Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lichtfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lichtfeest

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was weer zover: er werd over haar gepraat. Carlien zag de schuine blikken van de meiden. Ze hoorde er zelfs één "Maar dat mag zij toch niet, " zeggen. Ze draaide zich om. Ze zou net doen alsof ze niks zag.

Opeens stond Fieke naast haar. Fieke, met haar lieve lachje. Carlien mocht Fieke niet. Zij was meestal de aanvoerder van de groep. Zij keek het meest van allemaal naar Carliens kleren. Zij maakte het eerst van allen een flauwe opmerking. En in dubbelzinnige grapjes was zij ook al de beste.

"Hé Carlien, " zei Fieke. "Ook goeiemiddag, " zei Carlien. Ze bleef in haar rugzak rommelen. Wat een troep was het op de bodem. Kijk, een verdwaalde pepernoot. Zou ze Fieke aan kunnen bieden. Als ze durfde. Ja, want dat was misschien wel het meest vervelende: ze durfde niet - nooit. Tegen Fieke niet, tegen de anderen niet, zelfs gewoon in de klas niet. Als een leraar iets vroeg, kreeg ze het al Spaans benauwd. En Fieke...

"Hé Carlien", zei Fieke weer. Carlien keek op. Ze wilde Fiekes spottende ogen niet zien. "Wat moet je? " Fieke lachte zacht. "Aardig ben jij! We wilden je juist vragen of je ook meegaat, vrijdag." Mee, met Fieke, met de andere meiden? Carliens hart maakte opeens een sprongetje. "Waarheen? " "O..." Fieke lachte weer. "Naar de kerstmarkt in de stad. 's Avonds willen we, want dan is er ook live muziek, enzo."

Kerstmarkt. Bijna zei Carlien het woord hardop. Ze had erover gelezen in de krant. "Maar wat moet je daar dan doen? " Fieke was vaak een onuitstaanbaar kind, maar ze zat bij hen in de kerk. En haar vader had laatst zelfs op de lijst voor diaken gestaan. Carlien kon zich de huiskamer van Fiekes ouders niet voorstellen met een kerstboom en kaarsjes en ander lichtspul. "Gewoon voordefun, " zei Fieke. "Nou, doe je het? We gaan meteen uit school en eten ergens een patatje." Dat klonk lekker. "Met een frikadel speciaal, " zei Carlien. Ze had er opeens zin in. Fieke trok haar mee naar de anderen. Ze praatten druk over het uitje. Carlien stond ertussen, heel alleen.

Thuis - hoe moest ze er thuis over beginnen? Zomaar plompverloren zeggen dat ze naar de kerstmarkt ging? Of dat ze met een groep meiden ging winkelen? De kerstmarkt zou inslaan als een bom. En het winkefverhaaf - zou mama dat niet heel snel door hebben? Winkelen rond deze tijd was: lopen in een felverlichte binnenstad, waarin alles om kerst draaide. "Kerst met een kleine letter, " zei mama altijd. Carlien hield van haar ouders, en van mama misschien wel het meest. Mama was een kind van de Heere. Dat wisten wisten allemaal. En Carlien had er in de loop van de jaren diep respect voor gekregen. Soms was ze zelfs jaloers op haar. Mama - hoe vertelde ze het mama? Zomaar iets verzinnen kon niet. En eerlijk zijn betekende: mama pijn doen.

Carlien ging de weg naar huis steeds langzamer. Ze had 'ja' gezegd, en ze was op de één of andere manier blij geweest met de aandacht van de meiden. Zelfs Fieke deed erg aardig. Maar hoe moest het nu? Ze kwam er niet uit. Of eigenlijk wel: ze moest terug naar Fieke. Ze moest zeggen dat ze toch niet meeging. Ze zag Fiekes lachje al. "Je mag zeker niet van je moeder, " zou ze zeggen. En dan ging het weer om mama. Maarzij, Carlien, was haar moeder toch niet?

