Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

het oosterse landschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

het oosterse landschap

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Judea

Judea is maar een klein land: nog geen 90 km lang en 45 km breed, dus ongeveer zo groot als onze provincie Overijsel. Het kan beschouwd worden als een eiland door zijn afgeslotenheid naar alle zijden: in het oosten de woestijn en de Doode Zee, in het zuiden de Sinaïwoestijn, terwijl de grote weg in het westen van Egypte naar het noorden door de kustvlakte liep, dus langs in plaats van door Judea. Door die afgesloten ligging ontstonden de zelfzucht, het provincialisme en de dweepzucht. Bovendien leidde ze er toe, het overgeleverde met zekere trouw te beveiligen tegen vreemde invloeden, waardoor Judea het land werd van de Schriftgeleerden. En tenslotte kwamen uit de afgezonderde ligging voort concentratie, onverschilligheid jegens de wereld, trouw aan het verleden en hartstochtelijke vaderlandsliefde. Andere eigenschappen treffen we meer dan eens aan in de Bijbel, wanneer het gaat over de bevolking van Judea.

Toch was Judea niet onneembaar. De Filistijnen drongen er nog aleens in door en later de Syriërs en Assyriërs enz.

De ligging gaf te weinig om het volk te verleiden tot zelfvertrouwen en genoeg om tot zelfverdediging en een krachtig leven aan te sporen, maar het mag zich nooit beroemen op zijn sterkte. De noordgrens was het zwakke punt in de verdediging. Vandaar kwam b.v. Sanherib, en juist zonder menselijke hulp verpletterde God daar de onbeschaamde vijanden (2 Kon. 19). Neen, Judea was zeker niet onneembaar, maar juist daar werd het beschermd door een onoverwinnelijke God. Judea kan veilig zijn, als het God niet verlaat eri godsvrucht en wijsheid niet vergeet, maar het vertrouwen op de Heere stelt. „Wee degenen, die in Egypte om hulp aftrekken en stemmen op paarden en vertrouwen op wagenen, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op de Heilige Israëls, en zoeken de Heere niet." (Jes. 31 : 1) „Want alzo zegt de Heere Heere, de Heilige Israëls: oor wederkering en rust zoudt gijlieden behouden worden; in stilheid en in vertrouwen zou uwe sterkte zijn; doch gij hebt niet gewild". (Jes. 30 : 15).

„En wat het karakter van de bewoners aangaat, terwijl de gesteldheid des lands aan hen gelegenheid gaf om vrij te zijn en God te dienen en geen aanleiding gaf om Gods bescherming overbodig te rekenen, stelde zij hen evenmin geheel buiten alle gevaar of verzoeking, want zonder deze kan het karakter van een natie onmogelijk kloek en sterk zijn." (Prof. Smith).

Judea in de Bijbel.

De eerste gegevens worden ons verstrekt door de stervende Jakob aan zijn zoon Juda: Hij bindt zijn jonge ezel aan de wijnstok en het veulen zijner ezelin aan de edelste wijnstok; hij wast zijn kleed in de wijn en zijn mantel in wijndruivenbloed. Hij is roodachtig van ogen door de wijn en wit van tanden door de melk". (Gen. 49 : 11, 12).

De bekende geleerde Dalman schreef eens over een reis bij Hebron: „Drie kilometer lang gingen wij door een wijnland. Zover de blik reikte, zagen we niets dan wijnranken, waar in het voorjaar tussen de groene bladeren vele trossen met kleine druiven groeiden. Zulk een land had Jakob voor de geest, toen hij de zegen over Juda uitsprak. Natuurlijk heeft men niet de klederen in wijn gewassen, noch de ezel aan ranken gebonden. Hij wil zeggen: In Judea is zoveel als rotsblokken of eikenhout, waaraan men anders een ezel bindt. Wij denken bij wijnranken aan de stokken, waar aan de ranken gebonden worden."

Wanneer de verspieders bij Mozes terugkomen, spreken zij over een land, vloeiende van melk en honing, dus dat is net iets voor een volk met een grote veestapel en dat houdt van zoetigheid, zoals het Israëlitische. Zo is Judea naar de Bijbelse voorstelling een herdersland. Eens werd de bevolking weggevoerd naar Babel en bleef het land woest. Maar Jeremia profeteerde dat er na de terugkeer weer een gezegend herdersleven zal ontstaan. Let wel: ver een rijke oogst wordt niet gesproken: Zo zegt de Heere der heirscharen: n deze plaats, die zo woest is, dat er geen mens, zelfs tot het vee toe, in is, mitsgaders in al derzelver steden, zullen wederom woningen zijn van herderen, die de kudden doen legeren. In de steden van het gebergte, in de steden der laagte, en in de steden van het zuiden, en in het land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, en in de steden van Juda, zullen de kudden wederom onder de handen des tellers doorgaan, zegt de Heere. (Jer. 33 : 12, 13).

