Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Klassieke autos zijn emotie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Klassieke autos zijn emotie

Niet goedkoop, maar toch onweerstaanbaar

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Klassieke autos staan in de belangstelling. Leuk lijkt het, met zon oude karakteristieke automobiel over de wegen te toeren. En goedkoop lijkt het ook, want je hoeft geen motorrijtuigenbelasting te betalen, de verzekering is veel lager en je hebt geen afschrijving. Maar er schuilen heel wat adders onder het gras. Bert Mateboer, al jaren berijder van een klassieke Rover, geeft een eerlijk beeld van zijn eigen ervaringen. Je rijdt geen klassieker omdat het zo goedkoop is, maar omdat-ie zo mooi is.

Het lijkt soms op een haat-liefdeverhouding tussen mij en mijn auto, een Rover 3500 uit 1973. Als alles werkt zoals het hoort, is het een heerlijke auto die veel rijgenoegen oplevert. Maar op andere dagen zijn er ook momenten dat ik het ding het liefste in het eerste het beste kanaal zou willen rijden. Als ik dan weer de trein moet pakken omdat de Rover vanwege een of ander duister mankement niet te gebruiken is, komen er allerlei broeierige plannen bij me op om zo snel mogelijk een heel gewone Volkswagen of Toyota te kopen.
Het vervelende aan een klassieke auto is namelijk dat hij werkelijk oud is. Daardoor vraagt hij veel meer onderhoud en zijn er veel vaker dingen die stuk gaan dan bij een moderne auto. Zelfs wanneer er gedurende zijn hele autoleven nauwelijks met de auto gereden zou zijn, zijn alle onderdelen toch aangetast door de tand des tijds en minder sterk geworden. Er is op allerlei plaatsen corrosie opgetreden, de rubbers zijn hard geworden, de leidingen zijn poreus. Als een auto veel gebruikt is, wat veel waarschijnlijker is, dan betekent dat dat er op alle mogelijke plaatsen ook slijtage is opgetreden.

Onhebbelijkheden
Ouderdom zorgt ook voor soms heel onverklaarbare problemen. Mijn auto had vorig jaar het euvel dat de motor tijdens het rijden soms zomaar afsloeg. Pas na enkele minuten deed hij het dan weer, waarna hij er een halfuur later opnieuw zomaar mee ophield. Een zeer irritante onhebbelijkheid. Pas lang zoeken leverde de oorzaak op: een versleten onderdeeltje in de ontsteking. Ook is er een periode geweest dat de motor zeer onregelmatig liep. Zelfs deskundige monteurs konden de oorzaak niet vinden, tot iemand op het idee kwam het ontluchtingspijpje van de carburateurs eens schoon te maken. Het euvel was onmiddellijk opgelost. Maar had inmiddels wel behoorlijk wat kosten veroorzaakt.
Nog vervelender was twee jaar geleden dat als gevolg van een soort metaalmoeheid de draagarm waarmee het rechter achterwiel op zijn plaats gehouden wordt, opeens afbrak. Het gebeurde gelukkig in de bebouwde kom toen ik over een verkeersdrempeltje reed. Het rechter achterwiel stond ineens vrijwel dwars onder de auto. Weliswaar was er niet veel schade ontstaan en reed de auto binnen een week alweer, maar mijn vertrouwen in de betrouwbaarheid van de auto had een gevoelige knauw gekregen. Bovendien: hoe zou het afgelopen zijn als de draagarm midden op een drukke snelweg was afgebroken?
Klassieke autos zorgen dus voor ergernis en onzekerheid en ook voor hoge kosten. Soms zie je in kranten wel eens artikeltjes waarin nuchter de zakelijke kosten van een klassieker worden vergeleken met de kosten van een moderne auto. De conclusie is dan dat de klassieker aanzienlijk goedkoper is. In een artikel in de NRC berekende Bram Pols onlangs dat de bezitter van een klassieke Citroen ID (snoek) per jaar 4824 gulden kwijt zou zijn bij 20.000 km per jaar, tegen de bezitter van een moderne Citroen XM 25.271 gulden per jaar. In deze vergelijking waren alle kosten meegerekend, ook van brandstof, maar was geen rekening gehouden met reparaties en restauratiekosten. Als die meegerekend waren, was de vergelijking waarschijnlijk heel wat minder rooskleurig voor de klassieke Citroen uitgevallen.

