Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Woord aan het woord laten! (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Woord aan het woord laten! (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe geweldig het concept van Origines moge zijn, wij achten de allegorie, het vergeestelijken van teksten en geschiedenissen toch geen goede basis.

Ons vorig artikel sloten wij af met te zeggen, dat het 'vergeestelijken' niet van vandaag is, maar reeds in de vroeg-christelijke kerk werd aangetroffen. In dit artikel willen wij de wortels hiervan aantonen. Een grootmeester in het 'vergeestelijken' is Origines geweest.

Wie was Origines?

Origines was een Alexandrijn en leefde van 185-254 na Chr. Volgens het boek 'Geschiedenis der kerk' van de hand van dr. H. Berkhof en dr. Otto J. de Jong is hij naast Augustinus het grootste genie van de oude kerk en één van de allergrootsten uit de laat-antieke cultuur. Origines was 17 jaar oud toen zijn vader stierf. Bekend is, dat hij toen graag diens lot had gedeeld. Zijn vader stierf nl. als martelaar en voor Origines was het het mooiste om als martelaar heen te gaan. Een rijke dame ontfermde zich evenwel over hem en stelde hem in staat zich verder te ontwikkelen. Tengevolge hiervan maakte hij al op zeer jonge leeftijd naam. Als leraar in allerlei takken van wetenschap stond hij in hoog aanzien. Hij moet een geweldige werkkracht hebben bezeten. Meer dan 6000 geschriften van zijn hand zagen het licht. Hij hield zich vooral bezig met bijbeluitleg en filosofie. Van grote invloed op zijn denken is vooral de nieuwere platonische wijsbegeerte geweest. Van deze wijsbegeerte was Alexandrië de bakermat. Het leven van Origines werd gekenmerkt door strenge soberheid. In zijn askese ging hij zo ver, dat hij Mattheüs 19:12 letterlijk opvolgde. Vanwege een conflict met zijn bisschop vertrok hij naar Caesarea, waar hij zijn school voortzette. Zijn roem is toendertijd door heel de beschaafde wereld gegaan. Toen echter de vervolgingen weer uitbraken werd ook hij wreed vervolgd en uiteindelijk is hij aan de gevolgen van die martelingen gestorven.

Origines' stelsel

De energie van Origines moet iets bijzonders zijn geweest. Talrijk zijn de preken, commentaren, tekstonderzoekingen, kleine en grote verhandelingen. Van zijn boek 'Grondbeginselen' kunnen wij zeggen, dat het de eerste dogmatiek van de christelijke kerk is geweest. Wat wilde Origines in zijn tijd bieden? Hij wilde een christelijke wetenschap bieden, die als alomvattende wereldverklaring gelijkwaardig naast en zelfs boven de systemen der toenmalige wijsbegeerte zou staan. Dit stelsel moet volgens Origines uit de Bijbel worden opgemaakt. Hij onderscheidt drie soorten mensen: de eenvoudige gelovige, de meer gevorderde, en de 'wetende'. Deze indeling grondt Origines op Spreuken 22 : 20 en 21 waar wij lezen: 'Heb ik u niet heerlijke dingen geschreven van allerlei raad en wetenschap? Om u bekend te maken de zekerheid van de redenen der waarheid; opdat gij redenen der waarheid antwoorden moogt degenen die u zenden'. Ook grondt hij deze indeling op I Kor. 2 : 6 en 7: En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid, niet dezer wereld, noch der oversten deze wereld, die te niet worden; Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was'. Omdat Origines van 3 soorten mensen uitgaat kent hij meer dan één Schriftuitleg. Naar zijn mening heeft de eenvoudige gelovige voldoende aan de letterlijke opvatting van het Bijbelwoord. De meer gevorderde vindt richtlijnen voor het zedelijk leven. Maar de 'wetende' vindt achter deze letterlijke en zedelijke betekenissen met behulp van zinnebeeldige uitleg de verborgen uitleg nl. de waarheid achter de waarheid. Origines is daarom ook wel de grootmeester van de allegorie d.i. het vergeestelijken genoemd. Een voorbeeld zal u dat duidelijk maken. De ark van Noach in Gen. 6 is de ziel der geheiligden. De lengte, breedte en hoogte van de ark zijn achtereenvolgens geloof, hoop en liefde. De reine dieren stellen de hogere vermogens voor, de onreine dieren de lagere, noodzakelijke, doch gevaarlijke driften, etc. Bij Origines is het allegorie voor en allegorie na. Het is duidelijk, dat hij als uitlegger de Bijbel aan zijn gedachten wil onderwerpen. Het moet gezegd worden dat door Origines een machtige synthese van christelijke en griekse motieven is bereikt. Hij heeft de vorm geschapen, waarin het Evangelie ook op de grootste heidense denkers de bekoring van een machtige wijsheid moest uitoefenen.

Geen goede basis

Hoe geweldig het concept van Origines moge zijn, wij achten de allegorie, het vergeestelijken van teksten en geschiedenissen toch geen goede basis. Het valt aan de andere kant niet te ontkennen, dat Origines zich bijbelser heeft uitgedrukt dan b.v. de gnostiek. Door de preek moet - volgens Origines - de gemeente geestelijk gebouwd en verder gebracht worden in het verstaan en kennen van de zin der Schriften. Hiertoe is nodig, dat de prediker zelf almeer inzicht krijgt in de Schriften als de bron van de prediking én in de harten van de hoorders, hoever zij gevorderd zijn. Ook moet opgemerkt worden, dat Origines zich er terdege van bewust is geweest, dat de Heilige Geest de eigenlijk exegeet en parakleet is en dat alle diepere verstaan van de Schriften slechts door Zijn verlichting mogelijk is. Het is echter niet aan te nemen, dat de Heilige Geest tot een allegorese leidt zoals wij die in de preken en commentaren van Origines aantreffen, waarbij het historische niet meer in aanmerking wordt genomen. Voor deze machtige denker lijkt het historisch christendom slechts zinnebeeld van de eeuwige geschiedenis van God en de ziel.

