Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Formulier VOOR DE KINDERDOOP 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Formulier VOOR DE KINDERDOOP 18

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opdat het dan openbaar worde, dat gij alzo gezind zijt, zult gij van uwentwege hierop ongeveinsd antwoorden, zo richt het formulier zich tot de doopouders. En dan volgei de drie doopvragen. De eerste vraag dient nog weer om het recht van de kinderdoop te bevestigen. Er wordt in gevraagd of de ouders erkennen, dat de kinderen terecht ten doop worden gebracht. De eerste vraag toch luidt: Eerstelijk, hoewel onze kinderen in zonden ontvangen en geboren zijn, en daarom allerhande ellendigheid, ja der verdoemenis onderworpen, of gij niet bekent, dat zij in Christus geheiligd zijn, en daarom als lidmaten Zijner gemeente behoren gedoopt te wezen? Hier wordt dus van de ouders allereerst gevraagd, of ze aanvaarden de belijdenis van de doodstaat van de mens, de vloek van de verbreking van het werkverbond. Dat elk geborene, alle kinderen, allerhande ellende, ja der verdoemenis onderworpen zijn. Dat is altijd maar weer het stuk, waar de mens zo over heenleeft, efi dat toch telkens maar weer beleden en ingeleefd zal moeten worden, zal het récht zijn. En dan volgt, of ze niettemin ook erkennen, dat ze in Christus geheiligd zijn, en daarom als lidmaten Zijner gemeente behoren gedoopt te wezen. Nu is het de vraag, wat onder dat in Christus geheiligd zijn te verstaan is. Dat is vroeger en later al veelal een punt van bespreking geweest. Sommigen zijn van oordeel, dat dat al geschonken zaligmakende inwendige genade betekend en verzegeld wordt, en dat dus dat geheiligd zijn zou inhouden de erkenning, dat de te dopen kinderen inwendige zaligmakende genade zouden hebben. We voelen echter dat dit onmogelijk van de ouders gevergd zou kunnen worden. Anderen menen, dat hier gedoeld wordt op een uitwendige, zogenaamde verbondsheiligheid, volgens welke beschouwing dan dus al de kinderen, die gedoopt worden, in het genadeverbond zouden zijn, doch dan voorwerpelijk. Bij die beschouwing is er dan dus sprake van een uitwendige heiligheid, die het deel is van al de te dopen kinderen. En dat wil weer zeggen, dat de belofte van het genadeverbond ze allen toekomt, maar dat ze niet aan die allen vervuld wordt, vanwege hun eigen ongeloof. We voelen echter, dat ook dit misgaat. Want dan heeft Christus voor velen beloften verworven, die niet toegeëigend worden. Ook de Remonstrant zou daar nog mee in kunnen stemmen. Nog weer anderen komen met hun algemeen aanbod aandragen, dat inzonderheid aan het gedoopt opkomend geslacht, naar die opvatting moet worden voorgehouden, met het recht om het nu ook, als voor zich bestemd, te aanvaarden en er op gaan pleiten, dat de aangeboden genade nu ook geschonken worde. Dat aanbod met dat recht is nu bij die soort mensen het grote, het allesbeheersende, waarmede begonnen moet worden onder het opgroeien. En dat recht wordt alvast aan allen betekend en verzegeld in en door de Doop. De loze strik van satan komt hier verfijnd naar voren. We hebben er al wat tegenin geschreven en gewaarschuwd voor het zielverderfelijke dat ook hier aanwezig is in jaarboekjes. Kerkbode en Wachter Sions. En opmerkelijk, bij al deze voorstellingen begint men met al de gedoopten rechten toe te kennen op de zaligheid en ze onder het opgroeien in de hand te stoppen.

Dat moeten ze vooral aan de weet komen. Dat ze verdoemelijk liggen dat is nog wel theorie, maar dat ze intussen recht hebben op de zaligheid, dat moet ze toch .vooral bijgebracht worden, waar men anders de kerkdeuren en bijgevolg ook de schooldeuren wel kan gaan sluiten. Een hand vol rechten, waar de mens mee beginnen en al meer zich in nestelen moet. Het zal echter wat zijn, om met dergelijke valse leringen eenmaal voor God te moeten verschijnen.