Tegenvallers
Vrijwel iedere bezitter van een klassieke auto kan vertellen dat de kosten in de praktijk tegenvallen. Vooral als je plotseling voor heel ingrijpende operaties komt te staan, die zich meestal heel onverwacht aandienen. Begin vorig jaar begon de achtcilinder motor van mijn Rover steeds slechter te lopen en begon hij zelfs olie naar buiten te gooien door de peilstok van het olieniveau. Dat duidde op een ernstig mankement aan de motor. Met behulp van een werkplaatshandboek heb ik de motor opengemaakt en de zuigers uit de cilinders gesleuteld. Twee zuigers bleken ernstige slijtageverschijnselen te vertonen. Er moest een nieuwe motor in. Voor 3500 gulden kon ik een nieuwe motor kopen en dat was een enorme meevaller, want normaal gesproken zijn ze duizenden guldens duurder. Ook het zelf inbouwen spaarde heel wat kosten uit. Toch was ik al met al ineens weer dik 4000 gulden armer.
Vervelend is ook dat je nooit klaar bent. Een jaar of acht geleden is de carrosserie van mijn auto helemaal bijgewerkt en gespoten, maar vorig jaar moesten voor de APK-keuring toch alweer verschillende delen opnieuw worden aangepakt en moesten hier en daar zelfs nieuwe stukken in het chassis worden gelast. Op de spatborden zijn alweer enkele roestplekjes te zien en de bumpers zouden eigenlijk eens geheel opnieuw verchroomd moeten worden, en de bekleding geheel vernieuwd. Om hem helemaal mooi te krijgen, zou ik een paar duizend gulden in de auto moeten investeren. Ik ben daar huiverig voor, want ik weet: als je begint, is het einde zoek.

Het werkt verslavend
Voorbeelden genoeg van mensen die duizenden en duizenden guldens stoppen in de volledige restauratie van een klassieke auto. „Op veel mensen werkt een klassieke auto als een verslaving, zegt J.W. Smink van een in klassieke Rovers gespecialiseerd garagebedrijf in Hooglanderveen. „Het gaat soms heel ver. Je hebt mensen die 80.000 gulden besteden om een auto volledig te laten opknappen. Dan is het puur een uit de hand gelopen hobby, want dat geld krijg je niet meer terug als je de auto weer wilt verkopen. Een perfect gerestaureerde Rover P5, waar een klant voor 80.000 gulden aan restauratiekosten in had geïnvesteerd, bracht bij verkoop uiteindelijk niet meer dan 35.000 gulden op.
Hoe het komt dat mensen zoveel geld gooien in iets wat een bodemloze put lijkt? „Klassieke autos zijn emotie, zegt Smink. „En als er emotie in het spel is, doet men soms dingen die niet helemaal verantwoord zijn. Hij vertelt over klanten die vanwege een klein roestplekje op een spatbord de hele auto laten overspuiten. Over mensen die kapitalen investeren in een auto die eigenlijk beter direct naar de sloop gebracht had kunnen worden. Soms wordt het zo gek, dat er financiële moeilijkheden ontstaan. Of huwelijksproblemen als de vrouw het er niet mee eens is dat er zoveel geld aan de auto wordt besteed en de man avond aan avond in de garage is. Sommigen zijn daardoor verplicht hun klassieker weer te verkopen. „Ik heb meegemaakt dat iemand mij zijn klassieke Rover verkocht en mij met tranen in zijn ogen de sleutels overhandigde, vertelt Smink.

Liefde op het eerste gezicht
Ook Jan Waanders uit Nijkerk kent dit soort verhalen. En ook die over mensen die verschrikkelijke miskopen hebben gedaan door zich bij het bezichtigen van een klassieker door de eerste impuls te laten leiden. „Het is soms liefde op het eerste gezicht en dan letten veel mensen niet op allerlei kleine dingen, zegt Waanders. „Maar voor een gewone gebruikte auto geldt reeds dat je bij aankoop zeer kritisch moet zijn en dat geldt voor klassieke autos vanwege hun ouderdom nog veel meer.
Waanders geldt binnen de Roverclub als een van de experts op het gebied van klassieke Rovers. Het is begonnen in 1975, toen hij een oude P4 kocht, en daarna zijn er diverse klassieke Rovers door zijn handen gegaan. In een kleine loods in Nijkerk heeft Waanders inmiddels een behoorlijk onderdelenmagazijn opgebouwd en zo nu en dan koopt hij een klassieker om die op te knappen en door te verkopen. Dat alles puur voor de hobby. Als dagelijks vervoermiddel heeft Waanders liever een auto waarvan hij zeker weet dat die het altijd doet, een Mercedes 190.

