Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een straatweg voor de Koning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een straatweg voor de Koning

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mackay heeft het Edinburghs Nieuwsblad opgenomen en leest. Eerst de grote koppen. Een bekende naam trekt zijn aandacht: Stanley! Staat er iets van Stanley in de krant? Van hem, wiens boek hij zojuist heeft gelezen? Wat schrijft die man vanuit het hart van Afrika?

Het is een oproep voor het zwarte werelddeel, een oproep om zendelingen. Hier staat het: „Koning M' tesa van Uganda heeft me gevraagd over de God van de witte mannen. Er moet een praktische zendeling komen, een man, wiens handen nergens verkeerd voor staan. M' tesa zal hem alles geven wat hij verlangt: huizen, land, vee, ivoor. Die zendeling zal de zieken moeten genezen, huizen bouwen, het land bewerken; kortom, een man die overal voor te gebruiken is. Zo iemand zal de redder van Midden-Afrika worden."

Alex ziet geen letters meer. Hij zit daar met gloeiende wangen en het is of hij Stanley antwoord geeft: „Hier zit die man, die u zoekt, hier in Berlijn in een kamer. Hij heeft het boek over Livingstone verslonden en in zijn dagboek heeft

Ilij geschreven: „Ga gij en doe ook zo!" Zoekt u een man, wiens handen nergens verkeerd voor staan? Die zit hier, als machinebouwer in Duitsland. Maar hij kan meer dan machines bouwen: hij kan timmeren en smeden, metselen en zadels maken."

Mackay weet nu wat hij wil. Hij zal dadelijk schrijven naar het Zendingsgenootschap in Londen. Hij behoeft niet langer meer na te denken. Hij is vast besloten. Zie maar wat hij neerschrijft:

„Mijn hart brandt voor de verlossing van Afrika, en als u mij naar enkele streken wilt zenden, welke dan ook, die Livingstone en Stanley gevonden hebben, zuchtend onder de vloek van de slavendrijvers, zal ik erg blij zijn."

Het is vier maanden later. Alex is niet meer in Berlijn, maar staat op de kade van Southampton met nog enkele andere jonge zendelingen, die aan de oproep van Stanley gehoor hebben gegeven. Aan de wal ligt het stoomschip „Peshawur", dat straks de tocht naar Aden zal gaan ondernemen. In gedachten stappen we het schip op en volgen de lange reis door de Middellandse Zee, door het nieuwe Suezkanaal en de Rode Zee naar de britse havenplaats. In het ruim van het stoomschip liggen delen van een boot, die gemakkelijk in elkaar kunnen gezet, om op het grote meer in Afrika dienst te doen.

Zonder veel ongemakken werd Aden bereikt. Hier werd een andere boot genomen voor het laatste stuk van de reis. De „Cashmere" bracht de reizigers door de Indische Oceaan, langs de kust van het grote werelddeel Afrika naar het eiland Zanzibar. Bij deze plaats was het varen afgelopen. Om te komen in het gebied van koning M' tesa, zou men honderden mijlen moeten lopen. Voor die lange voettocht zouden dragers nodig zijn, die het terrein enigszins kenden en die voor die omvangrijke bagage moesten zorgen.

Om alles te regelen en om aan geschikte dragers te komen, was geen geringe zaak. Eer alles klaar was, verliepen enkele weken, maar eindelijk kon men toch vertrekken. Wat een onderneming! Weken, maanden, zouden de mannen moeten zwoegen, door moerassige streken, over smalle bergpaden, langs diepe ravijnen. De blanke mannen werden afgeperst door de afrikaanse dragers. Deze eisten voor hun diensten veel kleren en sieraden. Maar dat was het ergste nog niet: één der zendelingen werd aangepakt door de gevreesde moeraskoorts. Geneesmiddelen mochten niet baten en de jonge man, vol van idealen, stierf in het vreemde land, ver van zijn familie en volk.

Ondertussen was men honderd mijl gevorderd op de zware tocht naar het binnenland. Het ging langzaam, maar toch schoten de mannen op. Helaas, de moeraskoorts tastte nu Mackay aan, in zo'n hevige mate, dat voor het leven werd gevreesd. Zou de energieke leider zijn makkers ook ontvallen en zou het met hem gaan zoals met de andere zendeling? Men vreesde het ergste. Zou er voor Alex geen kruid gewassen zijn? Geneesmiddelen werden toegediend, maar er kwam geen beterschap. Wat moest men toch doen?

Eén der mannen komt op het idee om Mackay zo spoedig mogelijk terug te brengen naar de kust. Wellicht dat de zeelucht de ziekte zou verdrijven. Er werd een draagbaar gemaakt en op die baar droegen enkele Afrikaners de zieke zendeling de honderd mijl terug naar de zee, de plaats van vertrek.

Hoe groot was de teleurstelling! Door wouden en moerassen zeulden de dragers hun last tot ze eindelijk de kust hadden bereikt. Mackay kwam er levend aan, en zie, na enige dagen knapte de zieke op: de gezonde lucht van de oceaan bleek het beste medicijn tegen de ziekte te zijn. Spoedig was Alex de oude weer en kwam de werklust weer terug. Nu niet aan de zeekant blijven, maar weerkeren naar het binnenland, naar zijn makkers, die nu al een grote voorsprong zouden hebben. Mackay zag wel, dat het in de toekomst geen doen was om telkens een weg door de wildernis te moeten banen. Er zou een behoorlijke weg moeten komen, zodat er een gemakkelijke toegang ontstond van zee naar het hart van het schier onbegrensde land.

Mackay toog aan het werk. Met behulp van Afrikaanse mannen werkte hij dag in dag uit, in de warmte van de tropenzon. Bomen werden geveld, moerassen gedeeltelijk drooggelegd en door middel van stenen werd het pad verhard. Met bijlen en zagen, houwelen en schoppen, zwoegden de mensen aan het omvangrijke werk. Ruim drie maanden was men bezig geweest, en men had bereikt, dat er een weg lag van een paar honderd mijl: de kust was met het grote meer verbonden. Mackay schreef naar huis: „Dit zal een straatweg zijn voor de Koning zelf en ieder, die deze weg zal passeren, zal komen om Zijn Naam te kennen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1957

Daniel | 8 Pagina's

Een straatweg voor de Koning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1957

Daniel | 8 Pagina's