Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe zouden wij dan leven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe zouden wij dan leven?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een niet alledaags boek, dat de uitgeverij Callenbach onlangs liet verschijnen. Onder de titel „Hoe zouden wij dan leven?" heeft deze uitgeversfirma een Nederlandse vertaling verzorgd van het in Amerika uitgegeven werk „How should we then live?" In Amerika heeft het boek, uitgave van Fleming Reveil, New Jersey, nogal opgang gemaakt. Nederlandse TV-kijkers hebben met het thema van dit boek kennis kunnen maken omdat de afgelopen wintermaanden de Evangelische Omroep een serie van tien afleveringen onder dezelfde titel heeft uitgezonden. Tien maal een half uur les van dr. Francis A. Schaeffer over de opkomst en het verval van de christelijke cultuur!
Het boek is zorgvuldig samengesteld. Een groot aantal specialisten heeft medewerking verleend op verscheidene vakgebieden. Onder hen bevindt zich de vorig jaar overleden Amsterdamse V.U.-hoogleraar dr. H. R. Rookmaker, die de kunsthistorische gege- \'ens heeft verzameld. En wie dit boek alleen maar doorbladert kan slechts vermoeden hoeveel werk hiermee gemoeid is geweest.
Thema van het boek én van de filmserie is een oproep om terug te keren tot de Bijbelse normen. Ik heb een aantal afleveringen gezien en ik heb hier en daar klanken opgevangen, die me deden denken aan de Wijsbegeerte der Wetsidee; een milieu van wijsgerig denken, waarin ook prof. dr. Rookmaker zich wel thuis gevoelde.

Haastwerk...

Callenbach heeft een goed uitziend boek op de markt gebracht. Het bevat een aantal vierkleurenpagina's en een zeer groot aantal zwart-wit foto's. Het boek is gezet met een royaal leesbare letter en uitgegeven op uitstekend papier. Het ziet er bepaald niet flodderig uit, wat wèl eens gezegd moet worden van heel wat andere uitgaven, die tegenwoordig in de boekwinkels verkrijgbaar zijn. Het gebonden boek van 246 bladzijden kost ƒ 32,50 en dat is, gezien de zeer hoge Nederlandse boekprijzen, bepaald goedkoop. Wèl moet worden gezegd, dat Callenbach er in sommige opzichten wat haastwerk van heeft gemaakt. Dat is natuurlijk wel te begrijpen, want het moest in de winkels zijn toen de TV-serie liep. Maar dat is geen excuus om b.v. de inhoudsopgave af te breken bij hoofdstuk 2: het boek telt 13 hoofdstukken plus een „Tot Slot". De vertaling draagt ook het kenmerk van haast. Eveneens roept het aanhalen van buitenlandse boeken zo zijn problemen op. Waarom niet aan het slot een goed geannoteerde bibliografie opgenomen, met publicatiejaar en uitgever?

Geen namenregister

De Nederlandse editie van „Hoe zouden wij dan leven" heeft geen register van onderwerpen, namen van geciteerde schrijvers, componisten e.d. Veel Nederlandse boeken lijden aan dit gebrek. Waarom heeft Callenbach, die toch een ervaren uitgever is, niet voor een behoorlijk register gezorgd? Zeker een boek, waarvan de tekst gedeeltelijk in een TV-serie is verwerkt, krijgt veel lezers. En die lezers worden in de steek gelaten, wanneer een register ontbreekt. De waarschuwing van Solzhenitsyn om het verleden niet te vergeten en er lering uit te trekken (pp. 194-6) is belangrijk genoeg om te onthouden. Maar Schaeffer's boek is zo rijk aan allerlei uitspraken, dat zonder register dit boek aan gebruikswaarde verliest.

Wie is Dr. Schaeffer?
De schrijver van het boek en de man achter de TVserie is dr. Francis A. Schaeffer, een Amerikaan, die intussen al dertig jaar in Zwitserland woont. Hij heeft daar een aantal mensen om zich heen verzameld met wie hij conferenties verzorgt over godsdienstige en wijsgerige onderwerpen. In het centrum L'Abri (de Schuilhut) zijn in de loop der jaren honderden Europeanen, Amerikanen en mensen uit andere werelddelen ontvangen. Zij wonen daar lezingen bij, kunnen met behulp van cassette- en bandrecorders allerlei onderwerpen op hun gemak in eigen tempo of eigen taal nog eens beluisteren en verwerken.
Dr. Schaeffer heeft verscheidene boeken geschreven, waarvan enige Nederlandse vertalingen zijn: „De God die leeft", „Genesis in ruimte en tijd", „Leven door de Geest" enz. (alle uitgegeven door Buijten & Schipperheyn, Amsterdam). Eén van de medewerkers van dr. Schaeffer is Os Guiness, die een boek schreef onder de titel „The Dust of Death" (Het stof van de dood), uitgegeven door Intervarsity Press, Downers Grove, Illinois, USA.
In dit boek besteedt Guiness veel aandacht aan de subculturen van de Hippies, de Provo's (interessant voor een Nederiander om een buitenlander aan het woord te horen over de vergeten - ? - Provo's) en allerlei andere verschijnselen. Hij zingt nu eens niet het in Nederland zo afgezaagde deuntje van „verandering van structuren", maar probeert een christelijke benadering te bieden voor de problemen waarmee hij zich bezig houdt. Ja, men weet in de kring rondom Schaeffer wèl waarover men schrijft. Maar goed, terug dan naar Schaeffer en L'Abri, waaraan Guiness is verbonden.