Deze auto is keihard
Met liefde klopt Waanders op de spatborden van een prachtige witte P6 die hij in de loods heeft staan. „Deze auto is keihard, daar hoef je de eerste jaren weinig aan te restaureren. Het is een prachtige wagen, maar ja, hij kost dan ook een kleine 23.000 gulden. Dat is veel geld als je bedenkt dat er in de krant en op Internet ook regelmatig Rovers met achtcilinder motor staan die voor minder dan 10.000 te koop zijn. Maar Waanders adviseert daar heel voorzichtig mee te zijn. „Dat zijn vaak autos die op het eerste gezicht in redelijke staat verkeren, maar waar je toch voor duizenden guldens in moet investeren om ze redelijk goed te krijgen. Uiteindelijk ben je dan veel duurder uit dan wanneer je direct een in werkelijk goede staat verkerende auto koopt, zoals ze de laatste tijd veel uit Zwitserland worden gehaald.
Wie werkelijk geïnteresseerd is in de aankoop van een klassieker, kan het best eerst bij de merkenclub informeren wat de zwakke plekken van een auto zijn en welke prijzen er gemiddeld voor gevraagd worden. Als men een bepaalde auto op het oog heeft, is het verstandig een deskundige mee te nemen en een keuring te laten doen. Jan Waanders doet bijvoorbeeld zulke keuringen van klassieke Rovers voor 150 gulden per auto.

Liefhebber zijn
Maar het allerbelangrijkste is volgens Waanders dat je liefhebber moet zijn als je een klassieke auto koopt. Want klassiekers hebben nu eenmaal hun beperkingen. Zelfs als je een exemplaar koopt dat in topconditie verkeert. Een klassieke auto maakt meestal meer windgeruis, hij verbruikt meer brandstof en heeft soms onprettige bijkomstigheden als een slecht werkende verwarming. „Dat soort dingen neem je alleen voor lief als je het werkelijk leuk vindt in zon oude auto te rijden, aldus Waanders. Verder helpt het wanneer iemand zelf kan sleutelen, maar beslist noodzakelijk is dat niet. Er zijn genoeg in klassiekers gespecialiseerde bedrijven. Nadeel van die bedrijven is echter dat ze forse tarieven hanteren.
Waanders schat mijn Rover op een kleine 10.000 gulden. Van een afstandje ziet hij er redelijk uit, maar van dichtbij is te zien dat de wagen intensief wordt gebruikt. Een totaal aantal kilometers van dik 450.000 heeft zijn sporen nagelaten. In de ogen van Waanders ziet de auto er vermoeid uit. Er zou voor duizenden guldens in geïnvesteerd moeten worden om er weer een fraaie auto van te maken.
Zoveel geld in mijn oude stoppen, ben ik niet van plan. Maar hem verkopen wil ik ook niet. Want het is een heerlijke auto om mee te rijden. Als de achtcilinder motor zachtjes in het vooronder murmelt en de auto rustig over de wegen deint, zit je fluitend achter het stuur. Dan zijn al die nadelen ineens weer helemaal vergeten. Thuis achter de rekeningen is de stemming echter anders. Als ik dan een beslissing moest nemen over de aankoop van een andere auto, zou ik waarschijnlijk niet weer een klassieker nemen. Waarschijnlijk, want als ik oog in oog zou staan met een fraaie Rover, zou de uitkomst misschien toch weer anders zijn. Klassieke autos zijn immers emotie.

Informatie
Wie zich wil oriënteren op het gebied van klassieke autos, heeft tegenwoordig veel mogelijkheden. E zijn uitstekende boeken op de markt met duidelijke overzichten van alle klassieke autos, inclusief zwakke en sterke punten per auto en de gemiddelde prijzen. Een zeer uitgebreide is bijvoorbeeld de Oldtimer Catalogus 2000 van Ton Lohman (ƒ 32,50). 100 Klassiekers voor Alledag van Jan Haakman (ƒ 25,00) is ook een informatief boek. Op Internet staan interessante sites over klassieke autos, bijvoorbeeld: www.vintageweb.net.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 mei 2000

Terdege | 88 Pagina's

Klassieke autos zijn emotie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 mei 2000

Terdege | 88 Pagina's