Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verrassende ontmoetingen in het STAATSWILDRESERVAAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verrassende ontmoetingen in het STAATSWILDRESERVAAT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

<p><br />De uitgestrekte bossen tussen Ugchelen en Hoenderloo vormen al 35 jaar het Staatswildreservaat. In dat 3500 hectare grote gebied wordt alles gedaan om voor het wild een zo natuurlijk mogelijk leefgebied in stand te houden. Daarvoor is een goed bosbouwkundig beleid nodig en een deskundig beheer van het wild. Uitgezonderd de rustgebieden is het reservaat vrij toegankelijk. Dwaalt u mee? Misschien ontmoet u op een zandig bospad een zanloopkever of krijgt u zelfs een roedel hinden te zien...</p>

O, die heerlijke ochtenden vroeg in het jaar, die ik dwalend doorbreng in de uitgestrekte Veluwse bossen. Aan de rand van de Hoogbuurlose hei, aan de westkant van het reservaat. waar de akkerleeuweriken al in februari als stippen in de blauwe lucht hangen te zingen, slingert het grijze zandpad langs de bosrand. Overal vertellen de prenten, scherp in de harde grond gedrukt, dat het roodwild, de edelherten en de reeën op de hei graag hun voedsel zoeken. Het is nog pittig koud op een tijdstip dat er blijkbaar nooit mensen wandelen. De zon is juist boven de kim geklommen en strooit haar goud over het bruine veld, veegt blinkend geel over de zandverstuiving in de verte, maakt van het water van Gerritsfles schijnbaar vloeibaar zilver en kleurt de dennestammen achter mij warmrood. Ik luister graag naar de leeuwerik, de vogel waarover Gezelle zulke mooie gedichten schreef. Helaas gaat hun aantal de laatste jaren snel achteruit.

Verarming
Behoedzaam loop ik naar de rand van de jonge denncnaanplant, begeleid door het geroep van een koppelde staartmezen. Van de hei komt slechts het getierelier van de leeuweriken. Tien jaar geleden was dat anders. Toen jodelden er de wulpen uitbundig, waren er de vele korhoenders in de grasvlakte van radio-Kootwijk en streken er in het vroege voorjaar grutto's bij het ven neer. Dat is voorbij en de fijne voorjaarsgeluiden van die grondbroeders mis ik hier al bijna twintig jaar. Er is nog veel moois. In de bosrand klinkt het geroep van de grote bonte specht. Even later hoor ik een merkwaardig trillend geluid. .. het mannetje roffelt. Dat gaat gemakkelijk. Hij zoekt een dorre dunne tak. laat daarop zijn sterke snavel dansend vibreren, waardoor dat ver klinkende resonerende geluid wordt gevormd. Dan weet een vrouwtjesspecht dat hij een partner zoekt en zij laat ook zo'n roffel horen. Zo vinden ze elkaar. Uit een eik aan de rand van de hei klinkt een wat klagend "fluu", een geluid dat in de Veluwse bossen vaak wordt gehoord. Er zit een span goudvinken, de man pronkend met zijn opvallend grijs, wit, zwart en vuurrood. Het is geen zangvogel, maar een pronkvogel, die steeds verrast door zijn fraaie verenkleed. Deze vogels kunnen zich goed handhaven in de uitgestrekte bossen, want ze leven en broeden onbereikbaar voor de vele vossen. Dat die een van de oorzaken vormen van het verdwijnen van grondbroeders wordt bestreden. Dat die vogels verdwenen zijn is een feit en een waarschijnlijk onherstelbare verarming. Toch hoort ook de vos hier thuis, maar er komen er zo veel! Over nut en schade, ingrijpen of de natuur haar gang laten gaan, wordt al jaren vruchteloos gediscussieerd.

Vliegkunstenaars
Op veertig meter afstand beweegt iets tussen de jonge dennen. Eenjonge reebok komt uit de dekking, ziet mij niet en ruikt mij evenmin, want de wind waait naar mij toe. Ik kan het ranke dier rustig bekijken. Als ik voorzichtig probeer dichterbij te komen, kraakt er toch een dun takje onder mijn schoen. De bok kijkt meteen in mijn richting en ziet mij, maar blijft nog even rustig staan. Dan gaat hij er opeens met ' grote sierlijke sprongen vandoor, blijft vijftig meter verder op een open plek weer staan, om mij opnieuw aandachtig en lang te bekijken. Zo'n scherp tegen de achtergrond afstekende ree, in een omlijsting van geel verkleurd pijpestrootjesgras, vormt als het ware een prachtig schilderij. Een miauwend geluid doet mij omhoog kijken. Vijf buizerds zijn bezig met hun baltsvlucht. Eerst blijven ze in grote cirkels om elkaar heen vliegen, ver van elkaar verwijderd, dan weer zweven ze in kleine kringen om elkaar heen, almaar hoger. Ze worden blijkbaar steeds levenslustiger. Met kunstige vliegcapriolen, verrassende wendingen en soms plotselinge vertragingen of versnellingen zijn die vliegkunstenaars aan het spelen boven de hei. Het vliegspel van deze grote roofvogels is fascinerend. Met grote boogvluchten, waarbij hij zich soms van links, dan weer van rechts laat bewonderen, gaat er een op grote afstand om zijn al even gracieus vliegende soortgenoten heen. Opeens laat hij zich als een steen vallen, tot vrij dicht boven de grond, om met een sierlijke opwaartse vlucht weer naar de blauwe luchtte stijgen.