Bescheiden belangstelling
Dr. Schaeffer heeft de laatste maanden een bescheiden mate van belangstelling ondervonden. Ja, inderdaad „bescheiden", want in het overigens zo ruim denkende Nederland is het natuurlijk geen aanbeveling wanneer iemand een christelijke boodschap tracht te vertolken voor de meest gesmade en doodgezwegen omroep van Neerland's gevariëerd omroepbestel. Er zijn nl. hele volksstammen van Nederlandse tijdschriftlezers, die zo goed als onkundig zijn gehouden van Schaeffer's manhaftige poging om al die problemen van het verval van de Westelijke cultuur aan de orde te stellen.

Terug naar de Bijbel
Misschien komt dat gebrek aan publiciteit voort uit het feit, dat dr. Schaeffer voor vele tijdschriftredacties niet progressief genoeg is. En over het „toelatingsbeleid" op de kanalen en golven van wat men tegenwoordig de „electronische media" noemt moeten we natuurlijk helemaal zwijgen. Kort en goed: Schaeffer's serie kwam op de E.0. en toen het feest was afgelopen, kwam er nog een speciale congresdag (11 maart jl.) in de aula van de Vrije Universheit te Amsterdam. Om misverstanden van eventuele associaties van VU-EO-Schaeffer dadelijk uit te sluiten: de V.U. heeft alleen maar zaalruimte verhuurd, al zijn er aan en rondom de V.U. wellicht nog wel enige mensen te vinden, die welwillende sympathie voor Schaeffer kunnen opbrengen.
Dr. Schaeffer heeft in de televisie-serie en in zijn boek duidelijk gesteld, dat terugkeer naar Bijbelse normen noodzakelijk is. Onze westerse cultuur heeft zijn problemen voor een zeer groot deel te wijten aan het verlaten van die Bijbelse grondslag. Het machtige wereldrijk van de Romeinen is verpulverd omdat het in principe ging om de méns, die in de persoon van de keizer vergoddelijkt werd. Deze ontwikkeling zet zich voort in de Renaissance, waarin de grootheid van de méns de toon aangeeft. In de Reformatie wordt de weg terug naar God gezocht en komt het Woord van God weer terug op de kansels van vele kerken in Europa.
En zo wandelt Schaeffer de geschiedenis van de Westerse cultuur door, ruimschoots en overvloedig betogend, documenterend en illustrerend dat alléén de weg naar Christus voor de ontspoorde mens het (enige) antwoord is.

Fragmentarisch
De titel van het boek en de TV-serie „Hoe zouden wij dan leven" is ontleend aan de passage over de wachters in Ezechiël 33 vs. 10. Het boek verdient behoorlijke aandacht. Het is heus geen boek om in een ruk uit te lezen. Dat is wel gebleken uit de TVafleveringen. Wat een veelheid van onderwerpen werd in één uitzending van dertig minuten aan de orde gesteld! Daar kwam voor Nederland nog bij, dat de onderschriften door gebrek aan tijd uiteraard zeer fragmentarisch moesten zijn. En dat heeft voor menigeen ongetwijfeld de duidelijkheid van de boodschap nadelig beïnvloed. Het zou beter zijn geweest indien de hele tekst door Nederlandse sprekers zou zijn ingesproken en aan de Nederlandse situatie enigszins aangepast zou zijn.
Ook het uitermate snel verschuiven van beelden en veranderen van onderwerp gaven het TV-werk iets flitserigs, dat de „overkomst" van de boodschap niet ten goede is gekomen.

Discussiegroepen
In Amerika en Canada is de TV-serie in kerkelijke discussiegroepen behandeld. Men komt eenvoudig tien avonden bijeen, kijkt en luistert naar één aflevering en gaat daarna over dat onderwerp met elkaar spreken. Men kan daarbij gebruik maken van de speciale handleiding die in Amerika voor dit doel is geschreven. Men krijgt dan een samenvatting van een hoofdstuk met wat discussievragen en men kan op die manier wat gemakkelijker de zeer uitvoerige stof verwerken. Vrienden in Canada vertelden ons in een brief, dat zij van de afleveringen van de serie veel hadden opgestoken! Het zou jammer zijn wanneer de serie nu meteen in de archieven van de E.O. wordt opgeborgen. Er moeten toch mogelijkheden zijn om wat meer met dit materiaal te doen. Men mag rustig zeggen, dat zo'n boek en filmserie het resultaat zijn van vele jaren nauwgezette studie.