Moeder stond bij het aanrecht. Ze sneed uien fijn. "Ha lekker, hutspot, " zei Carlien. Meteen viel het uitgaansplannetje weer bovenop haar. Ze legde haar broodtrommel op tafel neer. "Koffie? " vroeg moeder. Ze warmde melk. "Ging het een beetje op school? "

Carlien knikte. Ze wachtte op de koffie, roerde er hard in en zei toen: "Vrijdagmiddag ga ik met een stel meiden de stad in. We eten er ook en dus..." Ze wilde verder praten, voor mama een kans voor een preek had. Want dat die zou komen, dat was zeker. Ongetwijfeld een lieve preek, maartoch... "O, en wat gaan jullie daar dan doen? " vroeg moeder. "Naar een zangavond? "

Lieve mama! Zouden de andere moeders ook zo zijn? Nu kon ze 'ja' zeggen. Er was live-muziek, volgens Fieke. Zang, kerstzang. "Naar de kerstmarkt, " zei Carlien. Ze dronk haar koffie. "O, " zei moeder. Ze sneed weer uien. Er liepen tranen langs haar wangen.

Carlien ging naar boven. Het fijne gevoel van vanmiddag was weg. Natuurlijk huilde mama door die uien. En een preek kreeg ze vast nog wel. Vanavond, misschien, als de hutspot op was. Hè, ze had er opeens geen zin meer in. Ze zocht haar boeken bij elkaar. Ze keek in haar agenda. Ze moest wel drie keer kijken, omdat haar gedachten steeds naar die kerstmarkt gingen. En naar mama.

Tegen etenstijd werd erop haar kamerdeur geklopt, 't WasTeresa, haar jongste zusje. Ze zat in de brugklas. "Hé Carlien, ga je echt naar een kerstmarkt? " Carlien schoot overeind. "Hoe kom je daar nou bij? " Teresa ging op het bed zitten. "Zei Anja. Of is het nietwaar? " Anja was een zusje van Fieke. Een leuke meid, die wel eens met Teresa meekwam. "Het is wel waar." Carlien zag de verbazing op Teresa's gezicht. "Nou en, wat zou het? "

Teresa haalde haar schouders op. "Vindt mama het goed, dan? " "Mama? Die zei er niks van." Carlien klapte haar agenda dicht. "Is de hutspot al klaar? " "Bijna. Ik moest je roepen van mama."

Beneden ontweek Carlien moeders ogen. Vaders gebed was als anders. Zou mama het hem nog niet verteld hebben? Ze schepte haar bord vol. En ze dacht aan mama's tranen - uientranen. De hutspot was goed, maar 't smaakte niet.

Die avond zat er een folder bij de reclame. De letters waren rood en groen op een zwarte ondergrond: KERSTWE-RELD. ZO VEEL, ZO SFEERVOL. DE MOOISTE EN GROOTSTE KERST-MARKT VAN DE RANDSTAD. Stap binnen en kom tot rust in die wereld van betoverende glitter. Bij ons ziet u hoe mooi uw kerst straks kan zijn.

Die avond lag er een briefje op Carliens bureau. Een klein memobriefje, met letters in een groot, regelmatig handschrift. Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen.

Het werd vrijdag. Carliens broodtrommeltje stond klaar. Mama had koffie gezet. Ze deed het elke morgen, voor allemaal. En ze las na het ontbijt een stukje uit de Bijbel en een dagboekje. Het was deze vrijdagmorgen als anders. Mama las gewoon het vervolg van gisteren. Ze bad ook niet speciaal. Ze keek zelfs niet anders. Waarom voelde Carlien zich dan wel anders dan anders?

"Tot vanmiddag!" riepen de zussen. "Tot vanavond, " zei Carlien, zacht. En mama antwoordde als altijd met: '"n Fijne dag" en "Zullen jullie voorzichtig zijn? " Carlien liep naar de schuur. Ze durfde niet om te kijken. Het liefst was ze terug gerend. "Ik ga niet, hoor mam, " zou ze dan zeggen. "Die hele kerstmarkt kan me gestolen worden." Ze haalde haar fiets uit de schuur en ze reed de grijze wereld in.

Bij school stond Fieke al te wachten. Ze keek naar Carliens kleren. Haar gewone, strakke donkerblauwe ribrok. Mama had 'm gemaakt, en zij voelde er zich heerlijk in. "Doe je dat aan, of heb je nog wat anders bij je? " Fieke keek naar Carliens rugzak, naar haar fiets, alsof er nog ergens een koffertje met kleren was. "Ja, hoezo? "