Bijzondere zin der woorden

Zoals uit het bovenstaande is gebleken zocht Origines dus naar de bijzondere zin der woorden. Achter de woorden moest een bijzondere zin schuilen, een waarheid achter de waarheid. Wat hij deed was niet geheel nieuw. Bij de uitleg van het Oude Testament moest voor de christenen alles van Christus en de christen spreken. Dat men hierdoor ook tot de wonderlijkste opvattingen kan komen heeft het verleden wel aangetoond en wordt in zekere zin in het heden nog bewezen. Wanneer men in het Oude Testament op iedere plaats Christus en de christen wil lezen loopt men een gevaar van willekeur en moet men zich in een keurslijf wringen. Eigen inzichten van de uitiegger gaan over de Schrift heersen. Men gaat erin stoppen, wat er niet inzit. Men is bezig de openbaring Gods van zijn historie te ontdoen. Bij dit alles staat men soms verbaasd over de vindingrijkheid en scherpzinnigheid waarmee men aan de veelal eenvoudige en doorzichtige woorden der Schrift een andere (diepere) zin zoekt te geven.

Reformatie en Humanisme

Door de Reformatie en het Humanisme (Erasmus) werd de allegorie radicaal naar de achtergrond gedrongen. De exegese 'e mente auctoris' kwam centraal te staan, vaak op voorgang van het Nieuwe Testament met een typologische belichting verbonden. Onder typologie moet men het volgende verstaan: vroegere gebeurtenissen en personen worden beschouwd als 'voorafschaduwing' van Christus en Zijn werk. Op deze wijze worden Adam, Melchizedek, Mozes, de slang in de woestijn, het manna, de tabernakeldienst, David, Jona, enz. christologisch belicht. Deze methode behoeft op zichzelf het Oude Testament geen geweld aan te doen, omdat ze van de exegese 'e mente auctoris' uitgaat, maar deze in een nieuwe, door de auctor nog niet vermoede context stelt. Van Calvijn is ons bekend, dat hij zich met het meest consequent concentreerde op de éne betekenis van de teksten, die in hun letterlijke bedoeling gelegen is. Bij de nadere reformatie toonde zich bij sommigen weer een neiging naar de meervoudige Schriftzin zoals wij die bij Origines al tegenkwamen.

Origines en de Nadere Reformatie

Van belang en interessant zijn de opmerkingen van dr. T. Brienen, wanneer hij in zijn 'De prediking van de Nadere Reformatie' (blz. 209/210) een vergelijking treft tussen de prediking van Origines en die van de Nadere Reformatie. Hij ontdekt daarin enkele punten van overeenkomst. Met name denkt hij aan de allegorische uitleg van de Schriften. Ook lijken de onderscheidingen tussen de gemeenteleden in eenvoudigen, gevorderden en 'wetenden' bij Origines veel op de klassifikatiemethode bij de predikers van de Nadere Reformatie. Terecht merkt dr. T. Brienen op, dat wij voorzichtig moeten zijn om zonder meer van parallelle prediking te spreken. Bij Origines hangt de indeling van de hoorders samen met zijn meervoudige Schriftzin. Die indeling staat in verband met het verstaan van de Schriften in plaats van met het beleven van hetgeen de Schriften zeggen. Letterlijk schrijft Brienen: 'In de prediking van de Nadere Reformatie is de klassificering opgekomen uit een analysering van de hoorders naar hun 'staat' en 'stand' en worden de gemeenteleden aan beide zijden van de cesuur gerubriceerd in meer dan drie vaste classes. Ook gaat het in de klassifikatie van de Nadere Reformatie om de beleving in plaats van het verstaan en vindt de mystiek haar "top" in een gevoelig verenigd worden met Christus, de Bruidegom, wat verder reikt dan elk verstaan van de Schriften'. Ging bij Origines slechts één wissel om, bij sommige vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie gingen er twee om. Men hield zich niet alleen bezig met 'het vergeestelijken' van de Schriften, maar bovendien werden de hoorders, los van het verstaan der openbaring Gods, ingedeeld in classes al naar gelang hun 'staat' en 'stand'.

Dat ook dit laatste grote gevaren in zich kan bergen, zielen daardoor gebonden kunnen worden, maar ook zelfverheffing kan ontstaan, zal duidelijk zijn. Niettemin willen wij de pastorale bewogenheid die in dit alles schuilt, zeker niet ontkennen. Het is met de beste bedoeling gedaan. Naar onze mening mag men niet zeggen, dat hierachter kwaadwilligheid of onbewogenheid heeft gezeten. Maar wat met de beste bedoeling wordt gedaan, kan toch wel een verkeerde uitwerking hebben en in het tegendeel verkeren. Een volgend keer willen wij iets schrijven over 'het vergeestelijken' door 'Voetianen' en 'Coocejanen'. Vooral laatsgenoemden zijn hierin grootmeesters geweest.

G. S. A. de Knegt

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het Woord aan het woord laten! (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1983

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's