Uit het Europese Parlement (SGP, RPF)

EUROPESE INSTELLINGEN MOETEN NIET MEER WILLEN REGELEN DAN NODIG IS.

Het EP heeft in de zittingsweek van juni zijn advies uitgebracht over de harmonisatie van de BTW en van de accijnzen op fossiele brandstoffen. Er werd een ochtend gereserveerd voor het debat over de Economische en Monetaire Unie. Aan beide zaken werd onzerzijds een bijdrage in het debat geleverd. Ook werd deelgenomen aan de bespreking van de parlementsbegroting, het toerisme- en het luchtvaartbeleid.

HARMONISATIE VAN DE INDIREKTE BELASTINGEN

In de Raad van ministers van Financiën is de afgelopen tijd zeer intensief aan een akkoord gewerkt om de BTW en de accijnzen meer op elkaar af te stemmen. Het Parlement sluit met zijn stellingname nauw aan bij de stand van de onderhandeüngen van de Raad. Dit betekent evenwel dat de Commissievoorstellen, die eigenlijk als uitgangspunt van de discussie moeten dienen, althans wat de BTW betreft, nauwelijks meer een functie hadden. De Commissie heeft heel wat water bij de wijn moeten doen om overeenstemming te bereiken. Het naderen van het jaar 1992 heeft alle partijen ertoe gebracht om voor een soort minimumpakket van harmonisatie te kiezen. Van der Waal wees in zijn bijdrage op artikel 99 van het Verdrag waarin staat dat harmonisatie van de indirecte belastingen slechts plaats hoeft te vinden , , voorzover noodzakelijk voor een goede werking van de interne markt."

Hij kon daarom grotendeels instemmen met het verslag van de economische commissie van het Parlement. In plaats van de oorspronkelijk voorgestelde marges van resp. 14-20% en 4-9% werd slechts een ondergrens van 16% voor het normale tarief en een bovengrens voor het lage tarief voorgesteld. , , Dit geeft landen die als onderdeel van hun sociaal beleid een nultarief hanteren (het V.K.) de mogelijkheid deze praktijk voort te zetten." Verder pleitte Van der Waal ervoor de lijst met goederen voor het lage tarief volledig „naar keuze" te maken en dus de lid-staten niet een gehele of gedeeltelijke verplichting tot opname van bepaalde goederen in het lage tarief op te leggen. Ook benadrukte hij dat de sierteeltprodukten in ieder geval op deze lijst zouden moeten voorkomen. „Deze omvatten niet alleen bloemen, maar ook heesters en bomen. Uit het oogpunt van landschapsbeheer zijn deze produkten moeilijk als luxe-goederen aan te merken." Gelukkig werd in de stemming over de lijst een amendement van deze strekking aangenomen.

Wat de accijnzen op de benzine, diesel en dergelijke betreft volgde het EP geheel de voorstellen van de Commissie. Hoewel aanneming van deze voorstellen voor Nederland een verhoging van de dieselaccijns van ongeveer 20 et. per liter inhoudt kon Van der Waal er toch mee instemmen. Hij achtte deze maatregel een bruikbaar instrument om de groei van het vervoer meer naar het spoor en de binnenwateren af te buigen.

Bovendien wordt hierdoor, indien gecombineerd met een harmonisatie van de motorrijtuigenbelasting, eerlijke concurrentie bevorderd.

Het gebruik van financiële prikkels om het milieu te ontzien werd door ons ook bij de beoordeling van de accijnstarieven van de andere brandstoffen als uitgangspunt genomen. Het voorgestelde minimumtarief voor benzine is aan de lage kant.

Voor sommige lidstaten zou dit zelfs een verlaging van het accijnsniveau inhouden. Bovendien werd door ons bepleit dat de hdstaten de ruimte moeten houden om extra toeslagen op fossiele brandstoffen te leggen of alternatieve brandstoffen vrij te stellen van accijns.

