Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eerst heidenpriester, nu ouderling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerst heidenpriester, nu ouderling

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het zuidwesten van het zendingsterrein van de Geref. Zendingsbond op Celebes, ligt hoog in de bergen de plaats Simboeang. Op het marktplein staat een kerkgebouw met pastorie. In die pastorie heeft ds. Tuiing jaren gewoond, toen hij voorganger was van de christelijke gemeente, die daar vergaderd is geworden uit de heidenen. Tussen twee bergen staat een school met een onderwijzers woning. Die' school wordt bezocht door de kinderen uit de omliggende dorpen, die in de dalen liggen. De goeroes zijn ijverige werkers en we kunnen wel zeggen dat de school bloeit.

Ds. Tuiing werd in zijn arbeid op een bijzondere wijze bijgestaan door de ouderlingen. Die ouderlingen zijn ook eerst heidenen geweest. Het is daar precies eender gegaan als in de tijd van de Reformatie: de mensen, die de leer van de hervorming aannamen, waren afkomstig uit de roomse kerk; hier moesten de leden komen uit het heidendom. Eén van de ouderlingen was vroeger een heidenpriester en we kunnen wel begrijpen, dat hij ijverde voor de leer van de vaderen. Die vaderverering zit bij het heidendom diep.

Toen Lombe, de heidenpriester, zag, dat het christendom al meer mensen van de oude leer losweekte, was dat een doorn in zijn oog. Die vreemde God, die God van de Hollanders, moest maar buiten de landpalen blijven. Hoe moest de zending worden gestuit? Spotten met die nieuwe leer werpt in de regel wel vruchten af. Lombe zou zich terdege inspannen om het plan van de hoofden van de dorpen om het christendom weg te krijgen, te verwezenlijken.

Op zekere avond was er een bijeenkomst in de school. In dat gebouw kwam een zendeling preken en de sacramenten bedienen. Toen de dienst een aanvang zou nemen en al de mensen binnen waren, sloop Lombe er heen; maar een stap binnen zetten, dat nooit. Hij gluurde door de kieren van het planken gebouw. Zodoende zou hij wel zoveel zien, dat hij die godsdienstoefening bespottelijk zou kunnen maken en de volgelingen van die zendeling terug voeren naar het heidendom.

Daar staat Lombe. Zien doet hij niets bijzonders. Wel hoort hij iets. Is het de zendeling die spreekt, of is het een ander? Hij weet het niet, maar steeds komen de woorden terug, die de zendeling zojuist heeft gezegd: „Luister naar Mijn Woord."

Het zien van de doopsbediening en het breken van het brood en het drinken van cle wijn, was niet iets om dat bespottelijk te maken onder zijn dorpsgenoten. Hij sluipt weer naar huis. Niet de minste gedachte om te spotten komt bij Lombe op. Er is iets anders: de stem blijft in zijn oren en in het diepst van zijn hart klinken; die stem, die almaar zegt „Luister naar Mijn Woord."

Die stem was de stem van God. Eén uitdrukking van de zendeling was genoeg om de heidenen te vellen. Niet door kracht of geweld, maar door de Geest des Heeren.

Lombe bleef niet lang priester meer. Hoe zou dat ook kunnen? Hij ging nu voortaan méér naar het schoolgebouw, maar nu in het gebouw. Niet om te spotten, maar om te horen de woorden des Levens.

Lombe heeft mogen verstaan, dat elk der vorsten zich zal buigen en dat het heidendom Gods lof zal betuigen en dienstvaardig tot Gods eer zal zijn. Ja, dienstvaardig is hij geworden. Aan de zijde van ds. Tuiing heeft hij geijverd voor de ware God, Die hem trok uit het rijk der duisternis.

Zuidwestelijk van Simboeang ligt Sepang, in het zendingsterrein van de Chr. Ger. Kerk. In deze plaats heeft de roomse missie zich gevestigd. Hier moeten de Protestanten op twee fronten strijden: tegen het heidendom en tegen de roomse leer. De propaganda van de roomsen is geweldig. De missionarissen zeggen tegen de heidenen en de jonge christenen, dat zij dezelfde God en Christus prediken als de Protestanten, maar hun kerk is toch de beste. Dat is immers duidelijk te zien! Wie heeft de mooiste en de rijkste kerken? Dat hebben zij toch! En hoe komt dat? Wel, omdat God de roomse kerk lief heeft en ze daarom zo zegent.

Zon propaganda wil er bij de heidenen wel in, en het is goed te begrijpen welk een zware strijd er te strijden is om te behouden wat er is en om tot uitbreiding van het protestantisme te komen.

Op één van die propagandabijeenkomsten van de roomse missie was ook ouderling Lombe aanwezig. De missionaris wees meer op de rijkdom en de pracht van hun kerken; zij waren de gezegenden! En wat sprak Lombe toen? „Maar mij heeft God Zichzelf gegeven in het geloof in de Heere Jezus Christus en gaat de Gever in waarde niet ver uit boven Zijn gaven? De rijkdom van uw kerk geeft mij niets, maar Christus de Heere geeft mij vergeving van zonde en eeuwig leven met de Vader."

Welk een antwoord uit de mond van een gewezen heidenpriester!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 1957

Daniel | 7 Pagina's

Eerst heidenpriester, nu ouderling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 augustus 1957

Daniel | 7 Pagina's