Zeker, Juda is een herdersland. David en Amos werden geroepen van achter de kudde. In dit land sprak de Heere Jezus de gelijkenis van de goede Herder, maar ook noemde de Zaligmaker zich hier de ware Wijnstok. Dus is er ook landbouw geweest. Zeker, maar dan in de dalen;

„De velden zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen, ook zingen zij." (Ps. 65 : 14). Als de ark uit het land der Filistijnen terugkomt, maaien de lieden van Bethsemes de tarwe in het dal. Waarom landbouw in de dalen? Wel, Judea is een kalkland De kalksteen op het gebergte verweert tot roodachtig gekleurde teeltaarde. Door de slagregens spoelt die aarde naar de dalen, zodat dan vruchtbare akkers ontstaan.

Judea is een kalkland. Deze kalk laat het regenwater snel door. Daardoor is de oppervlakte droog en steenachtig. Boissevain schrijft in: Van dag tot dag in het Oosten: „Wat een doorgaande eentonigheid, wat een dorheid, die men doortrekt: Nooit een wolk aan de lucht in dit land; helderheid in noorden en zuiden, en daarin scherp aftekenend de kracht van rots en steen, de zware ruwe hardheid van naakte bergen. Er is geen tederheid in het landschap om Jeruzalem, behalve in de zilveren schemering der weinige olijven. Men ziet verdroogde beddingen en bergstromen en een tumult van gestorte stenen, van welke de aarde sinds eeuwen is afgespoeld, en die dor en kantig uitsteken."

Judea is een kalkland. Het wegzakkende regenwater lost de kalksteen op, zodat er holen en grotten ontstaan, waarin b.v. David zo dikwijls een schuilplaats vond.

Wees mij een rots, om in te wonen; Een schuilplaats, waar mijn hart Steeds toevlucht vind' in smart. Uw hoog bevel zal blijkbaar tonen, Dat Gij, o groot Ontfermer, Mijn burcht zijt en beschermer. (Ps. 71 : 2).

Deze spelonken werden 's nachts vaak gebruikt, om de kudde in onder te brengen. Vaak bouwde men dan nog van stenen een half cirkelvormige muur, die opgevuld en bedekt werd met doorntakken, waardoor men een goede bescherming vond tegen rovers en wilde dieren. „En hij kwam tot de schaapskooien aan de weg, waar een spelonk was; en Saul ging daarin om zijn voeten te dekken. David nu en zijn mannen zaten aan de zijden der spelonk." (1 Sarn. 24 : 4).

Voor het bergland van Judea ligt aan de westzijde een heuvelland, in de Bijbel genoemd: „de aflopingen der wateren". Van de zee naar Jeruzalem reizende, komt men dus eerst door de kustvlakte, dan door het heuvelland en bereikt eindelijk het gebergte.

Dit heuvelland was een belangrijke zoom in de strijd tussen Israël en de Filistijnen. Tussen de bergen en het heuvelland is een vrij scherpe scheiding: heuvelland en plotseling het veel hogere gebergte, dat moeilijk te beklimmen was. Gelukkig zaten er enkele openingen inliet dal Ajalon, het Eikendal, de beek Sorek, de beek Besor en het Zoutdal. Het zijn juist deze dalen, die dikwijls getuige geweest zijn van vinnige strijd. Deze terreinen zijn zeer geschikt voor guerilla-oorlogen van kleine troepen, waarbij het aankomt op snelheid en scherp waarnemen.

„Het Eikendal is vermaard door de geschiedenis van de herdersknaap, die later koning werd. Judea is het vaderland van David; door zijn genie is judea geworden het hart van het koninkrijk, door zijn zangen het land der Psalmen. Het feit, dat hij bij dit land Jeruzalem verhief tot hoofdstad, heeft Judea een plaats van betekenis gegeven in de jaarboeken van het Koninkrijk Gods." (v. Deursen).

W. VAN DIJIC

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1955

Daniel | 8 Pagina's

het oosterse landschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1955

Daniel | 8 Pagina's