Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De macht van de Heren Zeventien, het H.B. der V.O.C., was niet gering. Zij benoemden de gouverneurgeneraal, die het hoofd van het bestuur in Indië was en bevelhebber van leger en vloot. Ook benoemden zij de Raad van Indië, die de gouverneur-generaal ter zijde stond. Verder was er nog een directeur-generaal, die toezicht op de handel had.

De V.O.C. benoemde zelf haar ambtenaren; verklaarde oorlog en sloot vrede in naam der Staten-Generaal. Z : ] legde sterkten (forten) aan, waar zij goeddacht, en wierf zelf krijgsvolk. Ja, de Compagnie ging zover, dat zij beweerde de veroverde gebieden te kunnen afstaan, aan wie zij wilde, zelfs aan de Spanjaarden!

Niet allen gingen met zulke toestanden accoord. Vooral de bekende Moucheron was zeer boos over de gang van zaken, en terecht. De burgemeesters van Amsterdam hadden heel wat noten op hun zang; zij weigerden bijv. inzage van de boeken! Ook anderen ergerden zich. Het werd een groot kabaal.

Het gezag gevestigd. Overal werden factorijen aangelegd; zo op Ambon, Banda, de Molukken, te Bantam, Makassar, Malakka, zelfs in Siam, India, enz.

Natuurlijk waren cle Portugezen er als de kippen bij, om dit zo mogelijk te verhinderen en dit gaf herhaaldelijk aanleiding tot bloedige botsingen. Ook de Engelsen speelden graag voor ophitsers, teneinde in troebel water te vissen.

De Compagnie volgde, als zij landstreken veroverde, de methode, de inlanders hun eigen instellingen en godsdienst te laten behouden; de inlandse vorsten bleven aan het bestuur als regenten van de V.O.C.

Zo hadden de Portugezen en Spanjaarden tot hiertoe niet gedaan, deze maakten van de veroverde gebieden een Portugal of Spanje in 't klein, tot ergernis van de Indonesiërs.

Men had cle V.O.C. opgericht om grote winsten te behalen. Nu, dat doel werd wel bereikt, „zij het ook", zegt zeker schrijver, „met harde maatregelen: op de belangen der inlanders werd weinig gelet". Wij komen er later op terug.

In 1610 bedroeg de eerste winstuitkering 132^! Zo ging het echter niet altijd. Er waren ook jaren, dat niets werd uitgekeerd.

Pieter Both, de eerste gouverneur-generaal (1610).

De Heren Zeventien achtten het in 1610, gelet op de omstandigheden ginds, vooral de concurrentie der Engelsen, nodig, ter centralisering een gouverneur-generaal aan te stellen, die dan zou worden bijgestaan door de reeds genoemde Raad van Indië.

De opdracht van Both luidde, dat hij een geschikte plaats voor een hoofdstad zou zoeken. Daar zouden onze volgeladen schepen zich verenigen en vervolgens de thuisreis aanvaarden.

Hij nam gehuwde predikanten, handwerkslui en ambtenaren mee en vestigde zich voorlopig in de Molukken.

Jan Pietorsz. Coen, gouv.-generaal (1617). Hij is de eigenlijke grondlegger van onze koloniale macht in Indië geweest.

Coen was geboren te Hoorn in 1587. Nog maar 13 jaar oud zond zijn vader hem naar Rome, waar hij bij een vlaams koopmman het vak moest leren.

Men vermeldt, dat hij er 7 jaar bleef en behalve boekhouden ook Latijn, Italiaans, Frans, Engels, Portugees en Spaans leerde. Hij heeft er dus zijn tijd wel goed besteed. Toen ging hij naar Oost-Indië.

Reeds in 3617, nog maar 30 jaar oud, werd hij door de Heren-Zeventien tot gouverneur-generaal benoemd. In zijn dankschrijven komen de volgende beroemde regels voor: „Dispereert (= wanhoopt) niet, ontsiet (= vreest) uwe vijanden niet, daer en is ter weerelt niet dat ons can hinderen noch deeren, wandt Godt met ons is en trect de voorgaende mislaegen in geen consequentie (— maakt geen ontmoedigende gevolgtrekkingen), want daer can in Indien wat groots verricht woorden en daer connen tegelijck jaerliex groote retoeren (= ladingen) gesonden worden."

Coen stond inderdaad ginds voor een zware taak. Het krioelde er van vijanden .De ergste concurrenten waren echter niet de Portugezen en Spanjaarden maar — de Engelsen. Deze waren natuurlijk ook niet erg gecharmeerd op Coen en achtten de hoogste galg niet hoog genoeg voor hem! Coen was dan ook voornemens al zijn concurrenten, desnoods met geweld er uit te werpen. De specerij-eilanden waren het rechtmatig eigendom der Nederlanders.

Bij Jacatra zou het beginnen. Daar hadden wij en ook de Engelsen een factorij. De Engelsen hadden het nu op onze factorij gemunt en trachtten haar met hulp van inlanders te vernietigen.

Coen vernam, dat de engelse vlootvoogd Dale met 15 goedgewapende schepen in aantocht was.

Het veroveren van een onzer Oostinjevaarders door cle Engelsen was voor Coen het sein de engelse factorij te Jacatra in brand te steken. Daarop trok hij met slechts 7 schepen op de vloot van Dale los, maar de slag bleef door de overmacht des vijands onbeslist.

Coen gaf nu het bevel over het fort. aan Van den Broeck over en ging naar de Molukken versterking halen. Juist op tijd kwam hij terug. De Engelsen en Jacatranen bestormden tijdens zijn afwezigheid het fort en onze beveihebbed viel in handen van de vijand.

Coen trok nu met. een 1500-tal mannen op de vijanden los, ontzette het fort en legde Jacatra in de as. Op de puinhopen verrees een nieuwe stad: Batavia geheten. Coen had haar gaarne Nieuw-Hoorn genoemd, maar de Heren Zeventien hadden liever een naam, waarin de eenheid des volks uitkwam.

Coen had het doel bereikt: een nieuwe hoofdstad was gesticht, tevens verzamelpunt der geladen schepen, die van daar naar het vaderland terugkeerden. (1621).

Minder mooi was. wat onderwijl de Heren Zeventien in 1619 hadden uitgehaald. Zij hadden aan de Engelsen bij verdrag de vrije vaart op Indië toegestaan. Nog fraaier: de engelse Oostindische Compagnie zou een derde van de specerijen van de Molukken, Ambon en Banda krijgen. En beide compagnieën zouden een gemeenschappelijke vloot onderhouden!

Coen was ten hoogste verontwaardigd. De Engelsen waren voor hem de vijanden van zijn land. En nu moest hij met hen gaan samenwerken? Ja, maar niet meer dan strikt noodzakelijk was.

En verder stond ook dit doel onherroepelijk voor hem vast: de versteviging van onze belangen.

Misschien is uit dit gebeurde ook te verklaren zijn streng optreden op Ambon in 1621.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1954

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1954

Daniel | 8 Pagina's