Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verbond (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verbond (5)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe verhouden in de Bijbel verbond en verkiezing zich tot elkaar? Dat is een vraag waar velen zich al mee bezig hebben gehouden. Eigenlijk draait het in de gedachtevorming hierover om de vraag of en in hoeverre men het genadeverbond laat samenvallen met of bepalen door de verkiezing. Nog wat preciezer gezegd: Heeft God Zijn verbond alleen gesloten met individuele verkorenen of met geheel Israël?

Bedding van de verkiezing
Al eerder schreef ik dat we verbond en verkiezing dicht bij elkaar moeten houden. Echter wel in die zin dat het genadeverbond de bedding is waardoorheen de verkiezing zich baan breekt. Onder de uitverkiezing verstaan we Gods eeuwig raadsbesluit, waarin de Heere van eeuwigheid heeft besloten dat er in Christus, Zijn Zoon, voor gevallen Adamskinderen een weg ter zaligheid zou zijn en dat er zijn die Hij uit deze gevallen mensheid heeft uitverkoren om ze in Zijn gemeenschap terug te brengen tot glorie van Zijn Naam. Op vele plaatsen in de Schrift wordt gesproken over Gods welbehagen, waarin Hij van eeuwigheid voor Zijn eigen eer gezorgd heeft. Echter, als de Heere Zijn verkiezing in het hart van een zondaar uitwerkt, dan doet Hij dat altijd zo, dat Hij hem in de gemeenschap van Zijn genadeverbond laat opnemen en hem langs de weg van de genademiddelen van dat verbond wederbaart en leert geloven in Christus. Dit is voor het functioneren van het gemeentelijke en geestelijke leven van onschatbare waarde. God omringt de Zijnen reeds van hun eerste levensdagen af met al de zegeningen van Zijn verbondsbeloften, laat ze in die weg onderwijzen, kweekt ze op in de kennis van Zijn Naam, trekt ze als met koorden van Zijn liefde tot Zich en werkt aldus het besluit van Zijn verkiezing in hen uit.

Abraham en zijn zaad
Intussen blijft dan de vraag: Zijn dan allen die gedoopt zijn ook uitverkorenen? Als we verbond en verkiezing zo dicht bij elkaar moeten houden, komen we dan niet bij de leer van de veronderstelde wedergeboorte uit? Het is toch zo dat iemand een verbondskind kan zijn en toch niet uitverkoren? Inderdaad, de Bijbel geeft dat heel duidelijk aan. Heel Israël was een verbondsvolk. De apostel Paulus schrijft in 1 Korinthe 10: ‘Onze vaderen waren allen onder de wolk, ze zijn allen door de zee doorgegaan en gedoopt in Mozes en in de zee, ze hebben allen dezelfde drank gedronken … maar in het merendeel van hen had God geen welgevallen; want ze zijn in de woestijn terneder geslagen.’ Er zijn dus tweeërlei kinderen van het verbond, zoals ook een bekend boekje van ds. I. Kievit luidt. Toch geeft de Schrift ons echter geen grond voor de visie dat het verbond slechts is gesloten met individuen uit Abrahams nageslacht. Nee, God sloot Zijn verbond met Abraham en zijn zaad. Aan heel Israël dat uit Egypteland uitgevoerd werd, werd de belofte gedaan, dat de HEERE hun dat land geschonken had. Hebreeën 4 vers 2 laat ons zien dat ze niet allemaal die belofte deelachtig zijn geworden. Ze zijn niet allemaal de beloofde rust ingegaan. Dat komt echter niet, omdat het hun niet beloofd zou zijn, maar ligt enkel in het feit dat hun gang niet met geloof gemengd was.

Niemand zal de HEERE dan van onrecht kunnen beschuldigen, want Hij heeft onze dodelijke dag niet begeerd. Zijn verbondsbeloften, die allen in het verbond zijn aangeboden, ontnemen ons daar alle gronden voor.