Anti-communistisch...foei...

Dat is helaas niet altijd even positief gewaardeerd, getuige b.v. een artikel van Aldert Schipper in het dagblad „Trouw" van 23 januari 1978. In dat artikel wordt gezegd, dat de beweging L'Abri een eigen plaats inneemt onder de talrijke groepen „ter rechter zijde van de grote kerken", die een bijzondere aantrekkingskracht blijken te hebben voor sommige jongeren. De heer Schipper heeft het vooral niet op Schaeffer begrepen, omdat de man achter de TVserie nogal anti-communistisch is. En dat is in Aldert's rroMW-hartige ogen zo niet een grote zonde dan toch wel erg ongenuanceerd. Bepaald kwaadaardig is de man van „Trouw" wanneer hij spreekt van het werk van dr. Schaeffer: „Hij schrijft over het werk van Thomas van Aquino, Erasmus, Hegel en Marx alsof hij dezen persoonlijk heeft gekend. Een nadere kennismaking leert echter dat hij deze filosofen en theologen meer kent door hetgeen anderen over hen schreven dan door eigen studie en verwerking".

Pluspunt...
Wat een bezonken oordeel en een vlijmscherpe en snelle analyse van Aldert, die met koene kennersblik vele eeuwen geschiedenis van theologie en wijsbegeerte overziet! En Aldert vindt dat dr. Schaeffer de mensen „overbluft met zijn wel zeer oppervlakkige Amerikaanse verwerking van de cultuur en de moderne kunst eigenlijk alleen maar gebruikt voor de onderbouwing (zo staat het er! - AV) van zijn stelling „dat het christendom waar is".
In ieder geval, „Trouw"-lezers weten dat dr. Schaeffer bestadt, en dat is al een hele gunst die Aldert zijn lezers heeft beschoren, wanneer men in aanmerking neemt al dat vele nieuws over basisgroepen, kerngroepen, demonstratiegroepen enz. enz. dat Aldert's bezig bezem met onvermoeide ijver op pagina twee van „Trouw" bijeenveegt. „De waarde van dr. Schaeffer is dat hij talloze cultuurarme evangelisch ingestelde mensen geleerd heeft dat kunst niet bij voorbaat iets verwerpelijks is", zo stelt Aldert neerbuigend vast. En dat is, alweer volgens onze Aldert „een belangrijk pluspunt".

Onverwerkte wijsgeer

Toch zakt dr. Schaeffer voor het examen, dat de heer Schipper hem in Zwitserland heeft afgenomen. Met nauw verholen ongenoegen heeft de journalist geluisterd naar de man, die als enige pluspunt de arme EO-zieltjes nog een beetje cultuur tracht bij te brengen. Ik kan me enigszins voorstellen hoe dat moet zijn toegegaan. Een gesprek tussen een man met een zeer rijk gestoffeerde geest, die ettelijke boeken en honderden artikelen heeft geschreven over wijsgerige en theologische onderwerpen en de journalist van het Amsterdamse ochtendblad. Vele onderwerpen passeren de revue: communisme met of zonder menselijk gezicht (André Malraux gelooft er ook al niet in, p. 198), abortus. Schriftuurlijke normen voor het menselijk denken, en zo langzamerhand moet het Aldert wel zijn gaan duizelen. En Aldert moet wel hebben gedacht: wat zonde van zo'n man, zo heerlijk hip, kompleet met sik, manen en koltrui en dan toch zo fundamentalistisch benepen, enghartig, anti-communistisch...

„You see, mr. Skipper...

"

En dr. Schaeffer betoogt weer wat en slingert weer zo'n onverwerkte wijsgeer naar Aldert, terwijl het sikje lustig op en neer hipt op de koltrui. En toen zag Aldert het niet meer zitten en de journalist die altijd en plichtmatig moeilijke namen en grote woorden feilloos noteert, schrijft me daar een héél artikel over dr. Francis Schaeffer zonder „c": Shaeffer. En dan blijf je als lezer zitten met de gedachte: dat de man met de langste manen - tenminste voor de EO-camera - zo gekortwiekt, verminkt en kwaadwillend wordt weergegeven is al niet zo fraai, maar dat Aldert nu ook de schaar in 's mans naam moet zetten! En in gedachten hoor ik dr. Schaeffer nauwelijks hoorbaar fluisteren: „O, come on, mr. Skipper "

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1978

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Hoe zouden wij dan leven?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1978

Protestants Nederland | 8 Pagina's