar de ziel met alle zonden en ondeugden beladen is, zoo worden deze Christus eigen.
Hier begint nu de blijde verwisseling. Omdat Christus God en mensch is en nooit gezondigd heeft, en Zijne vroomheid onoverwinnelijk, eeuwig en almachtig is, en omdat Hij de zonden van de geloovige ziel door den bruidsring, dat is door het geloof, Zich eigen en tot de Zijnen maakt, en niet anders handelt, dan alsof Ilij zelf die gedaan had: zoo moeten de zonden in Hem verslonden en verdronken zijn; want Zijne onoverwinnelijke gerechtigheid is allen zonden te sterk. Zoo wordt de ziel van al hare zonden ontledigd, en geheel ontdaan en vrijgemaakt, en begiftigd met de eeuwige gerechtigheid van haren Bruidegom Christus, en dat door haren bruidschat, t. w. haar geloof.
Is dit nu geene vroolijke huishouding, dat de rijke, vrome en edele Bruidegom Christus deze arme, verachte, booze en overspelige deerne Zich tot vrouw neemt, en haar verlost van alle kwaad en met alle goederen rijkelijk versiert ? Nu is het derhalve nimmer mogelijk, dat de zonden haar verdoemen, dewijl zij nu op Christus liggen en in Hem verslonden zijn. Zoo heeft zij eene overvloedige gerechtigheid in haren Bruidegom, zoodat zij opnieuw tegen alle zonden bestand is, al lag zij ook onder dezelve. Daarvan zegt de Apostel Paulus (1 Cor. 15 : 57): Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jesus Christus, in welke overwinning de dood verslonden is met de zonde.
3. Hier ziet gij nu, op welken grond aan het geloof terecht zooveel toegeschreven wordt, dat het alle geboden vervult, en zonder eenig ander werk vroom maakt. Want gij ziet hier, dat alleen het geloof het eerste gebod vervult, alwaar geboden wordt: gij zult uwen God eeren. Wanneer gij nu van het hoofd tot de voeten vol waart van goede werken, maar het geloof niet hadt, zoo waart gij toch niet vroom en gaaft Gode Zijne eere niet, — en gij vervult alzoo het eerste gebod niet. Want God kan niet geëerd worden, tenzij Hem de waarheid en alle goed toegeschreven worde, gelijk Hij ook waarachtig is. Dat doen echter de goede werken niet, m a ar a l l e e n h e t g e l o o f des h a r t e n.
Derhalve is het geloof alleen de gerechtigheid des menschen en de vervulling van alle geboden. Want wie het eerste, het hoofdgebod vervult, die vervult ook gewis en zeer gemakkelijk alle andere geboden. Doch de werken zijn doode dingen, zij kunnen God niet eeren noch prijzen, al worden zij gedaan en al laten zij zich (onder zekere voorwaarden) doen tot lof en eer van God. Maar wij zoeken hier ook niet, hetgeen gedaan wordt, de werkiyi, maar den dader zeiven, den werkmeester der goede werken, die God eert en de werken doet.
Dat is niemand anders dan het geloof des harten, want dat is het hoofd en het geheele wezen der vroomheid. Derhalve is het eene gevaarlijke en duistere wijze van spreken, als men leert, dat Gods geboden met werken te vervullen zijn, daar toch de vervulling der geboden vóór alle werken door het geloof moet geschied zijn, en de werken op de vervulling volgen.

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's

Uittreksel uit Luthers geschrift: „De vrijheid van den christenmensch.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1888

Amsterdamsch Zondagsblad | 8 Pagina's