Daartegenover stemmen we geheel en al in met onze Vaderen. En wat leren deze? Dit, zoals Smytegelt in zijn Catech. Verklar., 4e druk, p. 855 zegt, als hij opmerkt: Nu kunt gij zien, dat er geen zwarigheid te maken is om op de vraag te antwoorden, als er gevraagd wordt, of wij geloven, dat alle kinderen, die in Adam begrepen zijn, verdoemd zijn, en allen die onder Christus behoren, of die zalig zullen worden? Gij doet maar belijdenis van een hoofdvraag, 1 Cor. 15: 22, en Rom. 5. Gij belijdt dat vs. 19, dat gij gelooft, dat allen, die onder Adam behoren, de verdoemenis onderworpen zijn, en dat allen, die in Christus begrepen zijn, zullen in Hem leven.

En al evenzo zegt Comrie, Catech. Verkl., uitg. De Banier, op p. 135, dat de doop onze erfsmet betekenende, niet verzegelt het onderwerpelijk . geloof der ouders, noch een geloof in hen, die gedoopt worden, maar alleen Gods belofte, dat, gelijk allen, die tot Adam behoren, in hem verdoemd zijn, ook allen die tot Christus de tweede Adam behoren, wederom door Hem zullen zahg worden. Deze Goddelijke waarheid betuigen wij in de doop te geloven; daarom laten wij de kinderen dopen. Deze Goddelijke waarheid verzegelt God in en bij de doop en vervult de belofte op Zijn tijd. En al evenzo spreekt hij in het Examen van tolerantie. I.b.p. 283/84, als hij daar o.a. leert, dat de Doop alleen betekent en verzegelt de dadelijke mededeling der genade, die in Christus is voor die, die een Verbonds-in-zijn in Hem hebben door de verkiezing, en dat zij die genade zullen deelachtig worden in de dadelijke toepassing van de verkregen verlossing, dan wanneer, en in die maat en trap gelijk, het God geschikt en bepaald heeft die in Christus voor hen neder te leggen. We verwijzen verder naar wat we in het jaarboekje van 1952 over de Sacramenten, en in dat van 1953 over de Doop hebben uiteengezet, uit Schrift, Belijdenis en hervormingstijd. Wijzen we hier nog even op Fruitier, die tegen de antinomiaanse Hebreen leert, dat de Geref. Kerk erkent, dat de uitverkoren kinderen in Christus geheiligd zijn ... En omdat nu onder de kinderen, zowel als onder de volwassenen, enige zulke geheiligden zijn, worden alle kinderen der bondgenoten gedoopt, latende aan God de bepaling, welke de uitverkorenen zijn. Door de Doop wordt dit aan de uitverkorenen betekend en verzegeld, dat schoon ze allen in Adam de verdoemenis onderworpen zijn (want zo zag God ze aan in de verkiezing, als zullende in die staat komen) dat ze gegeven zijn aan Christus in de verkiezing, dat Jezus de verlossing en zaligheid verworven heeft, en dat Hij die ook zeker zal toepassen, of nu reeds heeft begonnen toe te passen.

En zo houdt dan de eerste vraag, die aan de ouders gedaan wordt in een bekennen of belijden van een allergewichtigste geloofswaarheid. En wel deze waarheid, dat zij, die in de eerste Adam begrepen zijn, krachtens de val en bondsbreuk in het paradijs onder de vloek GodI liggen, en dat zij, die in de tweede Adam, dat is Christus, begrepen zijn afgezonderd zijn van al de anderen, verlost van de vloek en in de genadige gemeenschap met God hersteld worden. Dat wil dus zeggen, dat ze erkennen de waarheid van het werkverbond met de breuk er van aan des mensen kant, tot verheerlijking Gods en diepe vernedering des mensen. En dat ze verder erkennend uitspreken het in Christus Gode verheerlijkend voortbestaan van het wezen van het genadeverbond. Ze erkennen dus niet alleen, dat de vloek voortgeplant wordt, maar tevens dat de Heere nog een in Christus afgezonderd volk heeft, en dat zal doen blijven ook in de nageslachten. Ze erkennen dus de beide verbonden, het werkverbond met de breuk er van en het genadeverbond. En die waarheid, dat niet alleen volwassenen gelovigen maar ook uitverkoren kinderen het wezen des verbonds deelachtig zijn geeft nu aan de ouders recht om met hun kinderen te doop te ikomen, wat ze dan ook met hun jawoord bevestigen. Een volgende maal hopen we hier nog nader op in te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Het Formulier VOOR DE KINDERDOOP 18

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 augustus 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's