Snauwende kreten
Dan wordt mijn aandacht afgeleid van de stralende lucht naar een open plek in het bos. Daar loopt een hinde. Ze kijkt mij aan, haar grote oren in mijn richting gedraaid, een en al opmerkzaamheid. Rustig loopt het slanke dier over de wildakker, duidelijk zonder zich iets van mij aan te trekken. De wind is gunstig, waardoor ze van mij geen verwaaiing krijgt en ik sta half verscholen en stil achtereen dennetje, waardoor ik voor haar geen gevaar beteken. Tegen de avond kan men verrassende ontmoetingen krijgen met het wild. Onder de dichte kruinen van de beuken wordt het al vroeg schemerig, maar de open plaatsen zijn nog licht. En daar trekt het wild vaak heen. Van de boslaan voert een smalle, dicht begroeide singel langs een perceel oude grove dennen. De lucht in het westen lijkt in brand te staan. De oranje bal van de zon zakt tussen grillig wolkenspel in vlammende kleuren naar de einder. Eerst langzaam, dan steeds sneller. De plek tussen de dennen is ruig en dicht begroeid metvogelkers en lijsterbes, bosbessen en braamstruiken. Het is stil. Tussen de bomen hangt een grijs waas van lichte nevel. Twee roodborsten tinkelen naar elkaar hun ijle gezang. Bij een kruising met een andere boslaan is het nog vrij licht. Opeens komt er uit het bos een geroffel van geluiden door het dorre blad en de ruigte. Ik hoor knorrende en snauwende kreten.

Nachtbrakers
Uit het donker van de struiken komt een zwart silhouet. Een wild varken draaft over de laan en wordt gevolgd door een heel stel, groot en klein. Oude varkens, overlopers van vorig jaar en biggen die al flink uit de kluiten zijn gewassen. maar nog hun aardige streeppakje hebben. Het stel draaft met veel lawaai de laan over en verdwijnt aan de andere kant tussen de sparren. Het geluid sterft langzaam weg. Dan is het weer stil in het bos, waar alleen nog het dunne geluid van de roodborstjes klinkt. Zo sierlijk en rustig herten en reeën zijn, zo ruig en wild zijn de wilde varkens. Deze dieren boeien op heel andere wijze, maar worden nog minder gemakkelijk waargenomen. Het zijn immers nachtdieren. De wroetplaatsen kan men overal aantreffen. Wilde varkens houden van vochtig terrein en nemen graag een modderbad in poelen en diepe plassen. Nadat zo' n varken lekker in de modder heeft liggen schurken, gaat het tegen een boomstam zijn huid schuren. Dat doen wilde varkens vaak in de zomer, als ze worden geplaagd door jeuk van ongedierte.

Onnatuuurlijk
Er is veel meer te zien in het reservaat: zwarte spechten, raven, roofvogels, dassen, boommarters. De bossen zijn vooral bekend door de edelherten die daar een voor ons land uniek leefgebied hebben en uitstekend worden verzorgd. Herten zijn oorspronkelijk dagdieren. Doordat er geen grote stiltegebieden meer zijn en de recreatiedruk enorm is toegenomen, zijn herten schuwe nachtdieren geworden. De jacht zal daaraan ook hebben meegewerkt. Die is overigens onvermijdelijk. Zonder afschot zouden er al gauw te veel van die grote grazers zijn. Zelfs nu zijn het er te veel. Ze worden vrijwel het r helejaarbijgevoerd, want anders zou er niet voldoende voedsel voor de dieren zijn. Van deze onnatuurlijk situatie wil men af en terecht. Het is natuuriijker als er minder herten zouden zijn met meer bewegingsvrijheid, in een gebied dat voldoende natuuriijk voedsel levert. Een ideaal dat waarschijnlijk niet meer verwezenlijkt kan worden. Daarvoor is ons land te klein en is het te dicht bevolkt. Nu is er echter een situatie waarbij prachtig wild wordt beschermd waarvan het publiek weinig of niets krijgt te zien. De recente stormen hebben ook in het reservaat chaotisch huisgehouden. Men is nu de gevolgen van de vernielende windkracht aan het opruimen. Er zijn bosbeheerders die van mening zijn dat men niet alles moet ruimen. Men kan de situatie benutten om een natuurlijker bos te doen ontstaan. Juist in natuurreservaten kan dat worden gerealiseerd. Door gedeelten te laten in de staat die door de storm is ontstaan, kan daar een natuuriijk herstel plaats hebben. De gevallen bomen vormen dan prachtige schuilplaatsen en leefgebieden voor kleine en grote dieren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 maart 1990

Terdege | 80 Pagina's

Verrassende ontmoetingen in het STAATSWILDRESERVAAT

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 maart 1990

Terdege | 80 Pagina's