Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DORDTSE LEERREGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DORDTSE LEERREGELS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

18e les

HOOFDSTUK I. Artikel 11.

We lezen:

„En gelijk God Zelf op het hoogste wijs, onveranderlijk, alwetend en almachtig is, alzo kan de verkiezing, door Hem gedaan, niet ontdaan en wedergedaan, noch veranderd, noch herroepen, noch afgebroken worden, noch de uitverkorenen verworpen, noch hun getal verminderd worden”.

Hierin vinden we weer duidelijk in ’t licht gesteld de dwaalleer van de Remonstranten, die de verkiezing als veranderlijk stellen. Zij leren immers een algemene en een bijzondere verkiezing. De algemene verkiezing zou dan zijn een verkiezing van hen, die in hun geloof nièt volharden, terwijl volgens hen de bijzondere verkiezing zou gaan over hen, die wèl in hun geloven volharden. Zie artikel I „Verwerping der dwalingen. En in artikel VI lezen we: „Die leren, dat niet alle verkiezing ter zaligheid onveranderlijk is, maar dat sommige uitverkorenen, niet tegenstaande enig besluit Gods, kunnen verloren gaan, en ook eeuwig verloren gaan”. Zo blijkt, dat zij toch de zaligheid geheel in de handen van de mens leggen. Dan is er ook geen vastigheid en troost voor Gods kinderen. Ja, dan zou er geen mens zalig worden, wanneer dit in de handen van de mens zou liggen. Want er is niemand, die God zoekt. Rom. 3:11b.

En toch wil men de zaligheid in de handen van de mens leggen, omdat men zich ergert aan het stuk van Gods vrijmachtige verkiezing. Want maken velen niet van het geloven een verkapt werkverbond? Onze Dordtse Vaderen zeggen het zo waar en scherp in artikel VI: „Het welk evenals het de verkeerde, onreine en onvaste mensen verdraaien tot hun verderf, alzo de heilige en Godvrezende zielen onuitsprekelijke troost geeft”.

Welnu, in dit artikel elf laten onze vaderen zo kernachtig uitkomen, dat de verkiezing ook zo vast ligt in al Gods volzalige deugden!

„En gelijk God Zelf op het hoogste wijs, onveranderlijk, alwetend en almachtig is”.

Gods wijsheid. Zij is die deugd of volmaaktheid Gods, waarbij God door de beste middelen het hoogste doel bereikt. Die middelen en dat doel liggen ook begrepen in Gods eeuwige Raad. Zie het in de geschiedenis o.a. van Jozef, Mozes, David en het allerrijkste bij de komst van Christus op aarde! Hoe schoon klinkt de lofzang van de apostel in Romeinen 12: „O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen. Want wie heeft de zin des Heeren gekend, of wie is Zijn raadsman geweest?”

Geldt dit ook niet van het ondoorgrondelijke besluit Gods, dat Hij „het dwaze der wereld heeft uitverkoren” en „het onedele der wereld en het verachte heeft uitverkoren”? Waarin kwam hier Gods wijsheid uit? Was het niet hierdoor, dat God dezulken in Christus heeft uitverkoren, in Wien Hij alleen de enige weg tot zaligheid voor hen uitgedacht en geopend heeft?

Gods ONVERANDERLIJKHEID.

„Ik, de Heere wordt niet veranderd”. Mal. 3:6. „Alle goede en volmaakte gift is van boven, van de Vader der lichten afkomende, bij Wie geen verandering is of schaduw van omkering”. Jakobus 1:17.

Uit bovenaangehaald artikel VI van de „verwerping der dwalingen, die leren” blijkt dus, dat God veranderlijk is volgens de Remonstrantse leer, want zij leren, zo staat er, „Dat niet alle verkiezing tot zaligheid onveranderlijk is”.

Dat is een zeer absurde stelling. Want God wòrdt niet (gelijk het pantheisme ook stelt), maar Hij is. „Ik zal zijn, Die Ik zijn zal”, dat is: „Ik ben, Die Ik ben).

In God is geen verandering van tijd, want Hij is eeuwig. Bij God is geen verandering van plaats, want Hij is alomtegenwoordig.