God meent wat Hij zegt
We moeten hier niet gaan redeneren. Dat gebeurt wel: ze zijn niet in de rust ingegaan, dus zal het hun wel niet echt beloofd zijn, maar alleen aan hen die wel in het beloofde land zijn aangekomen: de uitverkorenen. Nee, we moeten wat de Bijbel ons aanreikt, laten staan. De Heere is waarachtig in Zijn spreken. Tot geheel Israël heeft Hij het in Psalm 81:11b gezegd: ‘Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen.’ Wie dit bevel en deze belofte veracht, zal ook de beloofde zaak niet ontvangen. Daar klaagt de HEERE dan ook over: ‘Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israël heeft Mijner niet gewild’ (Ps. 81:12). Let er dus op dat de HEERE hier spreekt over Zijn volk. Dat is de waarachtigheid van Gods verbond, Die Zich aan dit volk verbonden heeft. Het is naar de waarachtigheid van dit spreken, dat we ook eenmaal geoordeeld zullen worden. Niemand zal de HEERE dan van onrecht kunnen beschuldigen, want Hij heeft onze dodelijke dag niet begeerd. Zijn verbondsbeloften, die allen in het verbond zijn aangeboden, ontnemen ons daar alle gronden voor.

Bevel van geloof en bekering
De HEERE komt dus waarachtig met Zijn beloften tot allen die in het verbond zijn. In het Oude Testament tot Abraham en zijn zaad. En in het Nieuwe Testament ligt dat niet anders. Dan zijn het niet alle mensen en ook niet alleen de uitverkorenen, maar het zijn de gelovigen en hun kinderen. Petrus zegt het op de Pinksterdag: ‘Want u komt de belofte toe en uw kinderen’ (Hand. 2:39). Nu houdt dit niet in dat bij het ontvangen van de belofte iemand ook al daadwerkelijk deelt in het heil of dat we dat zouden moeten veronderstellen. Nee, we moeten hier onderscheiden tussen het schenken van de belofte en het deelachtig worden van de beloofde zaak. De beloften zullen door een waar geloof toegeëigend moeten worden. Om die reden is het ook dat de beloften van het Evangelie aan alle kinderen van het verbond voorgesteld moeten worden met bevel van bekering en geloof. Dat is de spanning in het verbond.

Verbondskinderen die zich niet bekeren, gaan verloren als kinderen van de belofte. Zij worden buitengeworpen als kinderen van het Koninkrijk (Matth. 8:12). Aangrijpende mogelijkheid en werkelijkheid. De ernst daarvan zal ook in de praktijk van de prediking moeten doorklinken. Deze ontbreekt waar er geen zicht is op de toebrenging van de uitverkorenen in de weg van het verbond en de genademiddelen van dat verbond. Dan wordt niet geloofd dat God met de aanbieding van het heil tot iedere zondaar komt. De beloften worden slechts aan de uitverkorenen gepredikt. Dat betekent een versmalling van het Evangelie. De spanning is eruit en helaas ook vaak de tranen van Christus over de schare.

We kunnen echter ook de andere kant op scheef gaan. Er kan te veel eenzijdig de nadruk worden gelegd op de aanbieding van Gods heil aan iedere zondaar, maar verder komt men niet. De noodzaak van het toepassende werk in het hart van Gods kinderen ontbreekt. Bijbels verbondsmatig preken houdt ook in dat we het wezen van het verbond preken. Dan wijzen we op de mogelijkheid van Gods wraak en vloek bij ongehoorzaamheid aan Zijn eisen en dat we pas echt aan Zijn verbond beantwoorden als we Gods verbond inwilligen door bekering en geloof. Dan gaan we de verbondsweldaden inleven en dan komt er de tere omgang met Hem. Daarover de volgende keer meer in het slotartikel over de Bijbelse verbondsbeleving.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 2013

Kerkblad | 16 Pagina's

Het verbond (5)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 2013

Kerkblad | 16 Pagina's