EMU

In een debat over de Economische en Monetaire Unie werd de stand van de besprekingen rond de wijziging van het Verdrag door een aantal leden onder de loupe genomen. Van socialistische en christen-democratische zijde werd de zorg uitgesproken over het democratisch gehalte van de toekomstige bestuursstructuur van Europa. Zowel in EPU als EMU-verband lijkt de Raad meer te zeggen te krijgen, zonder dat daar een evenredige toename van de invloed van nationale parlementen of het EP tegenover staat. Van der Waal benadrukte nogmaals dat in zijn visie veel t-? gemakkelijk over de politieke gevolgen van de EMU wordt heengestapt. „Wij zijn ervan overtuigd dat het voor de burgers niet uitsluitend voordelen zal hebben als soevereine landen cruciale onderdelen van hun democratische bevoegdheden aan een centrale autoriteit overdragen."

Vervolgens wees hij erop dat de economische ontwikkelingen van de laatste maanden tegenstrijdig zijn met verdere institutionele stappen op vooraf vastgelegde tijdschema's. „Ik meen zelfs dat een automatische overgang naar de tweede fase (waarin de Europese Centrale Bank wordt opgericht) in strijd is met de centrale doelstelling van de EMU: de prijsstabiliteit."

BEGROTING EP-1992

In een zestal korte punten werd de Parlementsbegroting voor 1992 door Van der Waal van kritisch commentaar voorzien.

Hij drong aan op een kostenbewuste opstelling en maakte dit concreet door te wijzen op de stijging van de posten voor gebouwen en leden. Gelet op de betekenis van het EP achtte hij het niveau van de begroting te hoog. Een onderzoek naar een betere kostenbeheersing is gezien de jaarlijkse stijging met meer dan 50 miljoen ecu (= ƒ 115 min) geen overbodige zaak.

LUCHTVAART EN TOERISME

Ook deze keer weer een aantal vervoersonderwerpen op de Straatsburgse agenda. De commissie Vervoer en toerisme wil zich steeds intensiever gaan bezighouden met het toerisme binnen de EG. In een 113 uitspraken tellende resolutie wordt uiteengezet wat „Europa" allemaal moet doen om het toerisme te bevorderen. Niet minder dan 85 uitspraken behelzen verzoeken aan de Commissie om iets te ondernemen. Extreme voorbeelden hiervan zijn: de financiering van toeristische voorzieningen voor vakbonden en de bouw van accommodatie voor ouderen. Tegen deze tendens tot overdregen regel­

zucht trok Van der Waal fel van leer, onder meer door erop te wijzen dat de Commissie in 1982 nog uitdrukkelijk heeft gesteld dat „het toerisme allereerst een zaak is van de sector zelf, voorts van de locale overheden en de lidstaten." Natuurlijk heeft de EG op het gebied van het toerisme wel een taak. Te denken valt aan het regionale steunbeleid en enkele aanpassingen ten gevolge van het wegvallen van de grenzen na 1992 of de vakantiespreiding, maar deze resolutie van het EP gaat echt te ver. (De resolutie werd met 197 stemmen voor en 10 tegen aangenomen.) In het rapport over de technische voorschriften voor de burgerluchtvaartuigen was een zelfde tendens te bespeuren om de Commissie met steeds meer taken op te zadelen. Hier kwam het voorstel echter niet van de Commissie zelf, maar door een aantal amendementen van het Parlement. Het Commissievoorstel beoogde om de normen voor vliegveiligheid in de EG, zoals die ontwikkeld worden door de een mondiaal werkende, onafhankelijke luchtvaartorganisatie (de JAA) voor de lidstaten bindend te verklaren.

Het Parlement wilde de Commissie zelf met de taken van de JAA gaan belasten. Niet alleen Van der Waal, maar ook de socialistische fractie keerde zich tegen deze voorstellen van de rapporteur. Dat zou slechts dubbel werk opleveren.

Europese fractie SGP/GPV/RPF.

SGP/GPV/RPF

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen