Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stervensbegeleiding (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stervensbegeleiding (1)

„en bij de HEERE, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood" Ps. 68 : 21b

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er blijkt een dringende behoefte te zijn aan voorlichting omtrent de vraag, hoe stervenden het best kunnen worden begeleid tijdens het lijden, dat naar menselijke verwachting zal leiden tot de dood.

Nu zelfs de regering een commissie benoemd heeft om hem voor te lichten, wat er gedaan kan en moet worden om het begeleiden van stervenden naar en door het dal des doods zo goed mogelijk te doen functioneren, is het zeker de taak van de kerk om meer dan ooit tevoren ook haar geluid dienaangaande te doen horen. Ook blijkt, dat ondanks de voorlichting die via de prediking en andere hulpmiddelen verschaft wordt, toch vele vragen overblijven, die nadere behandeling vereisen. Velen verkeren in grote nood, niet alleen wanneer ze voor zichzelf de dood in de ogen moeten zien, maar ook als zij geroepen worden anderen bij te staan gedurende de laatste fase van het bewandelen van de levensweg. Men weet niet wat men zeggen moet of mag en men weet vaak niet hoe men dingen, die met het begeleiden van stervenden te maken hebben, zeggen moet. Graag wil ik trachten om vanuit de Schrift, literatuur en praktijk in enkele artikelen daaromtrent iets te schrijven, om zo in deze tere zaak tot een hand en een voet te zijn.

Er zijn de laatste tijd verschillende boekjes uitgekomen, die over de problematiek- van de stervensbegeleiding voorlichting geven. Voor mensen uit onze kring zijn er vragen en problemen, die men in andere kringen niet of nauwelijks kent. Dat brengt met zich mee, dat hoewel in sommige boekjes allerlei lezens- en wetenswaardigs geboden wordt, toch voor onze mensen de allerbelangrijkste vragen onbeantwoord blijven. Dit geldt met name als het gaat over het vertroosten van stervenden. De bekende versregels: „Hij kan.... en wil en zal in nood, zelfs bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geven", worden helaas nog al eens gebruikt (beter gezegd „misbruikt") om stervenden op onbijbelse, dus onverantwoorde wijze, over de „drempelvrees" van het sterven heen te helpen. Jaren geleden verzocht mij een lidmate van mijn gemeente haar man te bezoeken, die niet tot onze gemeente behoorde. Hij was ongeneeslijk ziek. Daar hij tot een ander kerkgenootschap behoorde (en met name tot de orthodoxe vleugel daarvan), werd hij door zijn predikant getrouw bezocht.

De vrouw kon echter de wijze, waarop de stervensbegeleiding plaatsvond, niet waarderen. Volgens haar, werd haar man misleid. Van haar wilde de man niet aan- en overnemen, dat hij op zandgrond bouwde. Ten einde raad verzocht ze mij eens met haar man te praten.

Zij verkeerde werkelijk in nood. U begrijpt, dat ik tegen dat bezoek erg opzag. Elk mens, en zeker elk stervend mens, hunkert naar een woord van troost en is geneigd elke strohalm aan te grijpen, die hem wordt toegeworpen om er zich aan vast te klemmen, vooral in de maalstroom van de hem meeslepende dood. De Heere spreekt echter het wee uit over hen, die een ieder maar toeroept: „Vrede, vrede, geen gevaar". Voor hen, die „pleisteren met loze kalk en kussens onder de oksels naaien", (Ez. 18 : 10-18).

D.W.Z. onboetvaardigen troosten, heeft de Heere de vreselijke boodschap, dat Hij het bloed van de misleiden van hun hand eisen zal. Wat hebben we, ook op het tere terrein van de stervensbegeleiding, getrouwmakende genade nodig, om niet te troosten degenen, die de Heere niet vertroost maar vermaand wil hebben. Aan de andere kant hebben we ook Gods genade nodig om niet te bedroeven degenen, waarvan de Heere wil dat ze niet bedroefd, maar getroost zullen^ worden. Stervensbegeleiding vereist veel gebed.

Toen ik in de ziekenkamer van bovengenoemde zieke arriveerde, ontving de man mij vriendelijk. Ik vroeg hem uiteraard naar zijn toestand. Op mijn vraag: „Hoe gaat het met u" antwoordde hij zonder dralen: „Goed. De Heere is mijn herder, mij zal niets ontbreken". Ik vroeg hem daarop op voorzichtige wijze, sinds wanneer de Heere zijn herder was geworden. Zijn antwoord was, dat de Heere altijd al zijn herder was geweest. Ik vroeg hem daarop, of hij nooit had gekermd met de dichter „gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond, dat onbedacht zijn herder heeft verloren" (Ps. 119 VS. 88). Zijn antwoord was: „Nee". Daarop informeerde ik, waarvoor hij die Herder zo al nodig had. Zijn korte antwoord was: „voor alles". Op mijn volgende vraag of hij er nooit verdriet over had, dat hij, evenals alle mensen, de neiging had de Heere overal buiten te houden en of hij, net als al Gods kinderen, behoefte had aan vergeving ook van die zonde, werd hij vreselijk boos. Hij begreep blijkbaar, dat ik de grond van zijn vertrouwen, dat alles wel met hem was, niet vertrouwde.

Na een ernstig gesprek, waarin ik hem in eenvoudigheid heb trachten te onderwijzen, dat er bij de Heere wel uitkomsten tegen de dood zijn, maar alleen op waarachtige bekering en een levend geloof in de Heere Jezus Christus, ben ik heengegaan.

Ik was diep bedroefd, ook over het feit, dat de „gereformeerde" collega de man niet schriftuurlijker had onderwezen t.a.v. de toeëigening of toepassing van het heil des Heeren. Kort daarop stierf de man. Dit geval staat helaas niet alleen. Talloze malen verkeerden mensen uit de „bevindelijke" hoek in de positie van Micha, de zoon van Jimla. (1 Kon. 22). Allen profeteerden goeds over Achab. Hij profeteerde kwaad en werd daarom door Achab en zijn vrienden gehaat en behandeld alsof hij een gevaar was voor de samenleving (1 Kon. 22 VS. 27).

Alles wijst er op, dat het voor hen, die in alles naar de Schrift (in zijn geheel) willen leven en spreken, steeds moeilijker zal worden. Vleselijk medelijden met de mens staat, helaas ook in vele godsdienstige kringen, centraal in plaats van de eer des Heeren. Geve de Heere ons wijsheid en getrouwheid in alle dingen, opdat wij ons niet schuldig maken aan stervensmisleiding, tot schade van anderen en onszelf.

Slikkerveer

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 februari 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Stervensbegeleiding (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 februari 1976

De Saambinder | 8 Pagina's