Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar de Catechisatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar de Catechisatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

67

De oorsprong der verlossing (2).

In onze vorige les hebben we besproken de mogelijkheid van de verlossing van de mens. Weet u nog waarom? En waarom was verlossing niet mogelijk voor de gevallen engelen, die duivelen zijn geworden?

De mens dus was nog „redbaar”. Was er dan toch nog iets in de mens zelf te vinden, waarom hij nog verlost kon worden?

Probeert u deze vragen te beantwoorden, dan gaan we nu verder met de les over de oorsprong der verlossing.

Deze ligt niet in de mens, maar in de drieënige God Zelf. Zij is vastgelegd en besloten in Gods eeuwige verkiezing. „Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de grondlegging der wereld”, Efeze 1 : 4a.

En de oorzaak der verkiezing ligt in Gods vrijmachtig soeverein welbehagen, Matth. 11 : 25.

Zeer nauw aan de verkiezing is verbonden „de raad des vredes”, ook genoemd „het verbond der verlossing”. In de „raad des vredes”, welke dus ook in de eeuwigheid ligt, treden meer de rechtsverhoudingen als onderhandelingen tussen de drie Personen op de voorgrond. De Vader eist voldoening, de Zoon verbond Zich deze te volbrengen. Psalm 2, psalm 40, psalm 89 : 29. De Heilige Geest nam op Zich om de vleeswording van Christus in het oude verbond voor te bereiden, om de „ontvangenis” in Maria te bewerken, om in de offerande van Christus Zijn werk te volvoeren (Hebr. 9 : 14) en de door Christus verworven weldaden de uitverkorenen toe te passen. Rom. 8 : 14, 1 Kor. 12 : 3, e.a. plaatsen. Deze toepassende werking van de Heilige Geest in de tijd kan dus nooit losgemaakt worden van de onderhandelingen van eeuwigheid tussen de Goddelijke Personen. Dit ligt ook duidelijk verklaard in de aanbidding, welke de drie Personen toekomt en die in de roemtaal van de levende kerk wordt beluisterd. Openb. 4 : 10 en 11, hfd. 15 : 3 en 4.

In deze raad des vredes ligt ook het gehele bestek van het genadeverbond vast.

Er is verschil van gedachte in de geschiedenis van Gods kerk over de vraag: zijn er nu twee verbonden, verbond der verlossing en verbond der genade, of vallen deze beide samen als één verbond? Zij, die deze beide verbonden als onderscheiden van elkander zien, zijn er wel om verketterd. Maar ik lees in een voorwoord van een zekere predikant, Hugh Kennedy, bedienaar van de Schotse kerk te Rotterdam, geschreven in het werk van de bekende Boston, „Een beschouwing van het verbond der genade” deze opmerking: „Het is wel waar dat vele rechtzinnige godgeleerden zichzelf in deze zaak anders uitdrukken, onderscheid makende tussen het verbond der verlossing en het verbond der genade, hetwelk als het volgens de Schriftuur uitgelegd wordt, met hetzelfde oogmerk volslagen overeenkomt en geenszins strijdig is met de vrijheid of oppermogendheid van de genade van Jehovah”.

Ook onderscheiden (let wel: niet scheiden) beide verbonden o.m. W. ä Brakel in zijn „Redelijke Godsdienst”, Hermanus Witsius in zijn „Vier boeken van de verscheiden bedqlinge der verbonden met de mensen”, Petrus van Mastricht in zijn „Beschouwende en Praktische Godgeleerdheid”, Aegedius Francken in zijn „Kern der christelijke leer” en A Hellenbroek in zijn vraagboekje.

We willen echter niet verder diep-dogmatisch op deze verbondenkwestie ingaan. Ik geloof niet, dat dit de bedoeling moet zijn van onze eenvoudige katechisatielessen.

Wel willen we opmerken, dat er betreffende deze materie veel misverstanden voorkomen en een langs elkaar heenpraten is.

We hopen D.V. hierop in een volgende les te wijzen.

Enig zuiver inzicht in de verbondsleer, zoals die zakelijk in de Bijbel is geopenbaard, is zeer zeker van groot belang. Maar waarop het voor ons allen aankomt is wel dit, dat we iets leren kennen van de praktikale beleving van het verbond door de deelachtigmaking van de onmisbare weldaden des verbonds als zaligmakend werk van de Heilige Geest. Want wat zou een beschouwende kennis zonder deze beleving voor de eeuwigheid ons kunnen baten?

Urk

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1970

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Naar de Catechisatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1970

Bewaar het pand | 4 Pagina's