Fieke haalde haar schouders op. "Wij gaan in zwart en donkerrood, " zei ze. "Maar 't geeft niet, hoor." Ze lachte, haar lieve lachje, en trok Carlien mee. Carlien zag de anderen. Korte, zwarte rokjes. Een lange, met een lange split. Donkerrode korte, vaak strakke truitjes. De donkerblauwe ribrok zat opeens niet lekker meer. En de lichtblauwe trui was een afdragertje. Er werd niet meer over kleren gepraat. Carlien probeerde Fiekes opmerking te vergeten. Maar toen die middag alle meiden in het toilet verdwenen en ze er bijna allemaal opgemaakt uitkwamen, wist ze even niet waar ze kijken moest. Natuurlijk wist ze wel dat veel meiden van dat spul hadden. Zij gaf er niet om, en mama zei altijd dat ze zo mooi genoeg waren. Mama - weer mama. Ze was mama niet. Ze ging naar de kerstmarkt, voor de fun, en ze zou lol hebben. Ze zou, ze zou...! En ze deed mee. Veel praten hoorde niet bij haar, maar lachen kon ze wel. Zelfs om dubbelzinnige moppen van Fieke. Ze zag de ergernis van de mensen in de tram wel, maar ook daar lachte ze om. Ze zag de verbazing in de ogen van de andere meiden. En ze

voelde zich voldaan. Zó kenden zij Carlien nog niet!

Na het patatje met de frikadel was er de kerstmarkt. Warm, vol licht en muziek. Ze slenterden langs de kramen. Ze keken eigenlijk alleen maar, en ze luisterden. Carlien ook. En toen kwam de bevreemding weer terug. Een grootse stal beeldde het kerstverhaal uit. In de stal, naast de kribbe zat een zanger achter de microfoon. Hij zong van het kindje dat geboren was. Hij zong van licht en vrede en vreugde. "Gave stem, " zei Fieke bewonderend. Dat had hij, Carlien vond het ook. Maar de omgeving ontnuchterde haar opeens helemaal. En in haar klonk een andere regel, van een versje dat haar jongste broertje pas leerde: "Zijn wieg was een kribbe, Zijn troon was een kruis".

Ze liepen langzaam verder. "Zullen we daarginds wat drinken? " vroeg één van de anderen. Ze wees naar een felverlichte ruimte. "Ik ga naar huis, " zei Carlien. "Tot maandag." Ze wachtte niet op de reactie van de anderen. Die zou er maandag wel zijn. Ze vond het opeens niet erg meer.

Ze nam de bus naar huis. Morgen had ze haar fiets niet nodig en maandag zag ze wel weer. De bus reed langzaam - of lag dat aan haar? "Het is glad, " zei iemand vlakbij haar. "En die mist - je kunt niet voorzichtig genoeg zijn." Carlien schrok. Mist en glad. O, nu kregen ze vast ergens onderweg een ongeluk. Voor straf. En dan, dan...? "Ga nooit naar plaatsen waar je de Heere niet kunt ontmoeten, " zei mama altijd. Van de week had mama gezwegen. Alleen dat briefje was er geweest. Over het Licht. Op de kerstmarkt was het ook licht geweest. Licht, maar koud. In de bus was het al niet veel beter. En zijzelf..?

Hun huis lag in de mist. Boven de tafel brandde de lamp. Mama zat te naaien, een bruine ribrok. "Carlien, " zei ze. "Zal ik warme chocolademelk voor je maken? " Carlien ging zitten, zomaar met haar jas aan. "Wil u dat dan nog? " Mama lachte. "Al was het middenin de nacht, " zei ze, en toen kwamen er tranen bij Carlien, en bij mama.

"Was het niet zo fijn als je gedacht had, kind? " vroeg mama wat later. Carlien warmde haar handen aan haar mok. Ze haalde haar schouders op. "Het leek prachtig, " zei ze. "Allemaal lichten glitter. Maar opeens..." Ze boog haar hoofd. Het was moeilijk om je diepste gedachten in woorden te zeggen. Mama kon het wel. Ze praatte over de leegheid van veel kerstlicht en over het enige, eeuwige Licht, de Heere Jezus.

Carlien luisterde, heel stil. Mama sprak niet alleen over het Kind dat in de kribbe gelegd was, maar ook over Hem Die aan het kruis stierf. En in alles wat zij zei klonk liefde door, alleen maar liefde. Zelfs voor haar, Carlien.

Die avond scheurde Carlien de folder van de kerstmarkt in meer dan duizend stukjes. En het memoblaadje van mama hing ze roodomrand op haar prikbord.

Nunspeet, Ada Schouten-Verrips

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2002

Daniel | 34 Pagina's

Lichtfeest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2002

Daniel | 34 Pagina's