Toch lezen we in de geschiedenis van Elia, toen hij aan de Horeb vernachtte in een spelonk en toen de Heere voorbijging in een storm, in een aardbeving en in het vuur: „Doch de Heere was in de wind niet” „De Heere was ook in de aardbeving niet” De Heere was ook in het vuur niet”. Hoe moeten we dat verstaan? Is de Heere dan tòch veranderlijk, zij het van plaats? Volstrekt niet. Want we moeten dit zo verstaan, dat God in de betoning van Zijn tegenwoordigheid Zich wèl kan openbaren in een meerdere of mindere mate van Zijn deugden of eigenschappen. God was wel in de stormwind, in de aardbeving en in het vuur, maar nièt met een bijzondere mate van de openbaring van Zijn goedheid en liefde, doch wel van Zijn heilige majesteit. Eerst in het suizen van een zachte stilte bemerkte Elia ’s Heeren tegenwoordigheid als een openbaring van Zijn genade en trouw. Met die tekenen Zijner openbaring kwam de Heere tot Elia. Heeft Elia die mogen verstaan? Aanvankelijk niet. Maar bij ’s Heeren nadere woord-openbaring heeft Elia moeten verstaan, dat Israël niet tot bekering kwam door geweld, door storm, aardbeving en vuur (al hoewel die wèl voorafgaan bij overtuigingen), maar door openbaring van Gods goedertierenheid en genade. Dat verklaarde de Heere Elia in de opdracht, dat hij Hazaël tot koning moest zalven over Syrië, Jehu over Israël en Eliza tot profeet. En hierbij voegde de Heere er aan toe: „Ook heb Ik in Israël doen overblijven zeven duizend, alle knieën, die zich niet gebogen hebben voor Baäl en alle mond, die hem niet gekust heeft”.

Zo komt God ook Zijn sterke toorn op de allerontzaggelijkste wijze te openbaren in de hel. Niet met Zijn liefde? Jawel, maar alleen tot ZICHZELF in de betoning en handhaving van Zijn rechtvaardigheidsvergelding voor de verlorenen! En dit zal des te vreselijker zijn voor alien, die de weg wel geweten hebben, maar niet bewandeld; die wel meenden God te hebben kunnen dienen en tevens baäl kussen.

Nog één zaak komt ter sprake bij Gods onveranderlijkheid in Zijn besluiten. Dat is: Gods berouw. zoalser o.a. staatin Genesis 6:6: „Toen berouwde het den Heere, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had en het smartte Hem aan Zijn hart”.

Wijst dit berouw ook niet op een verandering van Gods besluit? Neen! Het is een „mensvor mige beeldspraak”. We hebben eronder te verstaan een tijdelijke verandering in Gods werken, zoals we kunnen vinden bij Hiskia’s ziekte. Eerst gaf de Heere bevel, dat hij sterven zou, maar op zijn smeking moest Jesaja hem aanzeggen, dat de Heere nog 15 jaar tot zijn levensjaren zou toedoen, hetgeen ook vervuld werd. Het bevel van sterven was dus een tijdelij ke verandering in Gods werken, maar het toedoen van die 15 jaren berustte op Gods besluit.

Gods ALWETENDHEID.

Zij is die deugd Gods, waarbij God alle dingen van eeuwigheid weet en wel, omdat Hij ze besloten heeft, zoals we in onze vorige les opmerkten. As zodanig kan God, met eerbied gezegd, niets tegenvallen alsof Hem iets zou kunnen overkomen, wat Hij niet besloten had. Zo heeft God geweten, dat de mens vallen zou, want „Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend”, maar....die wetenschap berustte op Gods besluit!

Ten slotte: Gods ALMACHT in Zijn verkiezing.

De Heere kwam eens tot Abraham met de betuiging: „Ik ben God, de Almachtige”. Dit was voor Abraham in zijn lange wachten op de vervulling van Gods belofte tot rijke troost, want het betrof de uitvuering van Gods besluit in de vervulling van Zijn belofte: de geboorte van Izak, ondanks de zeer hoge leeftijd van Abraham en Sara.

Zo is God de Almachtige in de HERSCHEPPING van zondaren. En die herscheppende daad Gods is vrucht van Zijn verkiezende liefde, zoals de herboren zondaar wordt getrokken en later bij terugleidende genade zulks meer verzekerd mag ervaren. Ja, zo wordt de ONVERANDERLIJKHEID van ’s Heeren verkiezing door het geloof een allerrijkste vertroosting! Zie Hebr. 6:17, 18.

O, daarom wekt de apostel Petrus de gelovigen op om hun roeping en verkiezing vast te maken. (II Petr. 1:10)

E.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1979

Bewaar het pand | 6 Pagina's

DE DORDTSE LEERREGELS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1979

Bewaar het pand | 6 Pagina's